30 079 VMBO

Nr. 113 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 november 2020

Zoals toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling OCW van 15 oktober jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 15, debat over de Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2021) informeer ik uw Kamer hierbij over de stand van zaken rond de eindexamens in het voortgezet onderwijs in het schooljaar 2020–2021. Ik schets in deze brief het proces dat tot nu toe is doorlopen, de uitbreiding van het maatregelenpakket dat ik op dit moment inzet en het vervolgproces voor de rest van het schooljaar.

Impact corona op examen 2020–2021

Het coronavirus heeft nog steeds een grote impact op het onderwijs. Daardoor is er sprake (geweest) van aanpassingen in de vormgeving van het onderwijs en ook van lesuitval. Dit leidt begrijpelijkerwijs tot vragen over de eindexamens vo in 2021. Daarom ben ik in de afgelopen periode actief in gesprek gegaan met vertegenwoordigers van leerlingen, docenten, scholen en ouders uit het vo, vso en het vervolgonderwijs om samen te bepalen wat de situatie voor eindexamenkandidaten nu is, en om samen scherp te krijgen wat er ten aanzien van het eindexamen nodig en mogelijk is, op welk moment. Ik heb hierover gesproken met de volgende partijen: VO-raad, PO-raad, AOb, CNV, FvOV, AVS, LAKS, Ouders & Onderwijs, LESCO, Simea, Vivis, SPV, landelijk vavo-netwerk, NRTO, MBO Raad, VH, VSNU, CvTE, inspectie, Cito, DUO(.

Het beeld op dit moment

Over de bredere situatie in het onderwijs komt op korte termijn meer informatie beschikbaar. Deze informatie is een aanvulling op het beeld dat ik tot nu toe heb opgebouwd in de gesprekken met de betrokken partijen. Het gaat daarbij om de covid-19 monitor van de inspectie, de periodieke peiling onderwijscontinuïteit en de rapportage over de stand van zaken bij het meldpunt schoolsluiting van de inspectie. Er is bij de verschillende veldpartijen, van leerlingen, tot docenten, scholen en ouders, een breed gedeelde behoefte om deze informatie te betrekken bij de afweging of het nodig is om maatregelen te nemen.

Over de situatie in het vmbo is nu al meer inzicht middels het bij deze brief bijgevoegde specifieke rapport «Op koers? Onderzoek naar inlopen van (onderwijs)achterstanden in vmbo beroepsgericht onderwijs, oktober 2020»1. Stichting Platforms Vmbo en de VO-raad hebben het initiatief genomen om docenten en leidinggevenden in het beroepsgericht vmbo te bevragen over de achterstanden bij deze vakken. Uit de enquête komt naar voren dat veel vmbo-scholen hun beroepsgerichte programma’s in de bovenbouw niet hebben kunnen uitvoeren zoals ze dat gepland hadden. Momenteel geeft meer dan de helft van de bevraagde docenten en leidinggevenden aan dat alle of een aanzienlijk deel van de vierdejaars leerlingen in de beroepsgerichte leerwegen een achterstand heeft. Dit geldt voor alle leerwegen en profielen. Dit beeld past bij het beeld dat betrokken veldpartijen al langer schetsen over de specifieke complexiteit van het kunnen geven van goed onderwijs in beroepsgerichte leerwegen onder de huidige omstandigheden.

Besluit examinering beroepsgerichte vakken in het vmbo

Zoals hierboven beschreven komt uit het onderzoek van SPV en de VO-raad naar voren dat er sprake is van brede achterstanden bij de beroepsgerichte vakken in de bovenbouw van het vmbo. Op basis van de huidige situatie heeft een significant deel van de docenten twijfels over de haalbaarheid van het centraal schriftelijk en praktisch examen (hierna: cspe).

Daarom heb ik in goede afstemming met de verschillende partijen, inclusief de MBO Raad, besloten dat het beroepsgerichte profielvak dit jaar zal worden afgesloten met een schoolexamen in plaats van een centraal examen. De complete set eindtermen voor dit vak blijft verplicht, maar zal in het schoolexamen moeten worden getoetst. Door de vorm van het examen dit jaar op deze manier aan te passen is er meer flexibiliteit om de afname op een gepast moment te plannen en wordt het tijdsbestek verkleind waarin lokalen en materialen voor eindexamenkandidaten beschikbaar moeten zijn. In combinatie met de verruiming van de afnametermijn voor de digitale flexibele examens in het vmbo ontstaat er aanzienlijk meer ruimte en flexibiliteit voor scholen in de jaarplanning en kan deze tijd worden benut voor het geven van onderwijs aan zowel eindexamenkandidaten als leerlingen uit andere leerjaren. Scholen kunnen voor de schoolexaminering wel gebruik maken van het examenmateriaal van het cspe, dat via het CvTE beschikbaar zal worden gesteld en ik adviseer scholen om daar ook gebruik van te maken. In samenwerking met het CvTE stuur ik parallel aan deze brief informatie over deze maatregel aan de scholen.

De maatregel omtrent het cspe komt bovenop de maatregelen die ik reeds had genomen om de afname- en aanlevertermijnen te verlengen. Scholen hebben hierdoor meer tijd om de digitale, flexibele examens in het vmbo-bb en -kb af te nemen. En er ontstaat meer ruimte om herkansingen voor het schoolexamen in te plannen of om achterstanden in de examinering bij individuele leerlingen in te lopen.

Vervolg

Met de omzetting van het cspe naar een schoolexamen bied ik verlichting en duidelijkheid in het beroepsgericht vmbo, waarmee alvast een belangrijke zorg van leerlingen en docenten wordt geadresseerd. Daarnaast ben ik in overleg met alle partijen, inclusief de leerlingen, tot de conclusie gekomen dat het beter is om de informatie die in de komende weken beschikbaar komt af te wachten met het oog op verdere besluitvorming. In de komende maand, voor de kerst, volgt dan duidelijkheid over de volle breedte van het eindexamen, de avo-vakken en het staatsexamen. Hierin neem ik ook de bevindingen van het CvTE mee over de normering voor de centrale examens van 2021. Scholen en leerlingen kunnen met deze duidelijkheid de onderwijstijd effectief benutten en zich goed voorbereiden op de examens. Uit de afstemming met partijen uit het veld kwam naar voren dat een besluit voor de kerstvakantie scholen voldoende ruimte laat om indien nodig pta’s aan te passen of het schoolexamen anders in te richten. Mochten de ontwikkelingen rond het coronavirus daar op een later moment in het schooljaar aanleiding toe geven, zal ik vanzelfsprekend bezien of de dan geldende maatregelen voor de eindexamens nog voldoende zijn.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven