nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel X worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XA
De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2007
als volgt gewijzigd:
A. Artikel 8.2, onderdeel k, vervalt.
B. Artikel 8.2, onderdeel l, vervalt.
C. In artikel 8.7, eerste lid, wordt «1.
Bij de toepassing» vervangen door: Bij de toepassing.
D. In artikel 8.7, eerste lid, wordt «de
ouderenkorting, de aanvullende ouderenkorting, de korting voor maatschappelijk
beleggen» vervangen door: de korting voor maatschappelijk beleggen.
E. Artikel 8.7, tweede lid, vervalt.
F. In artikel 8.16a, tweede lid wordt «een
uitkering, tenzij voor hem de ouderenkorting geldt.» vervangen door:
een uitkering.
G. Artikel 8.17 vervalt.
H. Artikel 8.18 vervalt.
I. In artikel 9.3, derde lid, wordt «de
algemene heffingskorting, de ouderenkorting, de aanvullende ouderenkorting.»
vervangen door: de algemene heffingskorting.
J. In artikel 10.1 wordt «8.17, 8.18,
9.4» vervangen door: 9.4.
ARTIKEL XB
De Wet op de loonbelasting 1964 wordt met ingang van 1 januari 2007
als volgt gewijzigd:
A. Artikel 21b vervalt.
B. Artikel 21c, onderdeel d, vervalt.
C. Artikel 21c, onderdeel e, vervalt.
D. Artikel 22b vervalt.
E. Artikel 22c vervalt.
F. In artikel 22d wordt «22b en 22c
vermelde» vervangen door: vermelde.
G. In artikel 22d wordt «8.11, 8.16a,
8.17, 8.18 van die wet» vervangen door: 8.11 en 8.16a van die wet.
H. In artikel 24 wordt «moet worden
ingehouden, met dien verstande dat voor de ouderenkorting en de aanvullende
ouderenkorting beslissend is de toestand aan het einde van de kalendermaand
waarin de belasting moet worden ingehouden.» vervangen door: moet worden
ingehouden.
ARTIKEL XC
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden met ingang van
1 januari 2007 regelen gesteld die aan in Nederland wonende natuurlijke
personen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, aanspraak geven op een
financiële bijdrage van het Rijk (ouderentoeslag). Daarbij worden onder
meer ook regelen gesteld voor een aanvullende financiële bijdrage voor
in Nederland wonende natuurlijke personen die de leeftijd van 65 jaar hebben
bereikt met een bescheiden inkomen.
2. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene
maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp
aan beide kamers der Staten-Generaal is overlegd.
Toelichting
Dit amendement beoogt de ouderenkorting en de aanvullende ouderenkorting
uit de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 te halen
en te vervangen door een toeslagenstelsel op basis van de Algemene wet inkomensafhankelijke
regelingen. Dit toeslagenstelsel kan in een algemene maatregel van bestuur
worden vormgegeven. Om uitvoeringstechnische redenen kan een toeslagenstelsel
pas op 1 januari 2007 in werking treden.
Noorman-den Uyl