29 984
Spoor: vervoer- en beheerplan

nr. 80
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 oktober 2006

Op 2 december 2005 heb ik u per brief («mogelijkheden back-up-systeem verkeersleiding», Kamerstuk 29 984, nr. 23) geïnformeerd over de conclusies van een onderzoek dat ProRail heeft uitgevoerd naar de mogelijkheden voor een back-up-systeem voor de verkeersleiding. Daarbij heb ik toegezegd u nader te informeren over de uitkomsten van vervolgonderzoek door ProRail over de volgende mogelijke aanvullende maatregelen, die het risico van uitval van een treindienstleiderspost door bijvoorbeeld brand of terreur(-dreiging) kunnen beperken:

• de inrichting van een uitwijkcomputerruimte

• de inrichting van een overkoepelende, continu bemenste treindienstleiderspost (conform de suggestie van het lid Gerkens)

• de inrichting van een zogenaamde onbemenste seinzaal in de buurt van elk van de huidige 13 treindienstleidersposten

• de inrichting van een mobiele onbemenste seinzaal

Inmiddels heeft ProRail dit vervolgonderzoek uitgevoerd. Hier bijgevoegd treft u de resultaten daarvan aan («gebruik en beschikbaarheid treinbesturingssystemen», kenmerk 20639137, oktober 2006)1.

ProRail geeft daarin aan de voorkeur te hebben voor de inrichting van een dubbel nationaal computercentrum met uitwijkvoorzieningen voor alle ICT-systemen. ProRail schat in dat het hiermee mogelijk moet zijn om rond het jaar 2010 een «disaster tolerante» situatie te kunnen bereiken die voldoet aan de volgende doelstellingen:

1. zeer hoge beschikbaarheid van ICT-systemen;

2. bestendigheid tegen calamiteiten, waaronder ook vele met kleine kans en hoge impact (ProRail heeft mij naar aanleiding van de computerstoring van 20 oktober 2006 in Utrecht meegedeeld dat na ingebruikname van een het hierboven voorgestelde computercentrum niet meer tot een verstoring van de treindienst zal leiden);

3. flexibiliteit voor gebruikers: bediening mogelijk vanaf iedere locatie, met inachtneming van veiligheid en beveiliging;

4. beheer van kwaliteit en efficiency.

Deze keuze is de uitkomst van een toetsing van de hierboven beschreven mogelijke aanvullende maatregelen op de volgende selectiecriteria:

• technische en organisatorische realiseerbaarheid

• snelheid waarmee effect gesorteerd wordt

• bijdrage aan verkleining van het risico

• kosten

De eenmalige kosten van de inrichting van een dergelijk «disaster tolerant» computercentrum schat ProRail globaal in op € 10 mln. exclusief beheer en onderhoud. De kosten voor een eventuele andere organisatie van de bediening van de systemen zijn hierin niet meegenomen. Over dergelijke organisatorische voorwaarden die hiervoor nodig zijn moet nader onderzoek plaatsvinden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het tempo waarin medewerkers op een andere locatie aanwezig kunnen zijn. Ook zal mogelijk de al in uitvoering zijnde vervanging van koperkabels door glasvezel versneld moeten worden.

Overigens staat deze door ProRail voorgestelde maatregel los van de maatregelen die ProRail, onder andere met de hiervoor beschikbare FES-gelden, voorbereidt tegen terrorisme op vitale onderdelen van het spoorwegnet, zoals de 7 grote stations. Dergelijke maatregelen worden afgestemd met andere betrokken organisaties, zoals de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie.

Ik omarm de door ProRail voorgestelde inrichting van een dergelijk dubbel nationaal computercentrum met uitwijkvoorzieningen voor alle ICT-systemen. Ik zal de integrale kosten en kosten-effectiviteit, inclusief risico’s, van dit voorstel in kaart laten brengen en zoeken naar mogelijkheden om de voor de aanleg en het beheer hiervan benodigde financiële middelen vrij te maken. Op basis daarvan zal ik een definitief besluit over de realisatie van dit voorstel nemen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven