Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 januari 2014
Op 15 januari 2014 ontving ik het verzoek om uw Kamer voorafgaand aan het algemeen
overleg Spoor op 22 januari 2014 te informeren over de voortgang van de nieuwe vervoerconcessie
voor het hoofdrailnet en daarbij in te gaan op de al gemaakte (concept) afspraken
over prestaties, de financiële paragraaf en de planning.
Op dit moment werk ik de nieuwe vervoerconcessie uit. Daarbij ontwikkel ik nog mijn
beelden over bijvoorbeeld de sturing in het kader van de Lange Termijn Spooragenda
en de doorvertaling daarvan in de concessie. Ook op andere onderwerpen bevindt de
concessie zich nog in de ontwikkelfase. Er zijn op dit moment dan ook geen gemaakte conceptafspraken, waarover ik
de Kamer kan informeren. Overigens is sprake van afspraken als na het doorlopen van
de wettelijke procedure de concessie wordt verleend en door NS wordt aanvaard. Wel
is een aantal onderwerpen voor de nieuwe concessie afgesproken ten tijde van de HSA-problematiek.
De Kamer is hierover 18 november 2011 geïnformeerd (Kamerstuk 22 026, nr. 343).
De belangrijkste financiële kaders zijn in 2011 ten tijde van de HSA-problematiek als ook eind vorig jaar, bij het maken van de Fyra-afspraken, overeengekomen.
In beide gevallen is een marktconformiteitstoets uitgevoerd. Hierover bent u ook geïnformeerd
(Kamerstuk 22 026, nr. 355 en nr. 430). Uiteindelijk moet het totaal van de uitwerking van de inhoudelijke eisen en de financiële kaders in balans zijn. Daarover kan ik uw Kamer informeren
wanneer het concept van de concessie is voltooid.
Conform het eerder met uw Kamer gedeelde proces is het mijn streven om aan het einde
van dit eerste kwartaal een concept van de vervoerconcessie voor advies te verzenden
aan de consumentenorganisaties en ProRail en voor bestuurlijke bespreking met de decentrale
overheden. Deze versie zal ook aan uw Kamer worden gezonden, als invulling van mijn
toezegging om de Kamer een concept-ontwerpconcessie te sturen. Vervolgens is het mijn
streven om na verwerking van de adviezen beide Kamers voor het zomerreces de ontwerpconcessie
te sturen voor de formele voorhang. Uiteindelijk moet de nieuwe concessie op 1 januari
2015 in werking treden.
Ik zal gelet op bovenstaand proces zoveel als mogelijk relevante ontwikkelingen meenemen.
Daarbij is de concessie het instrument om afspraken te maken over het vervoer voor
de reizigers op het hoofdrailnet en de financiële kaders waarbinnen dit vervoer wordt
aangeboden. Niet voor alle onderwerpen is de concessie het aangewezen instrument.
Het onderzoek naar kruissubsidiëring dat de Minister van Financiën uitvoert, is naar
verwachting voor het zomerreces gereed. In de reactie op de quickscan van ACM heb
ik u laten weten dat bijvoorbeeld ten aanzien van diensten en voorzieningen, wordt
gewerkt aan verankering in wet- en regelgeving die algemeen verbindend is en waarop
ACM toezicht kan houden. Overigens heeft ACM geen formele, toetsende rol ten aanzien
van de concessie.
De parlementaire enquête naar de Fyra kent een andere planning dan de concessieverlening.
Voor het winterweerprogramma (dat vanaf de winter 2011/2012 drie tot vijf jaar loopt)
heb ik u toegezegd om te bezien hoe hierop in de nieuwe concessie te sturen. Dit komt
aan de orde in het concept van de concessie.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld