30 012 Leven Lang Leren

Nr. 138 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID EN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2021

Het beleid van het kabinet is er op gericht dat iedereen in Nederland regie kan nemen over zijn eigen loopbaan en ontwikkeling. De beschikking over een eigen leer- en ontwikkelbudget kan ervoor zorgen dat mensen gemotiveerd blijven om zichzelf verder te scholen en te ontwikkelen. Om dit te bewerkstelligen wordt het aankomende jaar de Subsidieregeling stimulering arbeidsmarktpositie (Subsidieregeling STAP-budget) ingevoerd. Met het STAP-budget kan iedereen, die 18 jaar of ouder is en een band heeft met de Nederlandse arbeidsmarkt, vanaf begin 2022 subsidie aanvragen waarmee scholing, gericht op eigen ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid, ingekocht kan worden. Het STAP-budget bedraagt per individu maximaal € 1.000 per jaar. Vanaf 2025 is structureel € 218 miljoen beschikbaar voor deze subsidieregeling; dit is inclusief uitvoeringskosten en eventueel financiering van flankerend beleid. De eerste jaren is het totaal beschikbare budget ruim € 200 miljoen. Naar verwachting kunnen hiermee op jaarbasis 200.000 tot 300.000 personen met inzet van het STAP-budget een scholingsactiviteit volgen.

Het STAP-budget is een publieke tegemoetkoming naast alle individuele budgetten die door private partijen zoals werkgevers, sociale partners en O&O-fondsen ter beschikking worden gesteld. De inzet op een individueel leerbudget kan alleen maar gerealiseerd worden als publieke en private partijen elkaar versterken. Steeds meer cao’s bevatten afspraken over het stimuleren van de eigen regie van werknemers en inmiddels heeft ruim een kwart van de werkenden die onder een cao vallen een (privaat) individueel budget tot zijn beschikking.1 Het STAP-budget vervangt de huidige fiscale aftrek voor scholingsuitgaven. Uit onderzoek blijkt dat op dit moment de fiscale aftrek vooral wordt gebruikt door belastingplichtigen met de hogere inkomens.2 Een uitgavenregeling, zoals het STAP-budget, zal vanwege de laagdrempeligheid naar verwachting betere ondersteuning kunnen bieden aan zowel praktisch als theoretisch opgeleiden.

In de brief waarmee de Subsidieregeling STAP-budget eind april jl. bij uw Kamer is voorgehangen, bent u al geïnformeerd over de implementatie van de regeling. Met deze brief wordt u geïnformeerd over de verdere voortgang van de implementatie, de doorontwikkeling en de eerste uitkomsten van de adviestoets uitgevoerd door Adviescollege ICT-toetsing.3

Vervanging fiscale aftrek scholingsuitgaven

De Subsidieregeling STAP-budget vervangt de huidige fiscale aftrek voor scholingsuitgaven. De Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven is in 2019 aangenomen als onderdeel van het pakket Belastingplan 2020 (Kamerstuk 35 302). Onlangs is aan uw Kamer het ontwerp van het koninklijk besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven aangeboden.4 De voorlegging biedt uw Kamer de mogelijkheid zich tot uiterlijk 2 juli 2021 uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het koninklijk besluit wordt bekrachtigd. Dit is een uiterste termijn om de afschaffing van de aftrek scholingsuitgaven tijdig te kunnen verwerken in de voorlopige aanslag inkomstenbelasting voor het jaar 2022. Is deze duidelijkheid er niet op 2 juli, dan zal zowel de inwerkingtreding van de Subsidiereling STAP-budget als de afschaffing van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven doorschuiven naar 1 januari 2023. De fiscale aftrek van scholingsuitgaven is namelijk gebonden aan het kalenderjaar, waardoor de afschaffing plaats moet vinden per 1 januari van enig jaar.

Inwerkingtreding Subsidieregeling STAP-budget.

De Subsidieregeling STAP-budget zal onder de verantwoordelijkheid van de Minister van SZW in samenwerking met de Minister van OCW worden uitgevoerd door UWV en DUO. Beide uitvoeringsorganisaties werken nauw samen om op tijd een nieuw uitvoeringsysteem gereed te hebben voor aanvragen van het STAP-budget. Zo ontwikkelt UWV op dit moment een STAP-portaal, waarmee eenvoudig en digitaal het STAP-budget kan worden aangevraagd. DUO werkt aan een scholingsregister waarin scholingsactiviteiten, die in aanmerking komen voor subsidiëring, worden opgenomen. De implementatie van deze systemen is een nieuw en intensief traject dat veel vraagt van de uitvoeringsorganisaties. Beide organisaties zijn op dit moment druk bezig om de essentiële onderdelen van de systemen op tijd operationeel te krijgen. Ook opleiders zullen de komende periode hun systemen en processen moeten aanpassen, om te zorgen dat zij hun scholingsactiviteiten in het scholingsregister kunnen registreren en de informatie over aanmelding, deelname en voor uitbetaling van het STAP-budget kunnen verstrekken. Gelet hierop is er doorlopend overleg met onderwijskoepels waarin wordt bekeken hoe bij de aansluiting van opleiders op het scholingsregister praktische problemen voor hen kunnen worden opgelost en administratieve lasten beperkt kunnen worden.

Na nauw overleg zijn de ketenpartijen SZW, OCW, DUO en UWV tot de conclusie gekomen dat de invoering van STAP in 2022 haalbaar is. Vooralsnog ligt de implementatie op schema om de Subsidieregeling STAP-budget op 1 januari 2022 in werking te laten treden en de uitvoeringssystemen van de subsidieregeling tijdig op te leveren om de eerste openstelling van de Subsidieregeling STAP-budget per 1 maart 2022 mogelijk te maken. Doel is een stabiele en robuuste basis neer te zetten voor een wendbaar uitvoeringssysteem voor de financiering van scholing waarbij mensen zelf de keuze hebben welke opleiding ze willen volgen.

De afgelopen maanden is door UWV en DUO hard gewerkt aan de implementatie van de uitvoeringssystemen en het gezamenlijk oplossen van knelpunten in de informatievoorziening. De deelprojecten van UWV en DUO lopen op schema en er is sprake van een goede en vruchtbare samenwerking tussen de ketenpartners.

Door in te zetten op de robuuste uitvoering van de basis van de STAP-regeling, en verdere verbeteringen te faseren in de tijd, is invoering in 2022 haalbaar. Daarnaast biedt een proefproductie beperkt de ruimte en tijd om kleinere, onvoorziene knelpunten zo mogelijk op te lossen tussen ketenpartners. Bij de ketenpartners bestaat hierdoor het vertrouwen dat het STAP-budget begin 2022 op een verantwoorde manier ingevoerd kan worden. Zoals aangekondigd in de Kamerbrief van 4 juni5 is er voor de invoering van de systemen gekeken naar de risico’s en de haalbaarheid, ook omdat uw Kamer een gefundeerd besluit moet kunnen nemen over de intrekking van de fiscale scholingsaftrek. Daarom wordt uw Kamer het volgende ter overweging meegegeven: omdat met het STAP-budget een heel nieuw systeem wordt geïntroduceerd kunnen zich tijdens de verdere implementatie eventueel nog onvoorziene knelpunten voordoen. Gezien de krappe planning zou er bij eventuele knelpunten onvoldoende ruimte kunnen zijn om deze tijdig te adresseren. Dit risico kan echter op twee manieren worden ondervangen.

In de eerste plaats kan het risico opgevangen worden door te starten met de basisvariant van STAP, en verdere verbeteringen te reserveren voor de doorontwikkeling van de regeling. De basisvariant houdt in dat alle functionaliteiten voor het aanvragen van het STAP-budget gereed zijn. In de Kamerbrief van 3 juni 2019 over de voortgang van individuele leerbudgetten is al aangegeven dat het systeem in de verdere doorontwikkeling dusdanig ontwikkeld wordt dat het in de toekomst ingezet kan worden voor specifieke doelen of doelgroepen.6 Denk bijvoorbeeld aan budgetten die nodig zijn om de gevolgen van een mogelijke krimp, krapte of economische crisis op te vangen of ten behoeve van de transities in energie, klimaat of technologie of voor groepen die extra intensieve scholing kunnen gebruiken. Voor een aantal specifieke onderwerpen is nu reeds een doorontwikkeling voorzien. Dit betreft in ieder geval:

  • Het subsidiabel maken van trajecten voor Erkenning van eerder Verworven Competenties (EVC-trajecten);

  • Het meerjarig kunnen toekennen van STAP-budget voor meerjarige scholingsactiviteiten (was reeds voorzien in de uitvoeringstoets van UWV in 2019);

  • De mogelijkheid voor het subsidiabel maken van schoolkosten, zoals studiemateriaal, van duale scholingsactiviteiten in het mbo en hoger onderwijs die niet via de opleider in rekening worden gebracht.

Zoals reeds in de Kamerbrief van 4 juni jl. is aangegeven blijkt het technisch niet mogelijk om EVC-trajecten in de eerste fase aan te laten sluiten op het scholingsregister.7 Vanwege het specifieke karakter van EVC-trajecten is een aanpassing van het systeem noodzakelijk. Op dit moment is er onvoldoende tijd om het scholingsregister hiervoor gereed te maken. Dit houdt in dat EVC trajecten in 2022 nog niet subsidiabel zijn met het STAP-budget, maar in de doorontwikkeling van het scholingsregister zal de toevoeging van EVC-trajecten aan het scholingsregister hoge prioriteit krijgen. Niettemin is publieke financiering van EVC-trajecten nu al mogelijk via de Tijdelijke subsidieregeling NL leert door met inzet van scholing, die wordt aangepast met een extra tijdvak vanaf komend najaar. Hiermee kunnen burgers vanaf het najaar via deze weg kosteloos EVC-trajecten blijven doorlopen. Publieke financiering van EVC-trajecten is verder al mogelijk via de Subsidieregeling NL Leert door met inzet van sectoraal maatwerk.

Ook is een aantal verbeteringen voorzien die voornamelijk betrekking hebben op de datakwaliteit in het scholingsregister en daarmee samenhangend de verdere borging van de digitale afhandeling van aanvraag en toekenning (zogenaamde «straight-through-processing). Dit heeft vooral als doel om snellere en betere dienstverlening voor de burger te realiseren. Het is tot slot nog niet met zekerheid te zeggen wanneer de doorontwikkeling gereed is. De komende periode staat in het teken van het realiseren van de basisversie van STAP voor begin 2022. Eind van dit jaar zullen de ketenpartners SZW, OCW, DUO en UWV in overleg met sociale partners en vertegenwoordiging van opleiders en koepels de doorontwikkelagenda en de planning van de verschillende onderdelen verder uitwerken. Op dit moment is nog niet duidelijk wanneer de verschillende onderdelen van de doorontwikkeling kunnen worden gerealiseerd. De doorlooptijd kan ook per onderwerp verschillen; zeker voor onderdelen die in de volledige keten doorwerken, zal de doorlooptijd langer zijn. Er zal prioriteit worden gegeven aan de doorontwikkeling van de financiering van EVC-trajecten en de mogelijkheid om voor meerjarige scholingsactiviteiten een STAP-budget aan te kunnen vragen. Zodra de doorontwikkelagenda en de planning daarvan gereed is, wordt deze met uw Kamer gedeeld.

Op 1 december 2021 wordt gestart met een ketenbrede proefproductie van drie maanden, om begin 2022 verantwoord te kunnen starten met het STAP-budget. Met de proefproductie wordt getest of de onderdelen van de systemen binnen de keten goed op elkaar zijn aangesloten en de gehele keten goed functioneert, zodat eventuele technische problemen in goed overleg tussen de ketenpartners tijdig opgevangen kunnen worden. Om deze reden is in overleg met alle ketenpartners besloten de openstelling van het aanvraagloket voor het STAP-budget te verschuiven naar 1 maart 2022. De aanvraagperiode meegerekend betekent dit concreet dat scholingsactiviteiten met financiering vanuit het STAP-budget vanaf 29 maart 2022 kunnen starten.8

Nederland leert door in 2022

Voor burgers die in de periode van 1 januari tot 29 maart 2022 niet met behulp van financiering vanuit het STAP-budget een scholingsactiviteit kunnen starten, is er nog wel scholing met publieke financiering mogelijk via NL leert door. In het steun- en herstelpakket is voorzien in subsidie voor scholingsactiviteiten via de NL leert door subsidieregelingen. Een deel van deze subsidies is ook in 2022 beschikbaar en overbrugt daarmee de periode tot aan de start van scholingsactiviteiten die gesubsidieerd worden door het STAP-budget. Via NL leert door met inzet van sectoraal maatwerk, is er vanaf medio 2021 ruim € 70 miljoen subsidie beschikbaar voor de financiering van scholing, EVC-trajecten en begeleiding van deelnemers. Deze activiteiten worden aangeboden door werkgevers- en werknemersorganisaties en zullen doorlopen in 2022.

Daarnaast wordt in het najaar van 2021 nog een nieuw (derde) aanvraagtijdvak opengesteld voor aanvragen voor de tijdelijke Subsidieregeling Nederland leert door met inzet van scholing voor een budget van € 30 miljoen. Via deze regeling kunnen opleiders en opleiderscollectieven, waaronder aanbieders van EVC-trajecten, subsidie aanvragen voor het aanbieden van kosteloze scholingsactiviteiten.9 Dit aanbod komt in het najaar 2021 beschikbaar en tot eind 2022 kunnen er scholingsactiviteiten worden gevolgd. Het aanbod is te vinden via de gesubsidieerde aanbieders en via hoewerktnederland.nl.

Adviescollege ICT toetsing

Het Adviescollege ICT toetsing (AcICT) is bezig met het toetsen van de implementatie van het programma van het STAP-budget. Op het moment van schrijven van deze brief is het definitieve advies van AcICT nog niet gereed. Wel heeft AcICT in een gesprek zijn eerste beelden gedeeld. De aard en inhoud van de besproken onderwerpen lopen uiteen. De belangrijkste onderwerpen die in het gesprek met AcICT aan de orde zijn gekomen zien op het bereik van doelgroepen, de regie op de keten en de noodzaak van het scholingsregister.

In het gesprek kwam naar voren dat het risico bestaat dat digivaardige mensen de regeling goed kunnen vinden en dat hierdoor meer kwetsbare doelgroepen mogelijk buiten de boot vallen. Het bereiken van meer kwetsbare groepen is al langer punt van aandacht en ook uw Kamer heeft hier al eerder aandacht voor gevraagd.10 Dit signaal neemt het kabinet dan ook serieus. Er zijn de afgelopen periode al enkele maatregelen genomen door UWV om de regeling zo toegankelijk mogelijk te maken en juist die groepen op de arbeidsmarkt te bereiken die het meeste baat hebben bij het STAP-budget. Zo zijn de drempels voor de burger zo laag mogelijk gemaakt en wordt er flankerend aan het STAP-budget gewerkt aan het beschikbaar stellen van ontwikkeladviestrajecten. Met die trajecten kunnen bepaalde kwetsbare groepen ondersteund worden bij het inzichtelijk maken van hun ontwikkelmogelijkheden. Ook kunnen mensen terecht bij de werkpleinen voor hulp bij de aanvraag van STAP. Het kabinet wil graag bezien welke andere maatregelen er nog genomen kunnen worden om kwetsbare doelgroepen nog beter te kunnen bereiken, bijvoorbeeld door een beperkt deel van de voor STAP beschikbare middelen voor deze groep te reserveren. Hier zal ook het definitieve advies van AcICT bij betrokken worden en uw Kamer wordt hier nader over geïnformeerd.

Verder is in het gesprek naar voren gekomen dat de sturing en regie op de keten versterkt zou kunnen worden. Het afgelopen jaar zijn door de ketenpartijen SZW, OCW, UWV en DUO al de nodige stappen gezet gericht op het versterken van de ketenregie. Dat neemt niet weg dat er op dit punt verbeteringen mogelijk zijn. Daarom worden de komende periode gesprekken vervolgd met AcICT om te bezien welke verdere maatregelen genomen kunnen worden om de regie en sturing op de keten verder te versterken.

AcICT heeft vragen gesteld over nut en noodzaak van het scholingsregister, in relatie tot de complexiteit van het uitvoeringsproces voor burgers en opleiders. Het proces zou mogelijk eenvoudiger kunnen. Hierover gaat het kabinet – samen met UWV en DUO – nog verder in gesprek met AcICT. In het algemeen geldt dat het scholingsregister van belang is als authentieke bron voor de burger en opleider en randvoorwaarde om de regeling uit te kunnen voeren.

De inhoud van het gesprek met AcICT is uitgebreid meegewogen in de conclusie die de ketenpartners SZW, OCW, UWV en DUO hebben getrokken over de haalbaarheid om begin 2022 te starten met STAP. De komende periode zal AcICT de bevindingen nog verder uitwerken tot een definitief advies. Het definitieve advies van AcICT zal, voorzien van een uitgebreide reactie, naar verwachting na het zomerreces aan uw Kamer gestuurd kunnen worden. In de reactie zal ook ingegaan worden op de maatregelen die naar aanleiding van het advies van AcICT verder nog worden genomen worden en het tijdpad dat daarbij hoort.

Tot slot

Na inwerkingtreding van STAP start ook de monitoring en evaluatie van de regeling, om vanaf de start goed in beeld te hebben wie gebruik maakt van het STAP-budget, voor welk type scholing het STAP-budget wordt ingezet en hoe vaak scholing wordt afgerond. Deze monitor is ook gericht op de ontwikkeling van het aanbod en de verdere prijsontwikkeling.

Wie inzet op eigen ontwikkeling en scholing zorgt ervoor dat hij langer inzetbaar blijft. Met de inwerkingtreding van de Subsidieregeling STAP-budget krijgt iedereen vanaf 18 jaar en met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt de mogelijkheid om regie te nemen over zijn eigen ontwikkeling en scholing. Hierdoor wordt er gewerkt aan de duurzame inzetbaarheid van Nederland en een robuuste en wendbare arbeidsmarkt voor de toekomst.

Een gelijkluidende brief is gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap I.K. van Engelshoven


X Noot
1

SZW (2019) Individuele ontwikkelbudgetten 2017.

X Noot
2

CPB (2016) Evaluatie aftrekpost scholingsuitgaven.

X Noot
3

Kamerstuk 30 012, nr. 137.

X Noot
4

Kamerstuk 35 306, nr. 9.

X Noot
5

Kamerstuk 35 306, nr. 9

X Noot
6

Kamerstuk 30 012, nr. 111.

X Noot
7

Kamerstuk 35 306, nr. 9

X Noot
8

Om in de periode van januari tot aan eind maart 2022 het tekort aan publieke financiering voor scholing te beperken is onderzocht of het STAP-budget met terugwerkende kracht aangevraagd kan worden voor scholingsactiviteiten die starten vóór 29 maart 2022. Dit blijkt uitvoeringstechnisch te complex en brengt risico’s met zich mee tijdens de implementatie.

X Noot
9

Kamerstuk 30 012, nr. 135.

X Noot
10

Kamerstuk 30 012, nr. 116 (motie van de leden Renkema en Smeulders), Kamerstuk 30 012, nr. 117 (motie van het lid Renkema c.s.), Kamerstuk 30 012, nr. 118 (motie van de leden Sneller en Diertens). Kamerstuk 29 544, nr. 975 (motie van het lid Van den Brenk).

Naar boven