Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 30034 nr. 79 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | 30034 nr. 79 |
Vastgesteld 18 oktober 2006
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft over de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de verzekerbaarheid van werknemers die bij ingang van de verzekering ziek zijn, acceptatieplicht door verzekeraars, rendement van duur van het eigen-risicodragen van tien jaar en bruto en netto rentehobbel (30 034, nr. 71) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd. Deze vragen, alsmede de daarop op 18 oktober 2006 gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.
De regering stelt dat in alle gevallen iedere werknemer te allen tijde verzekerd is van een uitkering. Wat gebeurt er als een bedrijf failliet gaat?
Het feit dat de uitkeringslasten worden toegerekend aan een werkgever (in de gedifferentieerde premie als de werkgever bij UWV is verzekerd) dan wel door de werkgever zelf worden betaald (als deze eigenrisicodrager is) staat geheel los van het recht op een uitkering van de werknemer. De betaling van de uitkering is te allen tijde geregeld.
Als een werkgever die eigenrisicodrager is, failliet gaat, betaalt UWV de uitkering en verhaalt die op de verzekeraar of borgsteller van de werkgever. Voor een werkgever die publiek verzekerd was en die failliet gaat, worden de uitkeringen omgeslagen over alle publiek verzekerde werkgevers.
De regering geeft aan dat verzekeraars de zieke werknemer mee kunnen nemen in de polis. Waarom staat hier niet «moeten» nemen in de polis? Immers, men schrijft dat of een verzekeraar de zieke werknemers meeneemt o.a. afhangt van concurrentie-overwegingen, maar daar mag een werknemer toch niet van afhankelijk zijn?
De werknemer is niet afhankelijk van de polisvoorwaarden van een verzekeraar om gegarandeerd te zijn van zijn uitkering. Iedere werknemer die recht heeft op een WIA-uitkering, krijgt deze ook. Werknemers die ziek zijn op het moment dat hun werkgever eigenrisicodrager wordt, vallen onder het inlooprisico van hun werkgever. Mochten zij na twee jaar ziekte arbeidsongeschikt worden, dan is de werkgever/eigenrisicodrager verantwoordelijk voor hun uitkering. Hij kan deze zelf betalen, of hij kan met de verzekeraar hebben afgesproken dat deze uitkeringen onder de verzekering vallen. De verzekeraar is niet verplicht zieke werknemers mee te nemen, maar hij kan hiertoe wel afspraken maken met de werkgever.
Deelt de regering de mening dat het UWV de restpost wordt, omdat de werkgever die een eigen risico heeft, en niet bij verzekeraars terecht kan, zich bij het UWV zal melden?
Deze mening deelt de regering niet. Werkgevers kunnen allerlei redenen hebben om wel of niet eigenrisicodrager te worden. Dit hangt zowel af van een inschatting van de financiële gevolgen van beide opties, als van de inschatting bij welke optie de meeste re-integratiekansen voor de gedeeltelijke arbeidsgeschikten zijn.
Waaruit blijkt dat de financiële last van 10 jaar eigen risico dragen ook voor MKB-bedrijven draagbaar en verzekerbaar is? Immers, dat kan voor hen een relatief hoge kostenpost zijn.
De WGA-uitkeringen worden gefinancierd door werkgevers. De eigenrisicodrager betaalt de uitkeringen zelf, de werkgever die bij UWV is verzekerd door middel van premiedifferentiatie via toerekening aan individuele bedrijven. Daarnaast worden uitkeringen (de loonaanvulling boven de vervolguitkering en de uitkeringen na de periode van eigenrisicodragen/premiedifferentiatie) omgeslagen over alle werkgevers via een gemiddelde premie. Op deze wijze staan de financiële prikkels altijd goed.
De regering is van mening dat hoe langer de periode van eigenrisicodragen is, hoe groter de prikkel om te re-integreren wordt voor de werkgever. In de brief van 28 juni 2006 (30 034, nr. 71) wordt dit met een voorbeeld toegelicht: bij een duur van het eigenrisicodragen van tien jaar is de besparing op de uitkeringslasten € 42 000 terwijl de re-integratiekosten € 15 000 bedragen. In het voorbeeld wordt dit afgezet tegen een besparing van € 12 000 terwijl de kosten€ 15 000 blijven bij een eigenrisicoduur van vijf jaar. Een duur van tien jaar leidt daarom tot minder uitkeringsgerechtigden en tot lagere collectieve uitgaven dan een kortere duur. Dit geldt voor grote en kleine bedrijven.
Deze duur is financierbaar, ook voor kleine bedrijven. Immers, het Verbond van Verzekeraars gaat voor 2007 uit van een premieindicatie van 0,7%. Bij de huidige instroom is dit tevens de structurele premie.
Hoeveel meer mensen zullen naar verwachting volgens de regering aan het werk komen door eigen risico dragen? Om welke percentages van WIA-gerechtigden gaat dat? Op welk (wetenschappelijk) onderzoek zijn die cijfers gebaseerd?
Een langere duur van het eigenrisicodragen en van de premiedifferentiatie geeft een grotere financiële prikkel voor een werkgever om zo snel mogelijk na het ontstaan van ziekte de zieke werknemer te re-integreren. Dit komt omdat dan een grotere besparing aan uitkering bereikt kan worden. Het is niet bekend wat de re-integratiecijfers zijn van eigenrisicodragers. Dit zal onderdeel uitmaken van de evaluatie.
Waarom legt de regering nu voor het eerst het verschil tussen een bruto en een netto rentehobbel uit, nadat daar al maandenlang over is gediscussieerd?
In de memorie van toelichting bij de Wet Invoering en financiering WIA wordt in paragraaf 3.6 de rentehobbel en het verschil tussen netto en bruto rentehobbel uiteengezet. Omdat hier nog vragen over bestonden, heeft de regering dit verschil nogmaals verduidelijkt.
Kan het zijn dat een werkgever op het moment dat hij eigenrisicodrager wordt wel aan de verplichtingen voldoet, maar het jaar daarna niet meer, waardoor een werknemer niet te allen tijde verzekerd is van een uitkering?
Neen, dit is niet mogelijk. Een werknemer met recht op uitkering is altijd verzekerd van zijn uitkering. Als een werkgever die eigenrisicodrager is, niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen (bijvoorbeeld omdat hij failliet gaat), betaalt UWV de uitkering en verhaalt die op de borgsteller.
Wordt er nog periodiek getoetst of de werkgever aan zijn verplichtingen kan voldoen? Zo neen, kan dan nog steeds gegarandeerd worden dat geen werknemers tussen wal en schip vallen? Wie betaalt in voorkomende gevallen de uitkering van de werknemer?
Een periodieke toetsing is niet noodzakelijk. Voor werkgevers die bij UWV verzekerd zijn, staat UWV te allen tijden garant voor de betaling van de uitkering aan de werknemer. Werkgevers die eigenrisicodrager zijn, moeten beschikken over een garantstelling (een verklaring dat een verzekeraar de verplichtingen overneemt als de werkgever niet meer kan betalen). Als een eigenrisicodrager failliet gaat, neemt UWV de betaling van de uitkering over en verhaalt deze op de garantsteller.
Indien de garantstelling eindigt, eindigt ook onmiddellijk het eigenrisicodragen en keert de werkgever terug naar UWV. In dat geval zijn lopende uitkeringen dus gegarandeerd.
Kan een werkgever, die eerst besluit eigen risicodrager te worden en die merkt dat geen enkele verzekeraar bereid is zijn zieke werknemers aan te nemen, weer zonder problemen bij het UWV terugkeren en daarmee zijn eigenrisicodragerschap annuleren?
Om eigenrisicodrager te kunnen worden, moet een werkgever een garantstelling overleggen. Zonder garantstelling is eigenrisicodragen niet mogelijk. Een verzekeraar zal niet zonder meer bereid zijn om een garantstelling te overleggen. Een werkgever die overweegt om eigenrisicodrager te worden, zal dus financiële consequenties daarvan eerst moeten bezien en bespreken met zijn verzekeraar. Een onderdeel daarvan is of het nodig is iets te regelen voor het geval hij zieke werknemers heeft.
Mocht een werkgever gedurende het eigenrisicodragerschap terug willen naar het publieke bestel, dan kan dat altijd.
Hoe wordt de doorberekende opslag in verband met de rentehobbel omgezet in een korting op de WGA/IVA premie? Aan wie wordt de korting verstrekt?
De rentehobbel bedraagt in 2007 0,47%. Ditzelfde percentage wordt in 2007 in mindering gebracht op de basispremie AOF. Dit betekent dat alle werkgevers een lagere basispremie betalen dan zonder rentehobbel het geval zou zijn geweest.
Samenstelling:
Leden: Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), De Vries (VVD), De Wit (SP), Van Gent (GL), Verburg (CDA), Hamer (PvdA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Mosterd (CDA), Smits (PvdA), voorzitter, Örgü (VVD), Weekers (VVD), Rambocus (CDA), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Huizinga-Heringa (CU), Varela (LPF), Eski (CDA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), Stuurman (PvdA), Hermans (LPF), Van Hijum (CDA), Van Egerschot (VVD), Van der Sande (VVD), Willemse-van der Ploeg (CDA) en Vacature (algemeen).
Plv. leden: Depla (PvdA), Koşer Kaya (D66), Blok (VVD), Kant (SP), Özütok (GL), Smilde (CDA), Verbeet (PvdA), Timmer (PvdA), Azough (GL), Omtzigt (CDA), Meijer (PvdA), Nijs (VVD), Visser (VVD), Algra (CDA), Vietsch (CDA), Van der Vlies (SGP), Vacature (LPF), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van Dijken (PvdA), Blom (PvdA), Kalsbeek (PvdA), Vacature (LPF), Hessels (CDA), Aptroot (VVD), Griffith (VVD), Van Dijk (CDA) en Vacature (algemeen).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30034-79.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.