29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan

Nr. 776 MOTIE VAN DE LEDEN KRÖGER EN ZIENGS

Voorgesteld 14 juni 2018

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering een bilaterale overeenkomst tussen Groot-Brittannië en Nederland voorbereidt op korte termijn, zodat de paspoort- en bagagecontroles voor de Eurostar in Nederland kunnen plaatsvinden, en parallel hieraan een nieuw vierlandenverdrag voorbereidt met Groot-Brittannië, België en Frankrijk;

overwegende dat het nieuwe vierlandenverdrag moet worden voorgelegd en geratificeerd door Nederland en hiervoor in de planning één jaar is uitgetrokken, gerekend vanaf januari 2019, en er hierdoor geen effectieve tijdwinst wordt geboekt;

overwegende dat indien een nieuw vierlandenverdrag niet leidt tot afwijking van de Grondwet, de regering kan kiezen voor voorlopige toepassing van het verdrag in afwachting van ratificatie;

overwegende dat het Nederlandse parlement zelf kan instemmen met een voorlopige toepassing van het verdrag gedurende het proces van ratificatie, voor bepalingen die niet leiden tot afwijking van enige wettelijke regeling;

spreekt de voorkeur van de Kamer uit om een voorlopige toepassing van het verdrag te bewerkstelligen waardoor de directe treinverbinding naar Londen en douanecontroles in Nederland, conform de inhoud van het nieuwe verdrag, sneller in 2019 in plaats van 2020 opgestart kunnen worden;

verzoekt de regering tevens om, zich maximaal in te spannen het vierlandenverdrag eind 2018 gereed te hebben en de optie van een voorlopige toepassing te onderzoeken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kröger

Ziengs

Naar boven