nr. 78
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 augustus 2006
Hierbij zend ik u ter informatie een conceptwijziging van de Regeling
Wfsv, waarin geregeld wordt op welke manier een werkgever een deel van de
WGA-premie kan verhalen op de werknemers.1 De
wijziging is een reactie op een verzoek van de Stichting van de Arbeid.
De Stichting wees mij er op dat het kan voorkomen dat een werkgever-eigenrisicodrager
geen WGA-lasten heeft en daarom op grond van de huidige regeling geen kosten
kan verhalen op de werknemer, terwijl hij wel kosten heeft, bijvoorbeeld in
verband met zijn verzekering. Een publiek verzekerde werkgever kan daarentegen
altijd, ongeacht zijn uitkeringslasten, maximaal de helft van de WGA-premie
verhalen. De Stichting meende dat deze regeling geen recht doet aan het uitgangspunt
van een gelijk speelveld. Het gevolg kan namelijk een ongelijke behandeling
zijn: kleine werkgevers hebben vaak een nul-risico en kunnen daarom geen premie
verhalen omdat zij geen arbeidsongeschiktheidslasten voor de WGA hebben, terwijl
zij wel de private premie moeten betalen. Een kleine werkgever die bij UWV
verzekerd is, kan wel altijd een deel van de WGA-premie verhalen.
Ik ben met de Stichting van mening dat het juist is de huidige regeling,
die voor eigenrisicodragers de mogelijkheid geeft om de WGA-lasten (gedefinieerd als uitkeringslasten gedeeld door loonsom) voor maximaal de
helft te verhalen, aan te passen.
De wijziging van de regeling houdt in dat eigenrisicodragers òf
de WGA-lasten (als zij geen private verzekering hebben) òf de verzekeringspremie
(als zij wel een private verzekering hebben) voor maximaal de helft kunnen
verhalen.
Omdat de private verzekeringspremie ook meer kan omvatten dan alleen het
WGA-risico (bijvoorbeeld ook uitkeringen bij ziekte of aanvullingen op de
WIA-uitkering), kan alleen het deel van de premie dat betrekking heeft op
het WGA-risico verhaald worden. Verzekeraars kunnen in die gevallen aan de
werkgever aangeven welke deel van de premie daarop betrekking heeft.
Ik ben van plan de gewijzigde regeling over twee weken in de Staatscourant
te publiceren.
In reactie op de motie-Dittrich c.s. (Kamerstukken II, 2004–2005,
30 034 en 30 188, nr. 50) bericht ik u nog het volgende. In
de motie wordt de regering verzocht te onderzoeken of er een mogelijkheid
kan worden gevonden om de dubbele premieheffing voor eigenrisicodragers WGA
in 2006 te voorkomen. Dit is met de Belastingdienst onderzocht en vanuit handhavingsoogpunt
niet mogelijk gebleken. De ondersteunende automatiseringssystemen van de Belastingdienst
kunnen namelijk in 2006 nog geen eigenrisicodragers WGA onderscheiden. De
Belastingdienst kan dus in 2006 niet vaststellen of in voorkomende gevallen
ten onrechte geen WGA-premie wordt afgedragen. Met ingang van 2007 is dit
wel mogelijk en kunnen werkgevers die in 2006 eigenrisicodrager WGA waren,
de betaalde WGA-premie (in 2006 0,09%) in mindering brengen op de Aof-premie.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus