30 046
Wijziging van de Wet milieubeheer i.v.m. verdere aanpassing aan de Europese richtlijnen inzake milieueffectrapportage

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 28 april 2005

De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en afdoende zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden constateren dat de regering hiermee tegemoet komt aan de bezwaren van de Europese Commissie ten aanzien van de Nederlandse regelgeving over milieubeoordeling. Zij vragen de regering om nader in te gaan op de relatie tussen dit wetsvoorstel en de brief d.d. 28 januari 2005 over het beoogde toekomstige stelsel van milieueffectbeoordeling in Nederland (Kamerstuk nummer 29 383, nr. 25).

De leden van de VVD-fractie hebben eveneens kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden vragen de regering aan te geven, wat de relatie is tussen de voorliggende wijziging van de Wet Milieubeheer (naar aanleiding van de richtlijnen 85/337/EEG en 97/11/EG) en de wijziging naar aanleiding van richtlijn 2001/42/EG, die al eerder aan de kamer is gezonden. In het bijzonder vragen deze leden hierbij aandacht voor de criteria die verplichten tot een milieu-effectrapportage, zoals genoemd in bijlage III van de richtlijn.

De leden van de VVD-fractie hebben een aantal vragen met betrekking tot het bezwaar van de Europese Commissie inzake de definiering van het begrip «gevolgen voor het milieu». Het voorstel is om hiervoor in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer het volgende toe te voegen: «Onder gevolgen voor het milieu [worden] in ieder geval verstaan gevolgen voor het fysieke milieu gezien vanuit het belang van de bescherming van mensen, dieren, planten ...». In de memorie van toelichting is aangegeven dat door deze «in ieder geval»-formulering geen afbreuk wordt gedaan aan de gewenste dynamiek van het begrip milieu in de Wet Milieubeheer. Waarop baseert de regering dat deze dynamiek van het milieubegrip (nog steeds) wenselijk is? Waarom kiest de regering voor deze «kop» bovenop de richtlijn? Waarom beschouwt de regering het als een voordeel dat in concrete gevallen bepaalde gevolgen voor het milieu wel in beschouwing genomen kunnen worden, die bij een wettelijk sluitende definitie mogelijk buiten beschouwing zouden blijven?

Verder geeft de Europese Commissie aan dat de Nederlandse wetgeving niet conform de richtlijn is wat betreft het voorkómen van tegenstrijdige beslissingen. De commissie legt als oorzaak van tegenstrijdige beslissingen de nadruk op de betrokkenheid van diverse bevoegde bestuursorganen. De regering vertaalt deze ingebrekestelling echter in het voorkómen van onderling strijdige voorschriften die aan vergunningen zijn verbonden. Kan de regering toelichten in hoeverre de voorgestelde wetswijziging tegemoet komt aan de ingebrekestelling door de Commissie?

De voorzitter van de commissie,

Buijs

De adjunct-griffier van de commissie,

Van Halen


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GL), Geluk (VVD), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van Bochove(CDA), De Ruiter (SP), Duyvendak (GL), Huizinga-Heringa (CU), Koopmans (CDA), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Fierens (PvdA), ondervoorzitter, Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA), Hermans (LPF) en Veenendaal (VVD).

Plv. leden: Crone (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GL), Luchtenveld (VVD), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Van den Brink (LPF), Ten Hoopen (CDA), Vergeer (SP), Vos (GL), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Koser Kaya (D66), Gerkens (SP), Boelhouwer (PvdA), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Varela (LPF) en Oplaat (VVD).

Naar boven