30 071
Wijziging van de Mededingingswet als gevolg van de evaluatie van die wet

nr. 35
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 oktober 2006

De vaste commissie voor Economische Zaken verzocht mij bij brief van 25 oktober jl. (06-EZ-B-39) voor dinsdag 31 oktober 2006 te 12.00 uur het aangevraagde spoedadvies bij de Raad van State over amendement 15 van de Mededingingswet (30 071) aan de Kamer te doen toekomen. Voorts verzocht zij mij aan te geven wat de mogelijke consequenties zouden zijn indien het advies niet voor dat tijdstip kon worden gezonden en wanneer zij het dan wel zou kunnen verwachten.

Bij mijn verzoek aan uw Kamer van 11 september jl. om definitieve stemming over het wetsvoorstel uit te stellen ging ik ervan uit dat de Raad van State het advies op een zodanig tijdstip zou uitbrengen dat ik dit, tezamen met een kabinetsreactie, nog voor het verkiezingsreces naar u zou kunnen sturen. Inmiddels heeft navraag bij de Raad van State echter uitgewezen dat genoemd advies niet voor uw reces van 1 november a.s. door mij ontvangen zal worden. Naar verwachting zal ik het advies tezamen met een kabinetsreactie begin december naar u kunnen sturen. Gezien de bij de Raad van State ingediende adviesaanvraag lijkt het mij, na overleg met mijn collega van Justitie, wenselijk dat u de stemming aanhoudt.

De Minister van Economische Zaken,

J. G. Wijn

Naar boven