nr. 15
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 april 2009
Tijdens het Algemeen Overleg van de vaste commissie voor Buitenlandse
Zaken en de vaste commissie voor Justitie op 1 oktober jl. (Kamerstuk
30 010, nr. 11) met de ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie
over de gedetineerdenbegeleiding buitenland is de toezegging gedaan om uw
Kamer te informeren over de kosten van de geboden consulaire bijstand per
gedetineerde per jaar.
Hieronder treft u de resultaten van het onderzoek naar de kosten aan.
Eerst zal de gehanteerde onderzoeksmethodiek worden uitgelegd waarna de resultaten
worden aangegeven en toegelicht.
Onderzoeksmethodiek
De gedetineerdenbegeleiding in het buitenland wordt uitgevoerd door Buitenlandse
Zaken in nauwe samenwerking met de het Bureau Buitenland van de Stichting
Reclassering Nederland (RN) en de Stichting Epafras. Aangezien deze stichtingen
daarvoor subsidie ontvangen, worden de door de ministeries van Buitenlandse
Zaken en Justitie beschikbaar gestelde subsidies aan deze stichtingen meegenomen
in de totaalberekening.
Een deel van de kosten, zoals de maandelijkse gift van 30 Euro voor gedetineerden
buiten Europa, de subsidies aan RN en Epafras, de kosten voor opleidingen
van consulaire medewerkers en bezoekvrijwilligers etc., zijn eenvoudig uit
de begroting te herleiden.
Naar de kosten die samenhangen met de arbeidsuren van de medewerkers die
in het buitenland de gedetineerden bezoeken en begeleiden, is door middel
van nader onderzoek en het combineren van verschillende gegevens een reële
en gedetailleerde schatting gemaakt. Het gaat hierbij om kosten die in bijna
honderd landen worden gemaakt door medewerkers die meestal slechts een deel
van hun werktijd besteden aan gedetineerdenbegeleiding. Soms moet honderden
kilometers gereisd worden voor een bezoek. Daarom is een representatieve
steekproef gebruikt waarin alle continenten, posten met veel en posten met
weinig gedetineerden en landen met verschillende detentieomstandigheden vertegenwoordigd
zijn. De handleiding overheidstarieven 2009 is als basis genomen voor de loonkosten.
In dit tarief zit een opslag voor computersystemen, huisvesting, kantoorkosten
etc. Daarnaast is gerekend met een opslag voor kosten die verband houden met
een plaatsing in het buitenland.
Niet inbegrepen zijn kosten die samenhangen met de overbrenging naar Nederland
van gedetineerden voor de voortgezette tenuitvoerlegging van hun buitenlandse
straffen en de kosten van hun resterende detenties in Nederland (het betreft
ongeveer 200 gedetineerden per jaar). Deze kosten vallen buiten de gedetineerdenbegeleiding
in het buitenland en komen voor rekening van het ministerie van Justitie.
Kosten en toelichting
BZ Budget (voor opbouw zie overzicht hieronder) | € 2 000 000,00 |
---|
Personeelskosten BZ Den Haag | € 1 426 520,00 |
Subsidies Ministerie van Justitie aan RN en Epafras met als oogmerk
gedetineerdenbegeleiding in het buitenland | € 600 000,00 |
Kosten op ambassades en consulaten | € 3 511 850,00 |
Totale kosten | € 7 538 370,00 |
Aantal gedetineerden (per 1/1/2009) | 2 580 |
Kosten per gedetineerde p.j. | € 2 920,00 |
Opbouw BZ Budget
Stichting Epafras | € 720 000,00 |
---|
Reclassering Nederland (RN) | € 525 000,00 |
Opleidingen medewerkers en vrijwilligers | € 260 000,00 |
Giften, attenties en medicijnen | € 410 000,00 |
Overige | € 85 000,00 |
Totaal | € 2 000 000,00 |
De kosten voor de begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland
liggen op gemiddeld € 2 920,00 per gedetineerde per jaar. Hiervan
drukt ongeveer € 2 690,00 op de begroting van het ministerie
van Buitenlandse Zaken. Daarnaast verstrekt het ministerie van Justitie ongeveer € 600 000,00
aan RN en Epafras, wat neerkomt op een bedrag van € 230,00 per gedetineerde.
Voor ongeveer tweederde bestaat dit bedrag van € 2 920,00
uit loonkosten. Zoals te verwachten zijn de lokale omstandigheden sterk van
invloed op de kosten die door ambassades en consulaten moeten worden gemaakt
teneinde de gedetineerden te begeleiden en te bezoeken. De verschillen in
kosten worden voornamelijk veroorzaakt door het verschil in arbeidsuren per
gedetineerde, die nauw samenhangt met de detentieomstandigheden en de reistijd
naar de gevangenissen. De meeste posten die de verantwoordelijkheid hebben
voor de begeleiding van veel gedetineerden bevinden zich in landen met grote
reisafstanden en veel verschillende locaties zodat schaalvoordelen in de begeleiding
slechts marginaal zijn.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen