nr. 191
MOTIE VAN DE LEDEN MASTWIJK EN VAN GENT
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende:
– dat het beleid van het kabinet in het teken staat van het streven
om meer reizigers gebruik te laten maken van het openbaar vervoer;
– dat de NS een belangrijke taak hebben bij het realiseren van deze
doelstelling;
– dat het direct aansluiten van de verschillende regio’s in
het land op het intercitynet daarbij een belangrijke rol speelt;
– dat ook uit een oogpunt van economische ontwikkelingen, te denken
valt aan de bereikbaarheid van bedrijven en onderwijsinstellingen, en het
voorkómen van het dichtslibben van weginfrastructuur, waarbij ook het
milieu in het geding is, de regio’s direct dienen te zijn aangesloten
op het intercitynetwerk;
– dat ook het advies van Locov aan de NS in deze zin luidt;
– dat het om die reden van belang is om de regio Zuid-Drenthe aangesloten
te laten zijn op het intercitynetwerk;
– dat de meningen over de effecten van een extra stop van de intercity
in Hoogeveen uiteen lopen, mede als gevolg van het feit dat geen inzicht bestaat
in de door de NS gehanteerde modellen;
verzoekt de regering in overleg te treden met de directie van de NS met
als doel het daarheen te leiden dat de door NS voorgestelde dienstregeling
2010 zodanig wordt aangepast dat intercity Groningen–Zwolle vice versa
twee keer per uur een stop maakt op het NS-station van Hoogeveen en de werking
van deze gewijzigde dienstregeling te herijken op het moment dat de dienstregeling
als gevolg van het gereedkomen van de Hanzelijn onder de loep wordt genomen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Mastwijk
Van Gent