29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan

Nr. 905 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2020

Vorig jaar heb ik NS en ProRail opdracht gegeven om de resultaten van de quick scan «Versnelling verbinding Amsterdam-Berlijn» verder uit te werken (Kamerstuk 29 984 nr. 813). Voor een snellere verbinding van Amsterdam naar Berlijn bleek uit de Quick scan een drietal route-opties mogelijk kansrijk: versnellen via de huidige route, via Zwolle en via Arnhem. Binnen deze route-opties waren nog enkele variaties mogelijk in bijvoorbeeld halteringen. Middels deze brief informeer ik u over de uitkomsten van het vervolgonderzoek voor versnellingsopties op de korte en middellange termijn conform motie van het lid Amhaouch c.s. (Kamerstuk 29 984, nr. 819). De resultaten van de studie zijn bijgevoegd bij deze brief1. De lange termijn versnellingsopties worden in het Toekomstbeeld OV onderzocht, hierover wordt uw Kamer binnenkort geïnformeerd. Met verzenden van deze brief geef ik opvolging aan motie van het lid Amhaouch c.s. die de regering verzoekt om de routevarianten op de korte, middellange- en lange termijn volwaardig te onderzoeken en te komen tot een optimale combinatie van snelheid en hoeveelheid stops.

Voor de korte termijn, per dienstregeling 2021, heeft NS aangekondigd een aantal treinen tussen Amsterdam en Berlijn met 10 minuten te versnellen. Hierover is uw Kamer reeds geïnformeerd (Kamerstuknummer 29 984, nr. 902). Gezien de impact van de versnelling op het aantal beschikbare goederenpaden, betreft het een versnelling van enkele treinen per week op de meest populaire ritten van de IC Berlijn.

De meest kansrijke versnellingsvariant voor de middellange termijn, vanaf circa 2024, betreft een versnelling van een half uur op de huidige route via Deventer en Hengelo. De versnelling lijkt mogelijk door een optimaal samenspel van dienstregelingsaanpassingen, nieuw materieel en beperkte infrastructurele maatregelen. Een complexe puzzel die we gezamenlijk met de Duitse collega’s en de betrokken regio’s moeten leggen. Het streven is om alle noodzakelijke maatregelen in 2023 te realiseren zodat de versnelling per dienstregeling 2024 in kan gaan. Volgens ProRail is het ambitieus om de in Nederland benodigde infrastructurele maatregelen vóór 2024 te realiseren, maar hier zetten we ons gezamenlijk voor in. Aangezien de huidige verbinding naar Berlijn aan beide zijdes van de grens ook een nationale functie heeft, zijn de maatregelen voor de middellange termijn op dit traject no-regret. Ook als op lange termijn wordt ingezet op een snelle verbinding via Arnhem of Zwolle.

De routevarianten voor een nog snellere verbinding naar Berlijn via Arnhem of Zwolle zijn opties voor de langere termijn, want deze blijken op de middellange termijn niet haalbaar. Dit heeft te maken met beschikbare capaciteit en de benodigde grote infrastructurele werkzaamheden in zowel Nederland als Duitsland. Voor de langere termijn (na 2030) worden deze verbindingen richting Berlijn (al dan niet met overstap) in het Toekomstbeeld OV in samenhang met het nationale netwerk onderzocht. Een definitieve keuze voor de lange termijn vraagt om een zorgvuldige afweging op basis van volwaardig onderzoek, rekening houdend met aansluiting op het Duits spoornetwerk en afstemming met belangrijke stakeholders.

Afgelopen zomer heb ik met mijn Duitse collega, de heer Ferlemann, de bevindingen besproken. Ook hij onderschrijft de onderzoeksresultaten en wil zich inzetten voor de realisatie van de maatregelen in Duitsland. Tijdens het BO MIRT Oost wil ik met de regio de onderzoeksresultaten en vervolgstappen bespreken.

Ook zal ik met mijn Duitse collega de infrabeheerders vragen de goede samenwerking op dit dossier te continueren. In de MIRT-brief zal ik uw Kamer hierover informeren.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven