30 034
Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn en tot het treffen van een regeling van inkomen voor deze personen alsmede voor verzekerden die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

nr. 39
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID BUSSEMAKER C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 33

Ontvangen 28 juni 2005

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Aan artikel 8.1.2 worden onder aanduiding van de bestaande tekst als eerste lid twee leden toegevoegd, luidende:

2. Bij de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, stelt het UWV de verzekerde en de werkgever in de gelegenheid hun zienswijze mondeling naar voren te brengen.

3. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald in welke gevallen de toepassing van het tweede lid achterwege wordt gelaten.

Toelichting

Uit onderzoek van Bolhaar, De Jong, Van der Klauw en Lindeboom (ESB, 6 mei 2005, blz 200–2002) blijkt dat intensivering van de beoordeling van reïntegratieverslagen door UWV leidt tot een lagere instroom in de WAO. Deze intensivering bestaat eruit dat reïntegratieverslagen niet meer louter administratief worden getoetst, maar dat in beginsel altijd contact wordt opgenomen met de werkgever en werknemer. Uitgezonderd van intensivering waren in het onderzoek de reïntegratieverslagen van cliënten zonder duurzaam benutbare mogelijkheden en die van mensen die meer dan 50% aan het werk waren op het moment van het indienen van de WAO-aanvraag.

Dit amendement heeft tot doel de beoordeling van reïntegratieverslagen landelijk te intensiveren zoals in het hierboven genoemde onderzoek. Volgens berekeningen van het Centraal Planbureau leidt dit initieel tot een vermindering van het structurele bestand (mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering) met ruim 15 000 uitkeringsjaren en daarmee tot een besparing van ruim 200 miljoen euro.

UWV hanteert voor de beoordeling van reïntegratieverslagen een protocol waarmee wordt besloten in welke gevallen wel en in welke gevallen geen intensieve toetsing plaatsvindt. Dit protocol kan niet bij amendement worden gewijzigd. Wel kan bij amendement worden geregeld dat UWV bij de beoordeling van het reïntegratieverslag de verzekerde en de werkgever in de gelegenheid stelt hun zienswijze mondeling naar voren te brengen. Dit gebeurt hier dan ook. In de formulering van het amendement is aansluiting gezocht bij de tekst van art. 4:9 van de Algemene wet bestuursrecht. Met dit amendement wordt net als in het onderzoek van Bolhaar c.s. voorkomen dat de beoordeling van reïntegratieverslagen een louter administratieve gelegenheid blijft.

Dit amendement legt de werkgever en de verzekerde niet de verplichting op in te gaan op de vraag van UWV mondeling hun zienswijze te geven. Zo'n verplichting zou immers gepaard moeten gaan met een sanctie, als die verplichting niet wordt nagekomen. Een dergelijke sanctie achten de indieners hier niet op hun plaats, omdat dit amendement niet als doel heeft werkgever en verzekerde te prikkelen, maar als doel heeft UWV te prikkelen om reïntegratieverslagen vaker intensief te beoordelen.

Met de ministeriële regeling waarnaar wordt verwezen in lid 3, kunnen uitzonderingscategorieën worden ingesteld. Hierbij gaat het om groepen mensen bij wie intensieve beoordeling van het reïntegratieverslag geen meerwaarde heeft, zoals mensen zonder duurzaam benutbare mogelijkheden en mensen die 50% of meer werken.

Bussemaker

Vendrik

De Wit

Naar boven