30 034
Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn en tot het treffen van een regeling van inkomen voor deze personen alsmede voor verzekerden die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

30 118
Regels omtrent de invoering en financiering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede met betrekking tot de intrekking van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

nr. 78
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 augustus 2006

Hierbij zend ik u ter informatie een conceptwijziging van de Regeling Wfsv, waarin geregeld wordt op welke manier een werkgever een deel van de WGA-premie kan verhalen op de werknemers.1 De wijziging is een reactie op een verzoek van de Stichting van de Arbeid.

De Stichting wees mij er op dat het kan voorkomen dat een werkgever-eigenrisicodrager geen WGA-lasten heeft en daarom op grond van de huidige regeling geen kosten kan verhalen op de werknemer, terwijl hij wel kosten heeft, bijvoorbeeld in verband met zijn verzekering. Een publiek verzekerde werkgever kan daarentegen altijd, ongeacht zijn uitkeringslasten, maximaal de helft van de WGA-premie verhalen. De Stichting meende dat deze regeling geen recht doet aan het uitgangspunt van een gelijk speelveld. Het gevolg kan namelijk een ongelijke behandeling zijn: kleine werkgevers hebben vaak een nul-risico en kunnen daarom geen premie verhalen omdat zij geen arbeidsongeschiktheidslasten voor de WGA hebben, terwijl zij wel de private premie moeten betalen. Een kleine werkgever die bij UWV verzekerd is, kan wel altijd een deel van de WGA-premie verhalen.

Ik ben met de Stichting van mening dat het juist is de huidige regeling, die voor eigenrisicodragers de mogelijkheid geeft om de WGA-lasten (gedefinieerd als uitkeringslasten gedeeld door loonsom) voor maximaal de helft te verhalen, aan te passen.

De wijziging van de regeling houdt in dat eigenrisicodragers òf de WGA-lasten (als zij geen private verzekering hebben) òf de verzekeringspremie (als zij wel een private verzekering hebben) voor maximaal de helft kunnen verhalen.

Omdat de private verzekeringspremie ook meer kan omvatten dan alleen het WGA-risico (bijvoorbeeld ook uitkeringen bij ziekte of aanvullingen op de WIA-uitkering), kan alleen het deel van de premie dat betrekking heeft op het WGA-risico verhaald worden. Verzekeraars kunnen in die gevallen aan de werkgever aangeven welke deel van de premie daarop betrekking heeft.

Ik ben van plan de gewijzigde regeling over twee weken in de Staatscourant te publiceren.

In reactie op de motie-Dittrich c.s. (Kamerstukken II, 2004–2005, 30 034 en 30 188, nr. 50) bericht ik u nog het volgende. In de motie wordt de regering verzocht te onderzoeken of er een mogelijkheid kan worden gevonden om de dubbele premieheffing voor eigenrisicodragers WGA in 2006 te voorkomen. Dit is met de Belastingdienst onderzocht en vanuit handhavingsoogpunt niet mogelijk gebleken. De ondersteunende automatiseringssystemen van de Belastingdienst kunnen namelijk in 2006 nog geen eigenrisicodragers WGA onderscheiden. De Belastingdienst kan dus in 2006 niet vaststellen of in voorkomende gevallen ten onrechte geen WGA-premie wordt afgedragen. Met ingang van 2007 is dit wel mogelijk en kunnen werkgevers die in 2006 eigenrisicodrager WGA waren, de betaalde WGA-premie (in 2006 0,09%) in mindering brengen op de Aof-premie.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven