29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan

Nr. 990 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS EN MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2022

Hierbij sturen wij u de «Verkenning naar infrastructuurprojecten met een grensoverschrijdende component tussen Nederland, België en Duitsland» van adviesbureau TwynstraGudde. Deze verkenning vormt een bouwsteen voor het gesprek dat wij met de buurlanden voeren over onze bredere mobiliteitsopgave.

Aanleiding voor de gesprekken met de buurlanden over grensoverschrijdende mobiliteit is de potentiële verbinding tussen de Antwerpse haven door Nederland naar het Duitse Roergebied, de zogenoemde 3RX-verbinding. Deze 3RX-verbinding (Rhein-Ruhr-Rail-connection) is een mogelijk alternatief voor de in onbruik geraakte IJzeren Rijn tussen België en Duitsland door Weert, Roermond en het natuurgebied Meinweg. Gesprekken over het reactiveren en opwaarderen van de IJzeren Rijn zijn vanwege onder meer financiële en vergunningsaspecten niet rond gekomen. Het alternatief 3RX, om tussen Roermond en Duitsland het bestaande spoor via Venlo te benutten, is in 20181 samen met de partners onderzocht.

De 3RX-verbinding pakt vooralsnog onvoordelig uit voor Nederland. Mogelijk ligt dat bij onze buurlanden anders. Om voor Nederland stappen te kunnen zetten moet een aantal voorwaarden worden ingevuld. We zijn op zoek naar een triple win voor alle drie de landen, waar financiering, inpassing, een positieve kosten-/batenverhouding en bredere afspraken over andere potentiële projecten met een grensoverschrijdende impact onderdeel van uitmaken. Daarom willen wij samen met onze buurlanden graag in breder verband en modaliteit overstijgend de toekomstige mobiliteitsopgave onderzoeken en kansrijke, nieuwe projecten nader in kaart brengen. Wij hebben het initiatief genomen om hierover met de buurlanden in gesprek te gaan.

Nederland, België, Vlaanderen, Duitsland en Noordrijn-Westfalen zullen op ambtelijk niveau spreken over inzichten in onze brede, potentiële grensoverschrijdende mobiliteitsplannen. Voorbereidend op deze gesprekken hebben wij adviesbureau TwynstraGudde gevraagd om binnen Nederland breed uit te vragen welke opgaven en potentiële projecten er zijn waarmee de internationale mobiliteit in de delta verbeterd kan worden. Met de uitkomst in de hand gaan wij samen met de buurlanden op zoek naar een triple-win2. Grote financiële investeringen in infrastructuur moeten immers lonen en voor alle betrokken partners baten opleveren. Derhalve is dit het begin van een ingewikkelde zoektocht met de buurlanden en de verkenning kan daarvoor een bouwsteen zijn. In die gesprekken zal mogelijk ook samen onderzocht moeten worden of het principe losgelaten kan worden, waarbij altijd het land de rekening betaalt in welk staatsgebied de infrastructuur moet worden aangelegd.

Deze verkenning van TwynstraGudde naar infrastructuurprojecten met een grensoverschrijdende component haalt breed het net op omtrent grensoverschrijdende mobiliteit. Hierbij is gekeken naar zowel goederen- als personenvervoer over weg, spoor en water. Daarnaast is ook gekeken naar buisleidingen. Diverse stakeholders op lokaal, regionaal en nationaal niveau zijn geraadpleegd en het betreft dan ook een breed palet aan potentiële projecten. Dat leverde in eerste instantie 75 projecten op. Deze lijst met projecten is vervolgens langs een meetlat van toetsingscriteria gelegd. Hierbij is o.a. gekeken naar financiële omvang en de ligging van een project op de hoofdstructuur. Dit levert een verkenning op waarbij uiteindelijk 14 projecten met potentie voor Nederland zijn geïdentificeerd. Tegelijkertijd is de uitkomst enkel een momentopname. De uitkomst weerspiegelt niet noodzakelijkwijs de beleidsvoornemens van het kabinet en er is vanuit IenW ook geen prioritering op aangebracht. Het is daarom belangrijk te vermelden dat de uitkomst van het rapport niet leidt tot «het wensenlijstje van Nederland», maar vooral bedoeld is om input te leveren voor de nu startende besprekingen met de buurlanden.

Ook België en Duitsland hebben hun eigen ideeën en wensen. Deze verkenning zal samen met de inbreng van de buurlanden de basis vormen voor de zoektocht naar een gezamenlijke agenda, die breder dan alleen de 3RX-verbinding kijkt naar robuuste, toekomstige verbindingen tussen de Belgisch-Nederlandse delta en het Duitse achterland. De budgettaire kaders zijn zeer krap en in lijn met het coalitieakkoord betrekken wij waar mogelijk Europese fondsen bij eventuele investeringen om betere grensoverschrijdende verbindingen te creëren.

Naast de zoektocht met de buurlanden in het kader van 3RX, zien wij de groeikansen voor Nederland ook voor een belangrijk deel in de grensregio’s. In Europees perspectief zijn dit kernregio’s waar volop kansen liggen voor economische activiteiten, werken, wonen en recreëren. Om dat optimaal te kunnen faciliteren, vinden wij goede grensoverschrijdende infrastructuur van groot belang. Daar horen bijvoorbeeld ook kortere, regionale grensoverschrijdende OV-verbindingen bij, die niet voorkomen in het rapport omdat ze in omvang niet vergelijkbaar zijn met 3RX. Wij zijn hierover veelvuldig in contact met de buurlanden om deze grensoverschrijdende infraverbindingen te verbeteren.

Wij zien ernaar uit om werk te maken van betere verbindingen met de buurlanden en zo bij te dragen aan de toekomstige bereikbaarheid van Nederland.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstukken 29 984 en 22 589, nr. 809.

X Noot
2

Kamerstuk 29 984, nr. 939.

Naar boven