nr. 37
AMENDEMENT VAN HET LID DE WIT C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 4.3.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het zevende tot het achtste lid wordt na het
zesde lid een lid ingevoegd, luidende:
7. Het vijfde en zesde lid zijn overeenkomstig van toepassing nadat het
UWV een melding als bedoeld in artikel 10.2 heeft ontvangen, waarbij voor
«het reïntegratiebedrijf» in het vijfde en zesde lid telkens
wordt gelezen: de eigenrisicodrager.
2. In het nieuwe achtste lid wordt na «Dit artikel» ingevoegd:
onverminderd het zevende lid.
II
Artikel 10.1, derde lid, komt te luiden:
3. Het eerste lid is voordat de melding, bedoeld in artikel 10.2, door
het UWV is ontvangen, niet van toepassing met betrekking tot de verzekerde,
bedoeld in artikel 9.1.
III
Artikel 10.2 komt te luiden:
Artikel 10.2 Maatregelen cliënten eigenrisicodrager
Indien de eigenrisicodrager het gegronde vermoeden heeft dat:
a. de verzekerde, bedoeld in artikel 9.1, verplichtingen als bedoeld in
artikel 4.1.1, tweede juncto zesde lid en het vierde lid, 4.1.2, eerste lid,
4.1.3, of 4.1.4 niet of niet behoorlijk is nagekomen; of
b. de verzekerde, bedoeld in artikel 9.1, de verplichting, bedoeld in
artikel 4.1.1, eerste juncto zesde lid, niet binnen de door de eigenrisicodrager
daarvoor vastgestelde termijn is nagekomen;
kan hij in verband met de uitvoering van artikel 4.4.1 daarvan melding
doen aan het UWV.
IV
In artikel 10.3, eerste lid vervalt «of 10.2».
V
Artikel 10.10 komt te luiden:
Artikel 10.10 In kennis stellen van sanctie-oplegging
Indien het UWV de verzekerde de uitkering op grond van deze wet geheel
of gedeeltelijk heeft geweigerd dan wel hem een boete heeft opgelegd, stelt
het UWV:
a. het reïntegratiebedrijf dat ten behoeve van die verzekerde werkzaamheden
gericht op vergroting van de mogelijkheden tot het verrichten van arbeid of
op inschakeling in arbeid verricht; of
b. de eigenrisicodrager die een melding als bedoeld in artikel 10.2 heeft
gedaan;
van die beschikking in kennis, voorzover dat noodzakelijk is voor de uitvoering
van de werkzaamheden door het reïntegratiebedrijf of voor de uitvoering
van artikel 4.4.1.
Toelichting
Dit amendement strekt er toe om te voorkomen dat de eigen risicodrager
zelfstandig maatregelen en sancties kan opleggen. Eigenrisicodragers kunnen
sanctiewaardig gedrag melden aan het UWV. Het UWV legt de eventuele sanctie
op. Hiermee wordt bereikt dat een uniform sanctiebeleid wordt gevoerd. Tevens
wordt voorkomen dat de arbeidsongeschikte voor het bestrijden van een sanctie
direct de rechter moet inschakelen.
I
Op grond van het voorgestelde artikel 4.3.2, (nieuwe) zevende lid, dient
het UWV na een melding als bedoeld in artikel 10.2 een beslissing te nemen
omtrent het al dan niet geheel of gedeeltelijk opschorten of schorsen van
de betaling van de uitkering. Dit nieuwe zevende lid wordt voorgesteld omdat
door dit amendement de eigenrisicodrager niet langer de bevoegdheid heeft
de uitkering te schorsen of op te schorten (het in het wetsvoorstel voorgestelde
artikel 10.2 vervalt immers).
Opgemerkt wordt dat het UWV na de melding van de eigenrisicodrager niet
verplicht is over te gaan schorsing of opschorting. In dit verband wordt verwezen
naar de artikelsgewijze toelichting op het in het wetsvoorstel voorgestelde
artikel 4.3.2, vijfde lid (Kamerstukken 2004/05 30 034, nr. 3, blz. 176).
Het in het wetsvoorstel voorgestelde artikel 4.3.2, zevende lid, verklaart
dat artikel niet van toepassing indien de werkgever heeft gekozen voor eigenrisicodragerschap.
Dit hangt samen met het feit dat in dat geval het UWV geen reïntegratievisie
en -plan hoeft op te stellen als bedoeld in artikel 4.3.2. Dat zevende lid
ziet echter ook op de bevoegdheid van het UWV om de betaling van de uitkering
te schorsen of op te schorten omdat in het wetsvoorstel die bevoegdheid aan
de eigenrisicodrager wordt verleend (zie artikel 10.2). Omdat dit amendement
die schorsing- en opschortingsbevoegheid uitsluitend aan het UWV verleent,
is onduidelijk wat de verhouding is tussen het in dit amendement tot het achtste vernummerde zevende lid en het in dit amendement voorgestelde zevende
lid. De zinsnede «onverminderd het zevende lid»maakt deze verhouding
duidelijk. Het UWV hoeft dus geen reïntegratievisie en -plan op te stellen
als de werkgever voor eigenrisicodragerschap heeft gekozen, maar het UWV heeft
in dat geval wel een opschortings- of schorsingsbevoegdheid na een melding
van de eigenrisicodrager als bedoeld in artikel 10.2.
II
Artikel 10.1 kent een plicht voor het UWV om een maatregel op te leggen
in de in dat artikel genoemde gevallen. Omdat het UWV deze plicht niet kan
naleven alvorens een melding van de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel
10.2, is ontvangen, is artikel 10.1, derde lid, aangepast.
V
Op grond van artikel 10.10 is het UWV verplicht het reïntegratiebedrijf
dat in opdracht van het UWV werkzaamheden verricht, in kennis te stellen van
een sanctie-oplegging. Omdat door dit amendement een sanctie uitsluitend door
het UWV kan worden opgelegd wordt tevens artikel 10.10 aangepast zodat de
dat artikel bedoelde inkennisstelling ook is gericht op de bedoelde eigenrisicodrager.
De Wit
Bussemaker
Vendrik