30 034
Bevordering van het naar arbeidsvermogen verrichten van werk of van werkhervatting van verzekerden die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn en tot het treffen van een regeling van inkomen voor deze personen alsmede voor verzekerden die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

nr. 37
AMENDEMENT VAN HET LID DE WIT C.S.

Ontvangen 27 juni 2005

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel 4.3.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het zevende tot het achtste lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

7. Het vijfde en zesde lid zijn overeenkomstig van toepassing nadat het UWV een melding als bedoeld in artikel 10.2 heeft ontvangen, waarbij voor «het reïntegratiebedrijf» in het vijfde en zesde lid telkens wordt gelezen: de eigenrisicodrager.

2. In het nieuwe achtste lid wordt na «Dit artikel» ingevoegd: onverminderd het zevende lid.

II

Artikel 10.1, derde lid, komt te luiden:

3. Het eerste lid is voordat de melding, bedoeld in artikel 10.2, door het UWV is ontvangen, niet van toepassing met betrekking tot de verzekerde, bedoeld in artikel 9.1.

III

Artikel 10.2 komt te luiden:

Artikel 10.2 Maatregelen cliënten eigenrisicodrager

Indien de eigenrisicodrager het gegronde vermoeden heeft dat:

a. de verzekerde, bedoeld in artikel 9.1, verplichtingen als bedoeld in artikel 4.1.1, tweede juncto zesde lid en het vierde lid, 4.1.2, eerste lid, 4.1.3, of 4.1.4 niet of niet behoorlijk is nagekomen; of

b. de verzekerde, bedoeld in artikel 9.1, de verplichting, bedoeld in artikel 4.1.1, eerste juncto zesde lid, niet binnen de door de eigenrisicodrager daarvoor vastgestelde termijn is nagekomen;

kan hij in verband met de uitvoering van artikel 4.4.1 daarvan melding doen aan het UWV.

IV

In artikel 10.3, eerste lid vervalt «of 10.2».

V

Artikel 10.10 komt te luiden:

Artikel 10.10 In kennis stellen van sanctie-oplegging

Indien het UWV de verzekerde de uitkering op grond van deze wet geheel of gedeeltelijk heeft geweigerd dan wel hem een boete heeft opgelegd, stelt het UWV:

a. het reïntegratiebedrijf dat ten behoeve van die verzekerde werkzaamheden gericht op vergroting van de mogelijkheden tot het verrichten van arbeid of op inschakeling in arbeid verricht; of

b. de eigenrisicodrager die een melding als bedoeld in artikel 10.2 heeft gedaan;

van die beschikking in kennis, voorzover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden door het reïntegratiebedrijf of voor de uitvoering van artikel 4.4.1.

Toelichting

Dit amendement strekt er toe om te voorkomen dat de eigen risicodrager zelfstandig maatregelen en sancties kan opleggen. Eigenrisicodragers kunnen sanctiewaardig gedrag melden aan het UWV. Het UWV legt de eventuele sanctie op. Hiermee wordt bereikt dat een uniform sanctiebeleid wordt gevoerd. Tevens wordt voorkomen dat de arbeidsongeschikte voor het bestrijden van een sanctie direct de rechter moet inschakelen.

I

Op grond van het voorgestelde artikel 4.3.2, (nieuwe) zevende lid, dient het UWV na een melding als bedoeld in artikel 10.2 een beslissing te nemen omtrent het al dan niet geheel of gedeeltelijk opschorten of schorsen van de betaling van de uitkering. Dit nieuwe zevende lid wordt voorgesteld omdat door dit amendement de eigenrisicodrager niet langer de bevoegdheid heeft de uitkering te schorsen of op te schorten (het in het wetsvoorstel voorgestelde artikel 10.2 vervalt immers).

Opgemerkt wordt dat het UWV na de melding van de eigenrisicodrager niet verplicht is over te gaan schorsing of opschorting. In dit verband wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting op het in het wetsvoorstel voorgestelde artikel 4.3.2, vijfde lid (Kamerstukken 2004/05 30 034, nr. 3, blz. 176).

Het in het wetsvoorstel voorgestelde artikel 4.3.2, zevende lid, verklaart dat artikel niet van toepassing indien de werkgever heeft gekozen voor eigenrisicodragerschap. Dit hangt samen met het feit dat in dat geval het UWV geen reïntegratievisie en -plan hoeft op te stellen als bedoeld in artikel 4.3.2. Dat zevende lid ziet echter ook op de bevoegdheid van het UWV om de betaling van de uitkering te schorsen of op te schorten omdat in het wetsvoorstel die bevoegdheid aan de eigenrisicodrager wordt verleend (zie artikel 10.2). Omdat dit amendement die schorsing- en opschortingsbevoegheid uitsluitend aan het UWV verleent, is onduidelijk wat de verhouding is tussen het in dit amendement tot het achtste vernummerde zevende lid en het in dit amendement voorgestelde zevende lid. De zinsnede «onverminderd het zevende lid»maakt deze verhouding duidelijk. Het UWV hoeft dus geen reïntegratievisie en -plan op te stellen als de werkgever voor eigenrisicodragerschap heeft gekozen, maar het UWV heeft in dat geval wel een opschortings- of schorsingsbevoegdheid na een melding van de eigenrisicodrager als bedoeld in artikel 10.2.

II

Artikel 10.1 kent een plicht voor het UWV om een maatregel op te leggen in de in dat artikel genoemde gevallen. Omdat het UWV deze plicht niet kan naleven alvorens een melding van de eigenrisicodrager, bedoeld in artikel 10.2, is ontvangen, is artikel 10.1, derde lid, aangepast.

V

Op grond van artikel 10.10 is het UWV verplicht het reïntegratiebedrijf dat in opdracht van het UWV werkzaamheden verricht, in kennis te stellen van een sanctie-oplegging. Omdat door dit amendement een sanctie uitsluitend door het UWV kan worden opgelegd wordt tevens artikel 10.10 aangepast zodat de dat artikel bedoelde inkennisstelling ook is gericht op de bedoelde eigenrisicodrager.

De Wit

Bussemaker

Vendrik

Naar boven