29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan

Nr. 238 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2010

Met deze brief ga ik in op het verzoek van de vaste commissie Infrastructuur en Milieu, d.d. 18 november 2010 (2010Z16932/2010D45910), om de Kamer voorafgaand aan het AO Spoor op 24 november nader te informeren over de werkzaamheden op het emplacement van het station Enschede. In ga in op de gevraagde elementen.

1.

De stand van zaken, scope en planning van het project.

Project emplacement station Enschede is primair een vernieuwings- en onderhoudsproject waarin tevens diverse functiewijzigingen aan de railinfrastructuur worden aangebracht. Een aantal sporen en wissels op emplacement Enschede nadert het einde van de levensduur en dient te worden vervangen. Deze gelegenheid wordt aangegrepen om de functionaliteit en layout van het emplacement te wijzigen teneinde een aantal knelpunten op te lossen en verbeteringen aan te brengen. Op verzoek van de regio wordt tevens de overstap van/naar Gronau verbeterd door het verleggen van de aanlanding van de trein van en naar Gronau. Na realisatie van het project zullen de treinen van/naar Gronau aan hetzelfde perron «kop aan kop» staan met de IC’s.

Het project dient bij aanvang van de dienstregeling 2013 gereed te zijn (december 2012). Alle betrokken partijen staan achter het plan. De feitelijke bouw start najaar 2012. De ombouw zal plaatsvinden in één grote buitendienststelling van zes weken. Hiermee worden meerdere buitendienststellingen gedurende het jaar voorkomen. De vervoerder en ProRail zijn zo in staat om helder en tijdig de reizigers te informeren over hun reismogelijkheden en kan alternatief vervoer worden ingezet.

2.

De vraag waarom, nu toch de hele beveiliging, seinen en automatische treinbeïnvloeding volledig worden herzien, niet gelijk ook de doorrijdmogelijkheid voor treinen vanuit Duitsland, Glanerbrug en Enschede De Eschmarke richting Hengelo en vice versa gerealiseerd wordt.

De doorrijdmogelijkheid voor treinen vanuit Duitsland over Enschede naar Hengelo behoort niet tot de scope van dit project. Geen van de betrokken partijen heeft deze wens kenbaar gemaakt bij het inventariseren van de klantwensen.

De stadsregio Twente heeft deze wens niet op laten nemen vanwege de extra kosten die hiermee samenhangen. Wel heeft zij gevraagd om een verbetering van de overstap van/naar Gronau op station Enschede. Deze wens is meegenomen in het project. Zie ook bij punt 1.

3.

De stand van zaken ten aanzien van de uitvoering van de motie Anker/Mastwijk over het meenemen van de inbouw van ERTMS bij groot onderhoud van grensoverschrijdende spoorlijnen, en meer specifiek toegepast op het traject Hengelo-Enschede-Gronau (Kamerstuk 32 351 nr. 8, 22 april 2010)

In mijn brief aan uw Kamer over de stand van zaken ERTMS (12 juli 2010, kamerstuk 2851) heb ik uw Kamer geïnformeerd dat de spoorsector aan mij uiterlijk in 2013 een voorstel voor een ERTMS-implementatieplan zal sturen. Aan de spoorsector heb ik gevraagd hierbij de motie van de leden Anker en Mastwijk mee te nemen.

4.

De stand van zaken van de kruisingsmogelijkheid Glanerbrug en de mogelijkheden voor koppeling van dit project aan het project emplacement Enschede.

De provincie Overijssel en de Stadsregio Twente zijn met hun Duitse partners in overleg over de wenselijkheid van de kruisingsmogelijkheid in Glanerbrug. Deze maatregel behoort in ieder geval niet tot de scope van het project emplacement station Enschede. Indien de regio, na overleg met de Duitse partners, tot het standpunt komt dat de kruisingsmaatregel uitgevoerd moet worden, dan zal dit in een aparte opdracht worden geregeld.

De minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven