Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 30000 nr. 55 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 30000 nr. 55 |
Vastgesteld 14 april 2008
De vaste commissie voor Economische Zaken1 en de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer2 hebben op 19 maart 2008 overleg gevoerd met minister Van der Hoeven van Economische Zaken en minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over:
– beantwoording Kamervragen inzake kernenergie (Aanhangsel Handelingen nr. 1389, vergaderjaar 2007–2008);
– de brief van de ministers van Economische Zaken en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer d.d. 12 maart 2008 inzake kernenergie (30 000, nr. 48).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
De heer Zijlstra (VVD) is in verwarring over het standpunt van het kabinet over kernenergie. De CDA-ministers van EZ en van Buitenlandse zaken hebben in een ingezonden artikel in het Financieele Dagblad van 5 februari 2008 een warm pleidooi gehouden voor kernenergie. Leiden deze verstandige uitspraken ergens toe? Gaan deze bewindspersonen ervoor zorgen dat die woorden in daden worden omgezet? Onder dit artikel ontbrak echter de handtekening van de minister van VROM. Deze minister heeft een jaar lang gezegd dat zij zich pas bij de behandeling van het SER-rapport, dat begin maart zou verschijnen, over kernenergie zou uitspreken. Opmerkelijk is dat de minister voor de televisie aangaf dat kernenergie pas na 2040 een optie was. Het lijkt erop alsof zij haar vrienden van de milieubeweging tegemoet wilde komen, die een dag tevoren waren afgehaakt. Dit is hoogst laakbaar. Kan de minister van VROM verklaren waarom zij een jaar lang roept om het SER-rapport en daar vervolgens met haar uitspraken op vooruitloopt? Probeert minister Cramer kernenergie via de achterdeur af te voeren? Waar kiest het kabinet voor: de lijn-Cramer of de lijn-Van der Hoeven? De minister van VROM stelde in een programma van BNR Nieuwsradio dat de klimaatproblematiek gigantisch is en dat de wereld afkoerst op een catastrofe. Hoe kan zij dan kernenergie als optie uitsluiten? Het lijkt erop dat zij dit probleem naar een volgend kabinet door wil sluizen om zelf schone handen te houden.
De heer Duyvendak (GroenLinks) stelt dat de huidige kerncentrales niet veilig zijn en dat het afvalprobleem niet is opgelost. Hij is het van harte eens met de uitspraak van minister Cramer in een uitzending van het NOS-journaal dat het kabinet strikte randvoorwaarden in de nieuwe Kernenergiewet moet formuleren voor de bouw van nieuwe kerncentrales. Deze uitspraak is in strijd met de uitspraak van minister Van der Hoeven dat kernenergie een optie blijft. Wat vindt het kabinet? Is het nu wel of niet een optie? Is het kabinet van plan zich te concentreren op de echte oplossing van de klimaatcrisis? Dat betekent dat niet de route van kernenergie moet worden ingeslagen, maar dat alle politieke inzet gericht moet zijn op het bevorderen van duurzame energie.
De heer Van der Ham (D66) verklaart dat zijn fractie «genuanceerd tegen» kernenergie is. Er moet fors worden geïnvesteerd in schone energie, energiebesparing en CO2-opslag. Kernenergie moet de laatste optie zijn, alleen al vanwege het tijdelement. Een nieuwe kerncentrale kan pas na 2020 klaar zijn, zelfs als nu besloten wordt tot de bouw ervan. Dat draagt niets bij aan het bereiken van de post-Kyotodoelstellingen.
Mevrouw Spies (CDA) verwijst naar een rapport van het wetenschappelijk instituut van het CDA over energietransitie. Op basis daarvan heeft de CDA-fractie een keuze gemaakt voor de wijze waarop tot 2050 in de energiebehoefte kan worden voorzien. De grootste voorkeur heeft energiebesparing, het vergroten van energie-efficiency. Op de tweede plaats moet veel meer worden geïnvesteerd in duurzame energie. Op de derde plaats komt het schoner maken van fossiele brandstoffen en op de vierde plaats kernenergie. In deze transitiefase kan de Nederlandse regering het zich niet permitteren om kernenergie als optie uit te sluiten. Bij de afweging van de voor- en nadelen is de conclusie dat de nadelen niet zo groot zijn dat kernenergie in de toekomst moet worden uitgesloten.
Het ontbreekt nog aan een oplossing voor het verwerken van het kernafval en er zijn nog veiligheidsrisico’s, maar het grote voordeel van kernenergie is dat de productie ervan vrijwel klimaatneutraal is.
Het kabinet heeft een visie op de gewenste energiemix in het vooruitzicht gesteld in het Energierapport van de SER. Daarbij moet het ook gaan over randvoorwaarden en kaders die de overheid stelt aan nieuwe kerncentrales. De overheid moet zekerheid geven over randvoorwaarden, zodat particuliere investeerders kunnen besluiten of zij investeren.
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie) stelt dat er geen nieuwe kerncentrales mogen worden gebouwd zolang er geen duurzame en betrouwbare oplossing is gevonden voor de veiligheids- en afvalproblematiek. Zij steunt daarmee de lijn die is uiteengezet in de brief van het kabinet van 12 maart. Het kabinet heeft zich ten doel gesteld dat 20% van het Nederlandse energieverbruik in 2020 duurzaam is. De focus moet daarbij gericht zijn op alternatieve bronnen van energie. Daarnaast moet worden ingezet op energiebesparing. Nu inzetten op kernenergie neemt de prikkel weg om echt werk te maken van de ontwikkeling van duurzame energie. Delen de bewindspersonen deze mening? De focus op duurzame energie betekent bovendien niet dat het zoeken naar een duurzame en betrouwbare oplossing voor het afval- en veiligheidsprobleem rond kernenergie stilstaat.
De minister van Economische Zaken pleit ervoor, kernenergie terug te zetten op de agenda met het oog op de energiebehoefte op de lange termijn. Daarbij geeft zij aan dat deze manier van energieopwekking plus- en minpunten heeft. Hoe heeft zij de verschillende voor- en nadelen van kernenergie met de huidige stand der techniek gewogen? Hoe weegt de minister de argumenten rond de relatief hoge prijs van kernenergie en de beperktheid van de uraniumvoorraden? Is leveringszekerheid met kernenergie gewaarborgd nu uranium niet altijd uit stabiele regionen afkomstig is?
De heer Jansen (SP) is tegen kernenergie maar vindt het zaak alle opties open te houden. Dat betekent dat onderzoek moet worden gedaan naar alle mogelijkheden voor energieopwekking, inclusief kernenergie. De minister van VROM meet met twee maten. Zij legt de lat hoog voor kernenergie via de nieuwe Kernenergiewet maar zet de deur wagenwijd open voor kolencentrales. Waarom is zij zo inconsequent? Zolang het CO2-probleem nog niet is opgelost, moeten er geen nieuwe kolencentrales komen. Kernenergie is een dure optie. De kapitaallasten zijn dermate hoog dat er weinig budget overblijft voor duurzame energie. Het is de vraag of Nederland in Europa het voortouw moet nemen als het gaat om kernenergie. Misschien is het beter te kijken naar de sterke punten van Nederland, zoals het efficiënt omzetten van gas in elektriciteit en warmte, windenergie en zonne-energie.
De heer Samsom (PvdA) sluit zich aan bij de opmerkingen over het tijdelement voor de bouw van een nieuwe kerncentrale. Volgens het ECN kan een centrale niet eerder dan in 2021 klaar zijn en dat is te laat om de ambities voor 2020 waar te maken. Het is dan ook niet vreemd dat kernenergie in het kabinetsprogramma Schoon en Zuinig geen rol speelt. Wel is het mogelijk om in 2020 met duurzame energiebronnen als wind op zee, wind op land en biomassa veel meer energie op te wekken dan met één nieuwe kerncentrale mogelijk is. Wat kosteneffectiviteit betreft zijn deze energievormen tegen die tijd kernenergie gepasseerd en profiteert Nederland optimaal van zijn voorsprong in kennis over waterbouw en de «bio based economy». Het denken over kernenergie staat echter niet stil. Wat de nucleaire techniek betreft is nog vooruitgang te boeken. Op termijn is er misschien nucleaire techniek voorhanden die voldoet aan de randvoorwaarden voor een acceptabele transitietechnologie. Dit zou een rol kunnen spelen tussen 2020 en 2050. Tot 2020 moet het kabinet zich richten op een transitie naar een duurzame energievoorziening. Ook aan CO2-opslag moeten scherpe randvoorwaarden worden gesteld.
De heer Graus (PVV) is een groot voorstander van kernenergie en vindt dat zo snel mogelijk gestart moet worden met de bouw van een kerncentrale. Het is goede en betaalbare energie. Partijpolitieke belangen moeten geen rol spelen bij de keuze voor kernenergie. Kernenergie is onmisbaar voor de stroomopwekking in Europa. Om de levering van stroom en energie in de toekomst te borgen, is kernenergie de belangrijkste optie, ook met het oog op de uitputting van fossiele bronnen. Bijkomend voordeel is dat kernenergie in tegenstelling tot fossiele brandstoffen niet bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Een ander argument is dat de keuze voor kernenergie Nederland onafhankelijk maakt van gas- en olieproducerende landen als Rusland. Wel moet de veiligheidsvraag nog beantwoord worden en moet er een oplossing komen voor de opslag van het zeer weinige kernafval. Belangrijk is dat geleerd wordt van het verleden. Een goed alternatief is ook energieopwekking via steenkolencentrales. Verwezen wordt naar het project voor duurzame energieopslag in Zuid-Limburg via de OPAC (Ondergrondse Pompaccumulatie-centrale).
De minister van Economische Zaken benadrukt dat in deze kabinetsperiode geen nieuwe kerncentrales worden gebouwd. Veel van de vragen over de toekomst van kernenergie tot 2050 zullen aan de orde komen bij de behandeling van het Energierapport in mei of juni, waarin het kabinet een reactie geeft op het advies van de AER «Brandstofmix in Beweging» en het recent verschenen SER-advies over kernenergie en een duurzame energiehuishouding. In het kabinetsplan Schoon en Zuinig, dat tot 2020 gaat, is kernenergie geen optie. Het kabinet sluit echter niet uit dat in de toekomst gebruik zal worden gemaakt van kernenergie. In 2010 wordt dit kabinetsplan geëvalueerd. Van belang is dat het denken over kernenergie niet stilstaat. Daarbij spelen zaken als de verwerking van het afval en het bekorten van de levensduur van het afval een rol. Voor nucleair onderzoek wordt jaarlijks ongeveer 10 mln. uitgetrokken. Voor onderzoek naar duurzame energie, naar energiebesparing en naar schoon fossiel gaat jaarlijks ongeveer 80 mln. Hieruit blijkt waar het zwaartepunt voor dit kabinet ligt. Na de behandeling van het Energierapport zal met de Kamer worden gedebatteerd over de Kernenergiewet en de randvoorwaarden die daarin worden opgenomen.
Er wordt in deze transitiefase onderzoek gedaan naar opvang en opslag van CO2: CCS (Carbon dioxide Capture and Storage). Onderzocht wordt wat de gezondheidsrisico’s en de economische risico’s zijn. Gekozen is voor een aantal grootschalige projecten in het kader van de bestemming van de Borssele-gelden.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wijst erop dat in het coalitieakkoord is afgesproken geen nieuwe kerncentrales te bouwen en Borssele open te houden. Daarvan uitgaand is in het kader van het project Schoon en Zuinig het klimaatprogramma Nieuwe energie voor het klimaat opgesteld voor de periode 2007–2020, waarbij zoveel mogelijk wordt ingezet op duurzame energieopwekking, op energiebesparing en op zo schoon en zuinig mogelijk omgaan met fossiele brandstoffen. Dit laatste houdt in dat bij nieuw te bouwen kolen- en aardgascentrales een voorziening wordt getroffen waardoor de CO2-uitstoot wordt afgevangen en opgeslagen in de bodem. Voor deze optie is gekozen omdat Nederland, als land aan de zee, gunstig gepositioneerd is voor het betrekken van kolen. Vanwege deze gunstige ligging zijn energieproducenten geïnteresseerd in vestiging in Nederland. Nederland kan hierin wereldwijd een voorbeeldfunctie hebben, zodat andere landen kunnen profiteren van de in Nederland opgedane kennis. Verder is de planning om, in lijn met wat het Wereldnatuurfonds voorstaat, 6000 MW windenergie op zee te winnen. In deze kabinetsperiode gaat het om een totaal van 450 MW.
Het Energierapport heeft betrekking op de periode tot 2050. Na 2020 zijn de technologische ontwikkelingen op het gebied van kernenergie veel verder. Dat maakt kernenergie zeker tot een optie. Het kabinetsbeleid is dan ook om alle opties open te houden in het kader van het Energierapport.
De heer Zijlstra (VVD) wil weten of de derde generatie kerncentrales een optie is in de komende jaren als blijkt dat CCS niet werkt. Kan CO2-opslag al voor 2020 worden toegepast? Wat was de reden voor de uitspraken van de minister van VROM in het interview een dag nadat het SER-rapport was uitgesteld? Was dat een poging om de «inconvenient truth» te parkeren?
De heer Duyvendak (GroenLinks) vraagt of de minister van VROM nog achter haar uitspraak in het NOS-journaal van 5 maart staat dat de bouw van kerncentrales pas een optie is als het afvalprobleem is opgelost en de veiligheid ervan gegarandeerd kan worden. Volgt zij de aanbeveling van de SER om bij een herijking van het klimaatbeleid in 2010 kernenergie als één van de vier opties mee te nemen? Is de minister van VROM van plan om in de Kernenergiewet strikte eisen voor kerncentrales op te nemen?
De heer Van der Ham (D66) citeert uit het SER-rapport dat grootschalige toepassing van CO2-opslag pas na 2015 aan de orde is. Wordt hiermee bedoeld dat in 2015 eventueel tot plaatsing van een kerncentrale wordt besloten wanneer blijkt dat CCS niet werkt? Wat vindt de minister van Economische Zaken van de diverse uitspraken van de minister van VROM in de media vooruitlopend op het SER-rapport? Wat vindt de minister van VROM van het artikel van de minister van Economische Zaken en de minister van Buitenlandse Zaken met hun visie op kernenergie?
Mevrouw Spies (CDA) vraagt of dit kabinet de discussie over de randvoorwaarden voor nieuwe kerncentrales doorschuift naar een volgend kabinet.
De heer Jansen (SP) verwacht van het kabinet bij de behandeling van het Energierapport politieke keuzes over kernenergie. Het is de vraag of het economisch gezien een verstandige keuze is om te investeren in kernenergie. Hoe denkt de minister van Economische Zaken daarover? Het ECN-rapport wijst uit dat in 2004 windenergie per MWh even duur is als kernenergie. Ziet de minister dit als een indicatie om meer in te zetten op windenergie?
De heer Jansen spreekt zich uit voor een aanscherping van de randvoorwaarden in de nieuwe Kernenergiewet.
De heer Samsom (PvdA) vraagt zich af hoe urgent het debat over de bouw van kerncentrales is. Heeft het bedrijfsleven zich al gemeld om in gesprek te gaan over de bouw van een kerncentrale? Staan er in het Energierapport scenario’s waarbij de optie kernenergie wordt uitgesloten tot 2050?
De heer Graus (PVV) vindt dat er alles aan gedaan moet worden om zo snel mogelijk te starten met de bouw van een nieuwe generatie kerncentrales.
De minister van Economische Zaken benadrukt dat bij de behandeling van het Energierapport aan de orde zal zijn of de derde generatie kerncentrales een optie is. Het is onwaarschijnlijk dat er in het Energierapport scenario’s staan waarin de optie kernenergie is uitgesloten. Afgesproken is om niet te bouwen in deze kabinetsperiode. Een volgend kabinet kan de onderhandelingen opnieuw openen.
De uitspraken van de minister van VROM in de media waren een tikkeltje voorbarig. In het Energierapport zullen zeker politieke keuzes worden gemaakt. In elk geval zal politiek worden aangeduid in welke richting een volgend kabinet moet denken of worden er scenario’s geschetst. Het kabinet zet in op investering in windenergie. De vraag hoe in de toekomst omgegaan wordt met de brandstofmix is belangrijk in het licht van een duurzame energiehuishouding in het jaar 2050. Ook kernfusie zal in het kader van 2050 aan de orde zijn. De minister wijst erop dat het bedrijfsleven uiteindelijk de economische keuze maakt om te investeren in kolencentrales of in kerncentrales. Het is echter niet voor te stellen dat het kabinet via de SDE-regeling gaat investeren in een onrendabele top.
De minister van VROM herhaalt dat de bouw van kerncentrales in deze kabinetsperiode niet aan de orde is. De bouw van kerncentrales is een optie wanneer zij veilig zijn en de afvalproblematiek afdoende is opgelost. Een volgend kabinet kan die discussie op grond van de gegevens die dan aan de orde zijn openen. In het Energierapport wordt de optie kernenergie, met de verschillende varianten, voor de lange termijn tot 2050 wel meegenomen. Dat betekent niet dat er politieke keuzes moeten worden gemaakt. De herijking in 2010 heeft betrekking op het project Schoon en Zuinig, waarbij kernenergie ook geen optie is. Het standpunt dat de minister innam een dag nadat het SER-rapport was uitgesteld, was geen bewuste politieke actie.
Wat CO2-opslag betreft zijn de experts van mening dat dit in de periode 2015–2019 op grote schaal kan worden toegepast. De energiesector is volop bereid om hieraan mee te werken. De minister kan nog niet stellig zeggen dat 2015 een datum is waarop een besluit over de bouw van een kerncentrale wordt genomen als blijkt dat CCS niet werkt. Wel is er dan des te meer reden om opnieuw de discussie over kernenergie te voeren op basis van de technologische ontwikkelingen, die dan in een veel verder stadium zijn.
De minister is voor aanscherping van de randvoorwaarden voor de bouw van kerncentrales, maar ziet geen noodzaak om dat in deze kabinetsperiode te doen. Er hebben zich immers nog geen energiebedrijven gemeld met de vraag om een centrale te mogen bouwen.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Schreijer-Pierik (CDA), Vendrik (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA), Roland Kortenhorst (CDA), Hessels (CDA), ondervoorzitter, Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Aptroot (VVD), Smeets (PvdA), Samsom (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), voorzitter, Irrgang (SP), Jansen (SP), Biskop (CDA), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Graus (PVV), Zijlstra (VVD), Besselink (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD) en Vos (PvdA).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Jan Jacob van Dijk (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Van Gennip (CDA), De Rouwe (CDA), Koşer Kaya (D66), Ulenbelt (SP), Blok (VVD), Boelhouwer (PvdA), Kalma (PvdA), Weekers (VVD), Van Dam (PvdA), Karabulut (SP), Luijben (SP), De Nerée tot Babberich (CDA), Cramer (ChristenUnie), Atsma (CDA), De Krom (VVD), Madlener (PVV), Nicolaï (VVD), Blom (PvdA), Gerkens (SP), Thieme (PvdD) en Heerts (PvdA).
Samenstelling:
Leden: Van Gent (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Poppe (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), ondervoorzitter, Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Koopmans (CDA), voorzitter, Spies (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Haverkamp (CDA), De Krom (VVD), Samsom (PvdA), Boelhouwer (PvdA), Roefs (PvdA), Neppérus (VVD), Van Leeuwen (SP), Jansen (SP), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Vermeij (PvdA), Madlener (PVV), Ouwehand (PvdD), Bilder (CDA) en Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie).
Plv. leden: Duyvendak (GroenLinks), Van der Vlies (SGP), Polderman (SP), Remkes (VVD), Jacobi (PvdA), Hessels (CDA), Koppejan (CDA), Ormel (CDA), Koşer Kaya (D66), Leijten (SP), Schreijer-Pierik (CDA), Kamp (VVD), Timmer (PvdA), Waalkens (PvdA), Vos (PvdA), Zijlstra (VVD), Langkamp (SP), Gerkens (SP), Van Beek (VVD), Schermers (CDA), Besselink (PvdA), Agema (PVV), Thieme (PvdD), Vietsch (CDA) en Ortega-Martijn (ChristenUnie).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30000-55.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.