Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2024
Naar aanleiding van het Wetgevingsoverleg Begrotingsonderzoek IenW op 3 oktober jl.
informeer ik u, naar aanleiding van vragen van het lid Veltman- (VVD), over de afronding
van de besluitvorming over het basiskwaliteitsniveau (BKN) spoor.
Op 7 juni jl. is de Kamer door het vorige kabinet geïnformeerd over de inhoudelijke
vormgeving van het BKN spoor, de maatschappelijke effecten daarvan, de urgentie om
ProRail duidelijkheid te verschaffen en de restopgave van het BKN spoor1. Het BKN spoor werd door het vorige kabinet gezien als het absolute minimum waarbij
de instandhoudingsbehoefte en de beschikbare middelen in balans zijn. Tegen deze achtergrond
heeft het vorige kabinet ProRail opdracht gegeven om de implementatie van de BKN-maatregelen
voor de periode 2026–2037 alvast zo veel mogelijk in gang te zetten.
Door de BKN maatregelen en aanvullende maatregelen zoals een hoger procentueel aandeel
in de instandhoudingskosten die vervoerders vanaf 2030 gaan betalen, resteerde een
budgettaire opgave die financieel-technisch gezien van dekking voorzien kon worden
maar beleidsrijke keuzes zou vragen in een demissionaire periode. Een beleidsrijke
keuze betrof een mogelijke schuif van aanlegmiddelen naar instandhouding, zoals ook
is gedaan ten behoeve van het BKN RWS. Gelet op de status van het vorige kabinet,
is deze keuze aan het huidige kabinet overgelaten. In de brief aan uw Kamer van 7
jl. is, onder verwijzing naar de Voorjaarsnota 2024, tevens aangegeven dat de budgettaire
verwerking van de invulling van de restopgave en de overheveling van de middelen op
de Aanvullende Post kon volgen bij de Ontwerpbegroting 2025.
De brief van 7 juni jl. over het BKN spoor is met u besproken op het CD spoor van
12 september jl.
Het kabinet heeft voorafgaand aan het gesprek over dekking eerst opnieuw gekeken naar
de inhoud van het BKN spoor. Het huidige kabinet onderschrijft de keuze van het vorige
kabinet dat het BKN spoor het minimale onderhoudsniveau is voor een beschikbaar, betrouwbaar
en veilig spoor. Het kabinet heeft in de ontwerpbegroting 2025 gekozen om de benodigde
middelen (€ 885 mln. prijspeil 2024) vrij te maken binnen het Mobiliteitsfonds. Vervolgens
zijn de resterende middelen op de Aanvullende Post overgeheveld naar het Mobiliteitsfonds.
Hiermee wordt ProRail in staat gesteld om de benodigde voorbereidingen te treffen
om het nieuwe basiskwaliteitsniveau vanaf 2026 in werking te laten treden.
Met de inzet van deze middelen kan het vastgestelde BKN spoor onverkort worden uitgevoerd
en geeft dit kabinet prioriteit aan instandhouding, zoals vastgelegd in het Regeerprogramma.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Ch.A. Jansen