29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan

Nr. 979 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2022

De vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft mij op 23 maart verzocht per brief geïnformeerd te worden over het tijdpad en de besluitvorming met betrekking tot het Programma van Eisen (PvE) voor de nieuwe hoofdrailnetconcessie. Via deze brief licht ik het proces van de totstandkoming van het PvE toe en geef ik invulling aan dit verzoek.

Het PvE is een vaste (product-)stap in het concessieverleningstraject, zoals vastgesteld in de Wet Personenvervoer 2000 (Wp2000). Deze stap is voorafgegaan door het Beleidsvoornemen (reeds met uw Kamer gedeeld1) en wordt gevolgd door de (ontwerp-)concessie. In het Beleidsvoornemen is aangekondigd dat het kabinet het voornemen heeft de concessie, op grond van artikel 5, lid 6, onder ii) in de gewijzigde PSO-verordening vóór 25 december 2023, te gunnen aan NS.2 De concessie moet voldoen aan de juridische voorwaarden uit de Europese PSO-verordening. Dit gehele proces wil ik in alle redelijkheid en met aandacht voor het maatschappelijk belang doorlopen.

De functie van het PvE: nadere concretisering van het Beleidsvoornemen

Het PvE is een product dat ten behoeve van de concessieverlening wordt opgesteld. In het PvE werk ik de doelen, zoals gesteld in het Beleidsvoornemen, uit in concrete eisen die ik stel aan de voorgenomen nieuwe hoofdrailnetconcessie. Zo draagt het PvE eraan bij om tot een maatschappelijk optimale concessie te komen. Conform de Wp2000 ziet het PvE ten minste op: 1) de bereikbaarheid in het gebied waarvoor de concessie wordt verleend en op de functie van het OV voor degenen die daarvan afhankelijk zijn; 2) algemene eisen die aan het te verrichten OV worden gesteld; 3) de afstemming met het OV in aangrenzende gebieden, alsmede met andere vormen van personenvervoer; 4) de afstemming met milieudoelstellingen van de concessieverlener en 5) de te benutten infrastructurele voorzieningen.

De totstandkoming van het PvE verloopt via stakeholderbetrokkenheid, het PvE wordt tevens formeel geconsulteerd en voorgelegd aan uw Kamer

In het Beleidsvoornemen heeft mijn ambtsvoorganger de beleidsmatige stip op de horizon geschetst. Dit dient als basis voor het PvE dat ik stapsgewijs opstel. Om de maatschappelijke behoefte op te halen, is in de eerste fase ook het gesprek gevoerd met stakeholders zoals ProRail, de decentrale overheden, vertegenwoordigers van reizigers en andere vervoerders. Op basis hiervan zijn verschillende varianten van beleidskeuzes uitgewerkt. Deze zijn ter review op uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en onderlinge samenhang van de eisen uitgezet bij NS. Dit past bij haar rol als huidig en beoogd concessiehouder en de aandacht die u heeft gevraagd voor een uitvoerbaar PvE.3

De volgende fase betreft het verder uitwerken van het concept-PvE tot een versie die ter schriftelijke consultatie wordt voorgelegd aan alle relevante stakeholders, inclusief NS. Tijdens deze consultatie worden stakeholders om een schriftelijke reactie gevraagd. Zoals beschreven in het Beleidsvoornemen, is besloten niet alleen de partijen genoemd in de Wp2000 hierbij te betrekken, maar kies ik er daarnaast voor om ook een bredere consultatie te houden onder stakeholders en dus alle partijen die betrokken zijn geweest bij het informele stakeholderproces om een schriftelijke reactie te vragen. De schriftelijke inbreng van stakeholders wordt gewogen en er wordt bepaald of en hoe de eisen in het PvE worden aangepast. Zoals eerder gemeld, is tijdens dit project meermaals contact met de Europese Commissie.4

Voordat ik het PvE kan vaststellen, leg ik het voor aan uw Kamer, om de Kamer de gelegenheid te geven een oordeel te vellen over dit PvE. Het streven is om dit rond de zomer 2022 te doen. Om de inbreng van uw Kamer zorgvuldig te kunnen wegen zou ik vervolgens graag vroeg in het najaar met uw Kamer in gesprek gaan. Dit geeft mij voldoende tijd om uiterlijk in december 2022 het PvE definitief vast te stellen en tijdig bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Na vaststelling van het PvE wordt de ontwerp-concessie opgesteld

Nadat het PvE is vastgesteld, treed ik in overleg met NS over de ontwerp-concessie. In deze onderhandelingsfase wil ik op basis van het vastgestelde PvE tot een ontwerp-concessie komen, die ik net als het PvE consulteer bij stakeholders en daarna ook voorleg aan uw Kamer om u de gelegenheid te geven ook een oordeel te vellen over de (ontwerp-)concessie. Op basis hiervan kom ik uiteindelijk tot een definitieve concessie.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstuk 29 984, nr. 930.

X Noot
2

Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (Pb EU (PbEU 2007, L 315), gewijzigd door Verordening (EU) 2016/1338 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1370/2007, met betrekking tot de openstelling van de markt voor binnenlands personenvervoer per spoor (PbEU 2016, L 354).

X Noot
3

Zie ook de beantwoording van het Schriftelijk Overleg Spoor, Spoorveiligheid, ERTMS en Internationaal. Kamerstuk 29 984, nr. 957.

X Noot
4

Idem.

Naar boven