Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 oktober 2023
Uw Kamer heeft op 23 juni 2020 de motie van het lid Van Nispen c.s. inzake de heer
Singh aangenomen.1 In deze motie wordt de regering verzocht zich maximaal in te spannen om de heer Singh
op korte termijn naar Nederland over te laten brengen, verzoeken tot overbrenging
te honoreren en hiertoe zo nodig de procedure tot overdracht van de tenuitvoerlegging
van het strafvonnis te starten. De uitspraak van 18 oktober jl. in de bodemprocedure
inzake Singh, over het inzetten van strafoverdracht op basis van de Wet overdracht
tenuitvoerlegging strafvonnissen (Wots), is aanleiding om uw Kamer te informeren.
De rechtbank concludeert dat de Staat redelijkerwijs heeft kunnen besluiten om niet
mee te werken aan strafoverdracht van Singh omdat niet is voldaan aan het vereiste
van voldoende binding met de Nederlandse samenleving. De concrete omstandigheden van
dit geval brengen niet mee dat de Staat voor de heer Singh een uitzondering moet maken.2 Deze uitspraak is in lijn met de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter in
de kortgedingprocedure van de heer Singh om een Wots-procedure te bewerkstellingen
van 17 mei 2021.3
Sinds 2020 is uw Kamer op verschillende momenten geïnformeerd over de wijze waarop
uitvoering wordt gegeven aan de motie lid Van Nispen c.s. inzake de heer Singh.4Mijn ambtsvoorganger en ik hebben daarbij eerder aangegeven dat een Wots-procedure
niet de geëigende weg is, omdat de zaak van de heer Singh niet voldoet aan de criteria
van het beleidskader voor een Wots-procedure.5
Gezien het feit dat de Wots geen optie is, is gekeken naar andere mogelijkheden om
de heer Singh naar Nederland te laten komen. Het instrument dat op grond van humanitaire
overwegingen ingezet kan worden, is de gratieprocedure in de Verenigde Staten. De
heer Singh is op verschillende momenten door de Nederlandse overheid gesteund bij
het door hem ingediende gratieverzoek. Uw Kamer is daarover op verschillende momenten
geïnformeerd.6
Het kabinet zal de heer Singh maximaal blijven steunen bij een door hem in te dienen
gratieverzoek, mits er geen sprake is van een gevaar voor de maatschappij. De heer
Singh zal onverkort consulaire bijstand blijven ontvangen vanuit het Ministerie van
Buitenlandse Zaken.
Met toezegging van deze blijvende steun meen ik dat uitvoering is gegeven aan de daartoe
strekkende motie van het lid Van Nispen c.s. en beschouw ik deze als afgedaan.7
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind