nr. 48
MOTIE VAN HET LID B.M. DE VRIES C.S.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, het grote belang dat er is om de totstandkoming van het hybride
stelsel binnen de WGA-regeling zorgvuldig te monitoren;
constaterende, dat er in 2006 duidelijkheid moet komen over de vorming
van het eigenrisicodragerschap binnen de WGA-regeling;
constaterende, dat er in 2006 duidelijkheid moet komen over hoe ver UWV
en verzekeraars zijn met de ontwikkeling van de premiestelling;
constaterende, dat er in 2006 duidelijkheid moet komen over de meest recente
instroomcijfers;
constaterende, dat er in 2006 duidelijkheid moet komen over waar het UWV
tegenaan loopt bij de uitvoering van de WIA;
constaterende, dat er in 2006 duidelijkheid moet komen over hoe de Belastingdienst
vaart met haar beoordelingen omtrent het eigenrisicodragerschap;
constaterende, dat er in 2006 duidelijkheid moet komen over hoe ver de
verzekeraars zijn met hun plannen om de inlooprisico's te verzekeren;
van mening, dat deze duidelijkheid voor het zomerreces van 2006 gegeven
moet worden;
voorts van mening, dat de beoordeling door de Kamer van alle bovengenoemde
zaken dient te gebeuren op basis van de meest recente gegevens die op dat
moment beschikbaar zijn;
verzoekt de regering om gebruik te maken van de eerste kwartaalgegevens
van alle betrokken organisaties om de Kamer voor het zomerreces op alle genoemde
punten te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bibbi de Vries
Verburg
Dittrich
Van der Vlies
Bussemaker
Huizinga-Heringa
Vendrik
De Wit
Varela