30 005
Aanvulling van het inkomen van ouderen met een bescheiden inkomen en aanpassing berekening vakantie-uitkering voor uitkeringsgerechtigden (Wet inkomensaanvulling 2005)

nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL

Ontvangen 7 maart 2005

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel X worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XA

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2007 als volgt gewijzigd:

A. Artikel 8.2, onderdeel k, vervalt.

B. Artikel 8.2, onderdeel l, vervalt.

C. In artikel 8.7, eerste lid, wordt «1. Bij de toepassing» vervangen door: Bij de toepassing.

D. In artikel 8.7, eerste lid, wordt «de ouderenkorting, de aanvullende ouderenkorting, de korting voor maatschappelijk beleggen» vervangen door: de korting voor maatschappelijk beleggen.

E. Artikel 8.7, tweede lid, vervalt.

F. In artikel 8.16a, tweede lid wordt «een uitkering, tenzij voor hem de ouderenkorting geldt.» vervangen door: een uitkering.

G. Artikel 8.17 vervalt.

H. Artikel 8.18 vervalt.

I. In artikel 9.3, derde lid, wordt «de algemene heffingskorting, de ouderenkorting, de aanvullende ouderenkorting.» vervangen door: de algemene heffingskorting.

J. In artikel 10.1 wordt «8.17, 8.18, 9.4» vervangen door: 9.4.

ARTIKEL XB

De Wet op de loonbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2007 als volgt gewijzigd:

A. Artikel 21b vervalt.

B. Artikel 21c, onderdeel d, vervalt.

C. Artikel 21c, onderdeel e, vervalt.

D. Artikel 22b vervalt.

E. Artikel 22c vervalt.

F. In artikel 22d wordt «22b en 22c vermelde» vervangen door: vermelde.

G. In artikel 22d wordt «8.11, 8.16a, 8.17, 8.18 van die wet» vervangen door: 8.11 en 8.16a van die wet.

H. In artikel 24 wordt «moet worden ingehouden, met dien verstande dat voor de ouderenkorting en de aanvullende ouderenkorting beslissend is de toestand aan het einde van de kalendermaand waarin de belasting moet worden ingehouden.» vervangen door: moet worden ingehouden.

ARTIKEL XC

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden met ingang van 1 januari 2007 regelen gesteld die aan in Nederland wonende natuurlijke personen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, aanspraak geven op een financiële bijdrage van het Rijk (ouderentoeslag). Daarbij worden onder meer ook regelen gesteld voor een aanvullende financiële bijdrage voor in Nederland wonende natuurlijke personen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt met een bescheiden inkomen.

2. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overlegd.

Toelichting

Dit amendement beoogt de ouderenkorting en de aanvullende ouderenkorting uit de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 te halen en te vervangen door een toeslagenstelsel op basis van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen. Dit toeslagenstelsel kan in een algemene maatregel van bestuur worden vormgegeven. Om uitvoeringstechnische redenen kan een toeslagenstelsel pas op 1 januari 2007 in werking treden.

Noorman-den Uyl

Naar boven