30 034
Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn en tot het treffen van een regeling van inkomen voor deze personen alsmede voor verzekerden die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

28 333
WAO-stelsel

nr. 80
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 oktober 2006

Tijdens het debat over het verslag van het algemeen overleg over de WAO en WIA op 8 juni jl. (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2005–2006, nr. 88, blz. 5347–5353) hebben de leden Bussemaker en De Vries een motie (kamerstuk 30 034/28 333, nr. 61) ingediend met betrekking tot het ondersteunen van sociale ondernemingen. In de motie wordt verzocht om te onderzoeken hoe sociale ondernemingen ondersteund kunnen worden tijdens hun opbouwfase. Naar aanleiding van de motie heb ik op 20 juni jl. (kamerstuk 30 034/28 333, nr. 69) door middel van een brief toegezegd te onderzoeken hoe sociale ondernemingen in de opbouwfase ondersteund kunnen worden. Ik heb daarbij aangegeven het in de motie aangehaalde Belgische model te zullen bekijken, alsmede andere, reeds bestaande, instrumenten zonder recente discussies hierover te herhalen.

De motie richt zich op ondernemingen tijdens de opbouwfase die zich expliciet richten op de inschakeling van gedeeltelijk arbeidsgeschikten. Daarbij is verzocht de bruikbaarheid van een Belgisch investeringsfonds te bekijken. Bijgesloten is de rapportage van deze kwalitatieve verkenning.1

Algemeen

De verkenning richt zich op particuliere ondernemingen in de opstartfase die zich richten op de inschakeling van gedeeltelijk arbeidsgeschikten en naar financiële onafhankelijkheid streven. Deze ondernemers hebben oog voor wat mensen, ondanks hun beperkingen, nog kunnen. Dergelijke initiatieven juich ik van harte toe.

Kredietfondsen

In België is op initiatief van de overheid een breed investeringsfonds opgericht om, onder andere, sociaal ondernemers via leningen te ondersteunen. Dit Kringloopfonds verstrekt leningen aan of neemt deel in het kapitaal van economische levensvatbare ondernemingen die actief zijn in de sociale economie. Het Kringloopfonds verstrekt geen subsidies en doet niet aan schuldsanering. Om de investeringen te kunnen bewerkstelligen maakt het Kringloopfonds gebruik van leningen of van de uitgifte van obligaties op naam met staatswaarborg. Het Kringloopfonds stimuleert zowel nieuw opgerichte ondernemingen als bestaande ondernemingen die zich (her)oriënteren op de sociale economie. Ondernemingen die een sociale en/of ecologische meerwaarde nastreven kunnen een beroep doen op het fonds om hun ambities waar te maken. Het Kringloopfonds werkt samen met private kredietinstellingen waarbij ook gebruik gemaakt wordt van co-financiering.

In Nederland zijn er, op initiatief van de private sector, investeringsfondsen die naast leningen ook subsidies verstrekken. Voorbeelden hiervan zijn Stichting Start Foundation, DOEN participaties, Instituut Gak en SKaN-fonds. Sociaal ondernemers kunnen gebruik maken van gelden van deze investeringsfondsen.

Het is een positief gegeven dat dergelijke initiatieven in Nederland in de markt ontstaan. Waar initiatieven in de markt ontstaan is terughoudend van de overheid gepast. Ik acht het niet nodig om een breed publiek investeringsfonds als het Belgische Kringloopfonds op te richten, omdat er in Nederland particuliere investeringsfondsen bestaan.

Maatwerk instrumenten

De overheid heeft in de loop der jaren een reeks instrumenten gecreëerd die bijdragen aan het begeleiden naar en de terugkeer van gedeeltelijk arbeidsgeschikten in het arbeidsproces. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) zet deze re-integratie-instrumenten en -voorzieningen in na een aanvraag van een werknemer, een uitkeringsgerechtigde of een werkgever. Het gaat hier om de instrumenten en voorzieningen: noriskpolis, proefplaatsing, werkplekaanpassing en meeneembare werkvoorziening, jobcoachvoorziening, loondispensatie voor Wajong en de sociale werkvoorziening. De werkgever kan bovendien zelf de premiekorting toepassen. Deze instrumenten zijn beschikbaar voor alle werkgevers met gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers, dus ook voor ondernemers die veel gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers in dienst nemen of hebben. Deze groep ondernemers kan deze voorzieningen naast elkaar inzetten.

Ervaringen sociaal ondernemers benutten

Ondernemers met veel gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers beschikken over meer kennis van de regelingen en hebben op basis van hun ervaring zicht op de informatievoorziening en voorlichting. Hiervan kan gebruik worden gemaakt om de voorlichting over het instrumentarium ten behoeve van alle ondernemers te optimaliseren. Informatievoorziening over re-integratie-instrumenten vindt plaats via bijvoorbeeld de website en foldermateriaal van UWV, de campagnesite www.gekniptvoordejuistebaan.nl of EHBW.nl.

Ook beschikken zij over kennis van en zicht op de mogelijkheden van werknemers met een handicap. Daarmee kunnen zij een waardevolle bijdrage leveren aan een goede beeldvorming over de mogelijkheden van en voor gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers in reguliere arbeid. Van deze kennis en ervaring kan gebruik worden gemaakt om de instrumenten beter inzetbaar te maken voor alle ondernemers met gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers.

Groepsgewijze jobcoaching

Een van de instrumenten waarmee ervaring bestaat bij ondernemers met veel gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers is de jobcoach. De jobcoachvoorziening is een individueel, op de werknemer gericht, instrument. Deze voorziening is zo ingericht dat het er in principe op neerkomt dat in ondernemingen, waar voor meerdere werknemers een jobcoach wordt ingezet, ook meerdere jobcoaches kunnen rondlopen. Met de ervaring met het instrument jobcoach, kan verkend worden of er mogelijkheden zijn dit instrument efficiënter te benutten in bedrijven waar meerdere werknemers deze ondersteuning nodig hebben. Met het UWV vindt ambtelijk overleg plaats of binnen de huidige voorzieningssfeer de werkwijze zo aangepast kan worden dat groepsgewijze jobcoaching tot de mogelijkheden behoort. In algemene zin zullen de ervaringen kunnen leiden tot een snellere inzet van instrumenten door betere procedures tot besluitvorming en verstrekking.

Slot

Ik zal de resultaten van deze verkenning bespreken in de overleggroep «re-integratie na herbeoordeling», waarin naast onder meer werkgeversorganisaties ook UWV participeert. De overleggroep richt zich net als de Stuurgroep Re-integratie onder meer op inventarisatie van knelpunten bij re-integratie. Hierbij kunnen de ervaringen van ondernemers die zich richten op de inschakeling van gedeeltelijk arbeidsgeschikten goed benut worden en kan hun kennis en ervaring breder gedeeld worden. Met deze brief acht ik de motie Bussemaker/De Vries te hebben ingevuld.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven