Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 december 2025
In de beroepsprocedure over de gunning van de hoofdrailnetconcessie 2025–2033 (hierna:
HRN-concessie) heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in een tussenuitspraak
van 9 september jl.1 mij opgedragen om de onderhandelingen met Arriva over de Noordelijke Lijnen met onmiddellijke
ingang te hervatten en uiterlijk op 8 december 2025 de uitkomst daarvan aan het College
te melden. Ik heb uw Kamer in september jl. per brief2 geïnformeerd over de tussenuitspraak. Met deze brief breng ik uw Kamer op de hoogte
van de voortgang van de gesprekken.
Aanloop
Vervoerder Arriva heeft in december 2022 een melding gedaan bij de ACM om per dienstregelingsjaar
2025 op de trajecten Zwolle-Groningen en Zwolle-Leeuwarden stoptreindiensten en een
aantal sneltreindiensten in open toegang te gaan rijden. Arriva wilde met deze stoptreindiensten
de stoptreinen van de HRN-concessie vervangen. Destijds heeft het ministerie intensieve
gesprekken gevoerd met Arriva. Doel was om te bezien of het opentoegangvervoer met
een voldoende mate van zekerheid kon voorzien in de vereiste continuïteit voor de
reizigers en dat het vervoer gedurende de duur van de HRN-concessie 2025 – 2033 niet
zou worden afgeschaald. De toenmalige Staatssecretaris heeft eind 2023 geconcludeerd
dat opentoegangvervoer, zoals voorgesteld door Arriva, op deze trajecten op dat moment
onvoldoende zekerheid gaf voor continuïteit en kwaliteit van de treindiensten. Het
kabinet heeft daarop het besluit genomen om de stoptreindiensten onderdeel te laten
blijven van de HRN-concessie die aan de NS is gegund.3 Tegelijkertijd is aangegeven dat het ministerie in aanloop naar de midterm review
van de HRN-concessie met Arriva in gesprek zou blijven over deze verbindingen.
Gesprekken met Arriva
Naar aanleiding van de tussenuitspraak heeft mijn ministerie contact gezocht met Arriva
en een reeks gesprekken gevoerd met Arriva over hun melding uit 2022 voor treindiensten
op de Noordelijke Lijnen. Er is gesproken over het aanbod van Arriva uit 2023 en de
mate waarin dat nog steeds actueel is. Ontwikkelingen in de afgelopen twee jaar kunnen
immers aanleiding geven tot aanpassing van de plannen van Arriva. Eén van die ontwikkelingen
is de capaciteit die aan Arriva is toebedeeld om per dienstregelingsjaar 2026 een
sneltrein te rijden tussen Zwolle en Groningen. Deze uitbreiding van de hoeveelheid
treindiensten was al onderdeel van de melding uit 2022. Met veel belangstelling volg
ik de ervaringen met deze sneltrein. Ik zie het als een mooie kans om te zien hoe
opentoegangdiensten op het spoor in de praktijk werken.
Bericht aan CBb
Het ministerie en Arriva zijn samen tot de conclusie gekomen dat de tijd tot 8 december
te kort is om tot afspraken te komen nu de gesprekken concreter inhoud krijgen. Ik
heb vandaag, 8 december 2025, een brief gestuurd aan het CBb waarin ik dit heb gemeld.
Ik heb het CBb ook medegedeeld dat ik de gesprekken met Arriva en andere direct belanghebbenden
de komende tijd voortzet om tot zorgvuldige besluitvorming te kunnen komen.
Naast Arriva heeft het ministerie de afgelopen periode gesproken met ProRail, concessiehouder
NS, de provincies Drenthe, Fryslân, Groningen en Overijssel, en reizigersvereniging
Rover. Deze gesprekken gingen over de inpasbaarheid van het aanbod op het spoor, de
gevolgen van de eventuele aanpassing van de HRN-concessie en de kijk van de regio
en de reiziger. Ook deze gesprekken zullen worden voortgezet.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
A.A. Aartsen