nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING
Artikel I, onderdeel A, van het wetsvoorstel wordt als volgt gewijzigd:
1. Titel 11.1 komt te luiden: TITEL 11.1. KWALITEIT VAN WERKZAAMHEDEN
EN INTEGRITEIT VAN DEGENEN DIE DEZE WERKZAAMHEDEN UITVOEREN
2. In artikel 11.1 wordt «onder Onze Minister» vervangen door:
onder Onze betrokken Minister.
3. In artikel 11.2, eerste lid, wordt «de uitvoerders van die werkzaamheden»
vervangen door: degenen die deze werkzaamheden uitvoeren.
4. In artikel 11.2, tweede lid, onderdeel b, wordt na «grond»
ingevoegd: , organismen.
5. In artikel 11.2, tweede lid, onderdeel e, wordt na «werk»
ingevoegd: of het uitvoeren van een werk op of in de bodem.
6. In artikel 11.2, tweede lid, komt onderdeel g te luiden:
g. bemiddelen bij, beoordelen van of adviseren of rapporteren over werkzaamheden
als bedoeld in de onderdelen a tot en met f, of.
7. In artikel 11.2, derde lid, komt onderdeel a te luiden:
a. een erkenning waarmee Onze Minister, in overeenstemming met Onze betrokken
Minister, of een bij de maatregel aangewezen instantie, heeft vastgesteld
dat degene die een werkzaamheid als bedoeld in het eerste lid uitvoert voldoet
aan bij of krachtens de maatregel gestelde eisen met betrekking tot onafhankelijkheid,
deskundigheid, bekwaamheid, betrouwbaarheid, financiële draagkracht of
andere eisen waarmee de kwaliteit van de werkzaamheden en de integriteit van
degene die een werkzaamheid uitvoert kan worden bevorderd;.
8. In artikel 11.2, vierde lid, onderdeel c, wordt na «onafhankelijkheid»
toegevoegd: , deskundigheid, bekwaamheid, betrouwbaarheid, financiële
draagkracht of andere eisen waarmee de kwaliteit van de werkzaamheden en de integriteit van degene die een werkzaamheid uitvoert kan worden
bevorderd.
9. In artikel 11.2, zesde lid, wordt «uitvoerders» vervangen
door: categorieën van natuurlijke personen, rechtspersonen of instellingen
die werkzaamheden verrichten,.
10. In artikel 11.3, onderdelen a en b, wordt «uitvoerder»
telkens vervangen door: natuurlijk persoon, rechtspersoon of instelling.
Toelichting
1, 3, 7, 9 en 10.
Het begrip «uitvoerders» kan aanleiding geven tot misverstanden
gezien de verschillende betekenissen die dit begrip in de praktijk heeft.
Daarom is niet alleen in de titel maar ook op andere plaatsen in het wetsvoorstel
duidelijker tot uitdrukking gebracht dat het kan gaan om een natuurlijk persoon,
een rechtspersoon of een instelling.
2.
Volgens artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer wordt onder «Onze
Minister» verstaan: de Minister van VROM. De afwijking hiervan in titel
11.1 kan in de praktijk, bijvoorbeeld in het kader van de handhaving, leiden
tot misverstanden over de vraag welke minister in casu bevoegd is. Daarom
is dit gewijzigd in «Onze betrokken Minister» hetgeen beter aansluit
bij de overige bepalingen van de Wet milieubeheer.
4, 5 en 6.
Het voorstel van wet gaat uit van een brede benadering die zowel betrekking
heeft op werkzaamheden die direct in dienst staan van de zorg voor het milieu
als werkzaamheden die positieve of negatieve gevolgen kunnen hebben voor mens
of milieu. Ten onrechte ontbraken de stoffen en werkzaamheden die met deze
nota van wijziging alsnog aan artikel 11.2 worden toegevoegd.
8.
Deze elementen worden toegevoegd zodat meer algemeen geldende eisen kunnen
worden opgenomen in uitvoeringsbesluiten. Niet alleen eisen omtrent de onafhankelijkheid
zijn namelijk van belang maar ook eisen die betrekking hebben op de bekwaamheid,
betrouwbaarheid of financiële draagkracht.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
P. L. B. A. van Geel