29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan

Nr. 614 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 september 2015

Met deze brief reageer ik op het verzoek van de vaste commissie van Infrastructuur en Milieu om een reactie op het bericht dat de NS bezwaar heeft ingediend tegen de gunning van het vervoer over deze spoorlijn aan Syntus in verband met de mogelijke uitbreiding van de samenloop1.

De provincie heeft op 16 juni de concessie Zwolle – Enschede en Zwolle – Kampen gegund aan Syntus. In de uitvraag heeft de provincie aangegeven het op prijs te stellen als er extra treindiensten worden aangeboden. Syntus is hiertoe bereid. NS heeft op 20 juli jl. bezwaar aangetekend bij de provincie Overijssel over de gunning van de concessie voor de treindienst Zwolle-Enschede aan Syntus. NS geeft aan dat haar bezwaar zich erop richt dat in de voorlopig gegunde concessie niet vastgelegd is dat Syntus zich aan (de uitkomst van) de procedure in artikel 2 lid 5 van de concessie voor het hoofdrailnet (HRN) over extra samenloop dient te conformeren. Dit schept naar mening van NS juridische onzekerheid. Syntus wil eerst de uitkomst van het bezwaar afwachten voordat zij nieuw materieel bestelt. De provincie Overijssel heeft de zorg geuit dat hierdoor een tijdige start van de uitvoering van de concessie in het gedrang kan komen. De gedeputeerde van Overijssel heeft mij over die zorg geïnformeerd.

In artikel 2 lid 5 van de concessie voor het HRN staat dat uitbreiding van samenloop op het HRN door frequentieverhoging uitsluitend mogelijk is als dit een substantiële verbetering inhoudt voor de totale groep reizigers, het NS niet belemmert in het continueren van de bestaande dienstverlening en in het nakomen van de verplichtingen in de concessie, en geen substantieel financieel nadeel voor NS oplevert. Vervoerders en decentrale overheden moeten daarover in onderling overleg. Indien de betrokken vervoerders en decentrale overheden in onderling overleg geen overeenstemming bereiken over het uitbreiden van de samenloop dan zal ik een beslissing nemen, na afstemming met de betrokken decentrale concessieverlener. Dat is ook zo afgesproken met de provincie Overijssel in het kader van de decentralisatie.

Regionale concessies zijn de verantwoordelijkheid van de regionale overheden, in dit geval de provincie Overijssel. Provincie en vervoerders moeten in gesprek blijven om tot een oplossing te komen. Van NS, als concessiehouder van het HRN, wordt verwacht dat zij transparant en constructief aan het overleg met de provincie Overijssel en Syntus deelneemt. Van de provincie Overijssel wordt verwacht dat zij de kaders voor uitbreiding van de samenloop respecteert in zijn afspraken met Syntus. Als het nodig is zal ik ervoor zorgen dat er een besluit komt en blijf in de tussentijd met partijen in contact over de vorderingen.

Inmiddels is de provincie Overijssel met vertegenwoordigers van de NS en Syntus in gesprek gegaan om tot een oplossing te komen die dusdanig is dat het bezwaar kan worden ingetrokken.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Gekrakeel over aanbesteding spoorlijn in Telegraaf van 28 augustus 2015

Naar boven