Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 september 2015
Met deze brief reageer ik op het verzoek van de vaste commissie van Infrastructuur
en Milieu om een reactie op het bericht dat de NS bezwaar heeft ingediend tegen de
gunning van het vervoer over deze spoorlijn aan Syntus in verband met de mogelijke
uitbreiding van de samenloop1.
De provincie heeft op 16 juni de concessie Zwolle – Enschede en Zwolle – Kampen gegund
aan Syntus. In de uitvraag heeft de provincie aangegeven het op prijs te stellen als
er extra treindiensten worden aangeboden. Syntus is hiertoe bereid. NS heeft op 20 juli
jl. bezwaar aangetekend bij de provincie Overijssel over de gunning van de concessie
voor de treindienst Zwolle-Enschede aan Syntus. NS geeft aan dat haar bezwaar zich
erop richt dat in de voorlopig gegunde concessie niet vastgelegd is dat Syntus zich
aan (de uitkomst van) de procedure in artikel 2 lid 5 van de concessie voor het hoofdrailnet
(HRN) over extra samenloop dient te conformeren. Dit schept naar mening van NS juridische
onzekerheid. Syntus wil eerst de uitkomst van het bezwaar afwachten voordat zij nieuw
materieel bestelt. De provincie Overijssel heeft de zorg geuit dat hierdoor een tijdige
start van de uitvoering van de concessie in het gedrang kan komen. De gedeputeerde
van Overijssel heeft mij over die zorg geïnformeerd.
In artikel 2 lid 5 van de concessie voor het HRN staat dat uitbreiding van samenloop
op het HRN door frequentieverhoging uitsluitend mogelijk is als dit een substantiële
verbetering inhoudt voor de totale groep reizigers, het NS niet belemmert in het continueren
van de bestaande dienstverlening en in het nakomen van de verplichtingen in de concessie,
en geen substantieel financieel nadeel voor NS oplevert. Vervoerders en decentrale
overheden moeten daarover in onderling overleg. Indien de betrokken vervoerders en
decentrale overheden in onderling overleg geen overeenstemming bereiken over het uitbreiden
van de samenloop dan zal ik een beslissing nemen, na afstemming met de betrokken decentrale
concessieverlener. Dat is ook zo afgesproken met de provincie Overijssel in het kader
van de decentralisatie.
Regionale concessies zijn de verantwoordelijkheid van de regionale overheden, in dit
geval de provincie Overijssel. Provincie en vervoerders moeten in gesprek blijven
om tot een oplossing te komen. Van NS, als concessiehouder van het HRN, wordt verwacht
dat zij transparant en constructief aan het overleg met de provincie Overijssel en
Syntus deelneemt. Van de provincie Overijssel wordt verwacht dat zij de kaders voor
uitbreiding van de samenloop respecteert in zijn afspraken met Syntus. Als het nodig
is zal ik ervoor zorgen dat er een besluit komt en blijf in de tussentijd met partijen
in contact over de vorderingen.
Inmiddels is de provincie Overijssel met vertegenwoordigers van de NS en Syntus in
gesprek gegaan om tot een oplossing te komen die dusdanig is dat het bezwaar kan worden
ingetrokken.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld