29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan

Nr. 376 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 januari 2013

Met deze brief reageer ik op het verzoek van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu van 19 december 2012 om de nadere invulling van de vervoerconcessies voor het hoofdrailnet vroeg in het najaar van 2013 aan de Kamer toe te sturen met het oog op een zorgvuldige behandeling. Daarnaast informeer ik u over de vaststelling van het programma van eisen voor de nieuwe vervoerconcessie voor het hoofdrailnet.

Nu de voorhang van het beleidsvoornemen en het programma van eisen is afgerond start ik de uitwerking van een ontwerp van de nieuwe vervoerconcessie. Een goede inhoudelijke uitwerking, mede in relatie tot de Lange Termijn Spooragenda, en een zorgvuldige procesgang met ondermeer de consumentenorganisaties en decentrale overheden vraagt tijd.

Zoals ik eerder heb aangegeven streef ik er naar om het ontwerp van de nieuwe vervoerconcessie in het najaar van 2013 voor te hangen in de Eerste en Tweede Kamer. Ik probeer dit conform het verzoek van uw Kamer in het begin van het najaar, te weten oktober, te doen.

Overigens dien ik op grond van de Wet Personenvervoer 2000 het programma van eisen vast te stellen nadat het is voorgelegd aan de Tweede Kamer. Het programma van eisen is met uw Kamer besproken in het AO van 13 december 2012. Ik heb het programma van eisen vastgesteld conform de versie die ik aan uw Kamer heb voorgelegd (brief van 4 december 2012, Kamerstuk 29 984, nr. 335), met een aanpassing ten aanzien van de reikwijdte en samenloop. De passages hierover heb ik in lijn gebracht met de aangenomen moties over decentralisatie uit het VAO van 19 december 2012.

In het programma van eisen heb ik nu aangegeven dat de reikwijdte van het hoofdrailnet in de periode 2015–2025 gelijk is aan het huidige hoofdrailnet met uitzondering van de treindiensten Zwolle–Enschede, Roermond–Maastricht Randwyck en Sittard–Heerlen. Daarnaast heb ik aangegeven dat de ervaringen met decentralisatie, inclusief de effecten voor de reiziger van samenloop, in kaart worden gebracht bij de midtermreview.

Het vastgestelde programma van eisen heb ik openbaar gemaakt op de internetsite van de Rijksoverheid.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven