Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 juni 2023
Als gevolg van een storing op de Verkeersleidingpost te Amsterdam heeft het treinverkeer
van en naar Amsterdam vanaf zondagmiddag 4 juni 17:00 uur tot maandagochtend 5 juni
circa 09:00 uur stilgelegen. In mijn brief van 7 juni heb ik uw Kamer over deze verstoring,
en de door ProRail en NS aangekondigde uitvoerige evaluatie, geïnformeerd1. In het Commissiedebat Spoor van 8 juni jl., heb ik, naar aanleiding van een vraag
van dhr. Madlener, toegezegd uw Kamer te zullen informeren over de inzet van vervangend
busvervoer door NS. Met deze brief doe ik aan deze toezegging gestand. De inzet van
vervangend vervoer zal nadrukkelijk ook onderdeel zijn van de aangekondigde evaluatie.
Zoals aangegeven in mijn brief van 7 juni jl., zal ik uw Kamer over de uitkomsten
hiervan informeren.
Beperkte inzet vervangend busvervoer
Ten tijde van de verstoring heeft NS in zeer beperkte mate bussen ingezet als trein
vervangend vervoer. Vanaf 19:00 uur hebben er twee bussen gereden tussen Amsterdam
en Schiphol en vanaf 22:20 uur is hier nog een derde bus bijgekomen. NS geeft aan
dat zij voor zondagnacht en maandagochtend meer bussen heeft aangevraagd bij haar
leveranciers, maar dat zij niet in staat bleken meer bussen te leveren. NS heeft ervoor
gekozen om het beperkte aantal wél beschikbare bussen als pendeldienst in te zetten
tussen Amsterdam en Schiphol om daarmee (internationale) reizigers in staat te stellen
hun vlucht te halen. NS-medewerkers hebben de beschikbaarheid van deze bussen mondeling
aan reizigers medegedeeld. Vanwege de zeer beperkte capaciteit is de inzet van deze
bussen niet breed omgeroepen.
Naast de (in dit geval zeer beperkte) beschikbaarheid van bussen en chauffeurs, spelen
volgens NS in algemene zin meerdere overwegingen een rol bij de inzet en effectiviteit
van vervangend busvervoer, waaronder de omvang van het verstoorde gebied, het aantal
gestrande reizigers, veiligheidsoverwegen en de fysieke ruimte rond de stations. Vanuit
Amsterdam bedient NS vele tientallen stations direct. Dit maakt het verzorgen van
grootschalig trein vervangend busvervoer in alle richtingen en voor een grote groep
reizigers volgens NS een onmogelijke opgave. Bovendien was rond 23:00 uur de verwachting
dat NS de treindienst nog kon opstarten. NS stelt dat tegen en in de nacht meer bussen
hadden geholpen bij het verzorgen van vervoer naar andere stations, maar dat er vanaf
dat moment te weinig treinen verder het land in reden waardoor reizigers alsnog weinig
perspectief hadden om thuis te komen. NS geeft aan dat het in die context de voorkeur
had om reizigers zoveel mogelijk op één station op te vangen om daar de inzet van
medewerkers en het beschikbaar stellen van faciliteiten voor de gestrande reizigers
te kunnen concentreren.
Het valt te begrijpen dat het organiseren van vervangend vervoer voor alle of een
substantieel deel van de reizigers bij een verstoring van deze omvang niet mogelijk
is. Dat blijkt ook uit de evaluatie van de inzet van vervangend vervoer tijdens de
(landelijke) IT-storing op 3 april 20222. Ik vind wel dat een pendeldienst van slechts twee à drie bussen heel erg summier
is en weinig handelingsperspectief bood voor die groep reizigers die minder zelfredzaam
zijn en/of geen gebruik konden maken van alternatief vervoer. Ik vind het belangrijk,
en terecht, dat NS als onderdeel van de evaluatie ook de inzet van het vervangende
busvervoer kritisch tegen het licht houdt, evenals de buscapaciteit waarover zij in
dergelijke situaties kan beschikken. Als onderdeel van de evaluatie heeft NS aangegeven
ook te zullen onderzoeken wat alternatieven kunnen zijn voor trein vervangend vervoer
in aanvulling op de inzet van bussen en/of taxi’s.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen