29 984
Spoor: vervoer- en beheerplan

nr. 120
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 februari 2008

Hierbij bied ik u ter informatie aan1 het Vervoerplan 2008 van de Nederlandse Spoorwegen en het Beheerplan 2008 van ProRail.

Ik heb ingestemd met die onderdelen van het Vervoerplan 2008 en het Beheerplan 2008 welke aan instemming zijn onderworpen en welke als zodanig in de bijgevoegde documenten zijn aangegeven.

In de vervoerconcessie hoofdrailnet (vervoerconcessie) aan NS en de beheerconcessie hoofdspoorweginfrastructuur (beheerconcessie) aan ProRail is 1 januari 2008 benoemd als het moment waarop op outputsturing wordt overgegaan. De vervoer- en de beheerconcessie eisen dat zowel NS als ProRail uiterlijk per 1 januari 2008 daarvoor het migratietraject naar outputsturing hebben afgerond. Tot 2008 is er sprake van een combinatie van sturen op input (maatregelen die NS en ProRail nemen om prestaties te verbeteren) en output (grens- en richtwaarden voor prestatie-indicatoren). De overgang naar outputsturing betekent dat op 1 januari 2008 gestuurd wordt op de realisatie van de grenswaarden van de prestatie-indicatoren. Ik heb uw Kamer op 27 november 2007 (29 984, nr. 106) geïnformeerd over de uitkomsten van de toetsing door de Holland Consulting Group (HCG). Met deze toetsing zijn de volgende vragen beantwoord:

• is voldaan aan de eisen die zijn gespecificeerd voor migratie naar outputsturing in beheer- en vervoerconcessie (art. 20 Beheerconcessie/art. 26 Vervoerconcessie)?

• is outputsturing op basis van het huidige door ProRail respectievelijk NS gehanteerde prestatie-indicatoren (dashboard respectievelijk scorecard) in voldoende mate mogelijk (art. 6 Beheerconcessie/art. 9 Vervoerconcessie)?

Voor beide plannen geldt dat de concessies voorschrijven dat we met ingang van 2008 overgaan op outputsturing. Dit heeft consequenties voor de beide plannen zoals u die hierbij aantreft. De uitkomsten van deze toets moesten in een laat stadium nog in de plannen verwerkt worden.

Daar komt nog bij dat ik aanvankelijk niet tevreden was met de ambities die NS en ProRail in hun plannen toonden. Dat was eveneens het geval voor de in de plannen opgenomen informatie, bijvoorbeeld ten aanzien van de visie van de gerechtigden op de te leveren prestaties en de te hanteren prestatie-indicatoren. Met beide bedrijven heb ik daarover indringend gesproken en dit heeft geleid tot aanpassing van de plannen en uitbreiding van in de plannen opgenomen informatie.

Dit alles verklaart waarom ik later heb ingestemd dan gebruikelijk.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven