nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is om de rechtsbescherming
ter zake van het ruilplan bij herverkaveling in het kader van de Reconstructiewet
concentratiegebieden op te dragen aan de burgerlijke rechter;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Indien het bij koninklijke boodschap van 27 november 2002 ingediende
voorstel van wet, houdende wijziging van de Reconstructiewet concentratiegebieden
(opdragen van de rechtsbescherming bij de lijst der geldelijke regelingen
aan de burgerlijke rechter) (Kamerstukken II 2002/03, 28 688, nrs. 1–2)
tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel A, komt te luiden:
A
In artikel 79 wordt de zinsnede «artikel 56, eerste lid, 75, eerste
lid, of artikel 77a, eerste lid» vervangen door: artikel 56, eerste
lid.
B
In artikel I, onderdeel B, wordt in de tekst van de artikelen 79a, eerste
en derde lid, 79b, eerste en tweede lid, en 79c, eerste en tweede lid, voor
de zinsnede «de lijst der geldelijke regelingen» telkens ingevoegd:
het ruilplan onderscheidenlijk.
C
In artikel I, onderdeel C, wordt de zinsnede «de artikelen 56, eerste
lid, en 58» vervangen door: artikel 56, eerste lid,.
D
Artikel I, onderdeel D, komt te luiden:
D
Artikel 81 komt te luiden:
Artikel 81
De werking van een besluit als bedoeld in de artikelen 56, eerste lid,
of 58, wordt opgeschort totdat:
a. de beroepstermijn is verstreken, of
b. indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist en de termijn
voor het instellen van hoger beroep, onderscheidenlijk, waar het een besluit
als bedoeld in artikel 58 betreft, beroep in cassatie is verstreken, of,
c. indien hoger beroep onderscheidenlijk beroep in cassatie is ingesteld,
op dat hoger beroep dan wel beroep in cassatie is beslist en in het geval
de Hoge Raad het geding heeft verwezen de rechter, naar wie is verwezen, uitspraak
heeft gedaan.
E
Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
E
In artikel 97, eerste lid, wordt «richtlijnen voor het plan van
toedeling» vervangen door: regels voor het plan van toedeling.
F
In artikel II vervalt in punt 5 de zinsnede: «, voorzover het betreft
de lijst der geldelijke regelingen».
G
Na artikel II wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:
ARTIKEL IIA
Indien het bij koninklijke boodschap van 7 februari 2004 ingediende
voorstel van wet tot aanpassing van diverse wetten aan de Wet uniforme openbare
voorbereidingsprocedure Awb (Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure
Awb) (Kamerstukken I 2004/05, 29 421, A) tot wet is of wordt verheven,
en hoofdstuk 6, artikel 5, onderdeel H, van die wet eerder in werking is getreden
of treedt dan deze wet, vervalt artikel I, onderdeel A, van deze wet.
ARTIKEL II
In artikel V van de wet van 22 april 2004, houdende wijziging van
de Landinrichtingswet en enige andere inrichtingswetten (positie van de Centrale
Landinrichtingscommissie) (Stb. 223) vervalt de zinsnede «overeenkomstig
het mandaatbesluit van de Centrale Landinrichtingscommissie, vastgesteld in
haar vergadering van 22 maart 1996».
ARTIKEL III
In artikel 58, derde lid, van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de
Gronings-Drentse Veenkoloniën vervalt de zinsnede «op voorstel
van de centrale commissie».
ARTIKEL IV
Indien het bij koninklijke boodschap van 27 november 2002 ingediende
voorstel van wet, houdende wijziging van de Reconstructiewet concentratiegebieden
(opdragen van de rechtsbescherming bij de lijst der geldelijke regelingen
aan de burgerlijke rechter) (Kamerstukken II 2002/03, 28 688, nrs. 1–2)
nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde
tijdstip in werking.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministers, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat aan
de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,