29 984
Spoor: vervoer- en beheerplan

nr. 12
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 augustus 2005

Naar aanleiding van de computerstoring op de treindienstleidingspost Utrecht op 6 en 7 april 2005 heeft de Kamer diverse vragen gesteld. In mijn beantwoording van deze Kamervragen (29 984, nr. 7) heb ik de toezegging gedaan u nader te informeren op het moment dat er meer duidelijkheid zou zijn over de precieze oorzaak van de computerstoring en de naar aanleiding hiervan te nemen maatregelen.

Op 2 juni 2005 heeft ProRail mij een rapportage gestuurd waarin de oorzaken, conclusies en te nemen maatregelen uiteenzet worden. Deze rapportage treft u bijgaand als bijlage1 aan. De afgelopen periode heb ik benut om mij te verdiepen in de achterliggende oorzaken en de te nemen maatregelen. Ik wil u in dit verband met name wijzen op de conclusies en maatregelen in de hoofdstukken 3 en 4 van de rapportage. Het gaat hierbij enerzijds om maatregelen die reeds worden uitgevoerd binnen het kader van het herstelplan spoor en anderzijds om additionele maatregelen die ProRail noodzakelijk acht vanwege de ernstige ontregeling van het treinverkeer door deze storing.

Gezien de oorzakenanalyse, alsmede de conclusies, en gegeven de voorgestelde maatregelen ben ik tot de conclusie gekomen dat het op dit moment niet noodzakelijk is om aanvullende maatregelen te nemen naast de reeds door de directie van ProRail geïnitieerde maatregelen.

Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven