Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juli 2022
Hierbij informeer ik uw Kamer over de resultaten van de opleveringstoetsen trillinghinder
voor het Tracébesluit «Extra Sneltrein Groningen-Leeuwarden» en het Tracébesluit «Derde
spoor Zevenaar-Duitse grens».
Achtergrond opleveringstoets
Voorafgaand aan de aanleg of wijziging van spoorweginfrastructuur wordt een Tracébesluit
genomen. Bij zo’n Tracébesluit wordt een onderzoek uitgevoerd naar de spoortrillingen
die ten gevolge van het nieuwe of gewijzigde spoor zullen optreden. Het onderzoek
gaat na of de trillingsniveaus die worden veroorzaakt door de nieuwe of gewijzigde
spoorinfra acceptabel zijn.
De Tracéwet (in art. 23) en de Beleidsregel trillinghinder spoor (art. 8 Bts) verplichten
tot het uitvoeren van een opleveringstoets, waarbij de daadwerkelijk optredende trillingsniveaus
worden gemeten na het gereed komen van het nieuwe of gewijzigde spoor. Daarbij wordt
beoordeeld of de niveaus in de nieuwe situatie overeenkomen met wat bij de voorbereiding
van het Tracébesluit is onderzocht. De opleveringstoets gaat na of de maatregelen
die zijn genomen, voldoende waren gezien de trillingsniveaus die nu worden gemeten.
Waar nodig dienen aanvullende maatregelen te worden getroffen.
Opleveringstoets «Extra Sneltrein Groningen – Leeuwarden»
ProRail, opdrachtnemer van het project «Extra Sneltrein Groningen – Leeuwarden» (ESGL),
heeft onderzoek laten uitvoeren naar trillingshinder.
De conclusie van deze opleveringstoets is dat geen aanvullende maatregelen nodig zijn,
omdat bij alle woningen aan de streef- en grenswaarden van de Bts wordt voldaan, zoals
ook eerder is geconcludeerd in Tracébesluit. De betrokken bestuursorganen (zeven gemeenten)
zal ik ook van deze conclusie op de hoogte stellen, conform artikel 23, lid 4, van
de Tracéwet.
Opleveringstoets «Derde spoor Zevenaar-Duitse grens»
ProRail, opdrachtnemer van het project «Derde spoor Zevenaar-Duitse grens», heeft
trillingsonderzoek laten uitvoeren.
De conclusie van deze opleveringstoets is dat met uitzondering van één woning de voorspelde
trillingssterkten niet worden overschreden. Voor betreffende woning adviseert ProRail
uitvoering van een aanvullende, doelmatige maatregel. Te weten het aanbrengen van
een zwevende vloer op de bestaande houten vloer in de betreffende woning. Ik heb dit
advies overgenomen en ProRail opdracht gegeven de maatregel uit te voeren. Het is
verder een keuze aan de woningeigenaar of hij/zij deze maatregel wil implementeren.
Voor één woning dient na ingebruikname van het derde spoor nog nader onderzoek te
worden uitgevoerd. Hiertoe heb ik eveneens aan ProRail opdracht gegeven.
Het betrokken bestuursorgaan (de gemeente Zevenaar) zal ik ook van deze conclusie
op de hoogte stellen, conform artikel 23, lid 4, van de Tracéwet.
Relatie met het nalevingsverslag geluid
Volgens artikel 20 van het Tracébesluit «Extra Sneltrein Groningen-Leeuwarden» moeten
de gevolgen van de ingebruikneming van het project ook worden onderzocht op het milieuaspect
«geluid». Dit onderzoek vindt plaats binnen de landelijke naleving van de geluidproductieplafonds.
Omdat de werkzaamheden voor dit project in 2021 gereed zijn gemeld, vindt de naleving
voor het spoor tussen Groningen en Leeuwarden plaats vanaf het kalenderjaar 2022.
Het bijbehorende onderzoek zal worden gepubliceerd in het «Nalevingsverslag geluidproductieplafonds
2022». De Minister van Infrastructuur en Waterstaat en ik bieden dit nalevingsverslag
aan de Kamer aan, naar verwachting aan het eind van 2023.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen