29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan

23 645 Openbaar vervoer

Nr. 1088 BRIEF VAN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2023

In 2020 heeft uw Kamer de brief met het voornemen om een Stationsagenda op te stellen ontvangen.1 Vervolgens is uw Kamer in juli 2022 geïnformeerd over de vervolgstappen om tot een Stationsagenda te komen. Door middel van deze brief bied ik uw Kamer de Stationsagenda met bijbehorende uitvoeringsagenda aan.

Aanleiding

Het gaat goed met de stations in Nederland, concludeerde mijn voorganger in de marktordeningsbrief van juni 2020.2 Tegelijkertijd neemt het maatschappelijke belang van stations toe als knooppunt bij een groeiend aantal vervoerders en aanbieders van (deel)mobiliteit. Ook na de coronacrisis vervullen stations een cruciale rol in het OV-systeem om meer reizigers aan te moedigen gebruik te maken van duurzame vormen van vervoer. Er is, en blijft, daarom behoefte aan een meer integrale afweging van publieke belangen op stations binnen de context van een visie op stations in 2040. Om die reden is er een Stationsagenda opgesteld waarmee die integrale afweging beter gemaakt kan worden en we in Nederland samenwerken aan het behouden en verbeteren van de kwaliteit van de stations. Dit doe ik door onder andere de ruimte voor en de samenwerking op stations met verschillende belanghebbenden verder te verbeteren. Tevens heb ik de positie van maatschappelijke initiatieven («community stations») op stations en in de stationsomgeving in de agenda meegenomen in lijn met de motie van het lid Amhaouch.3

De Stationsagenda

De Stationsagenda bevat een visie voor 2040 en beschrijft de governance, sturing en financiering rondom stations. Daarnaast is er een uitvoeringsagenda voor de komende jaren die beschrijft welke stappen worden gezet om de ambities waar te maken. Beide documenten zijn in nauwe samenspraak met ProRail en NS Stations en in afstemming met een bredere groep belanghebbenden (o.a. decentrale overheden, vervoerders) tot stand gekomen. In de aankomende jaren zullen relevante stakeholders uit de sector verder betrokken worden bij het uitvoeringstraject van de Stationsagenda.

In de Stationsagenda staan de visie en de kwalitatieve ambities voor de lange termijn beschreven die aansluiten bij de ambitie van het Toekomstbeeld OV. De visie in de Stationsagenda richt zich op het station van over ongeveer 20 jaar, gebaseerd op de inzichten die er nu zijn. In andere trajecten, zoals bijvoorbeeld bij de uitvoering van de Actie-agenda OV-knooppunten, werken we intensief samen als Rijk, decentrale overheden en de OV-sector aan het verbeteren van stations als multimodale knooppunten in relatie tot hun omgeving, waarbij de Stationsagenda en visie leidend zijn.4

Hierbij realiseer ik mij dat het toekomstbeeld onzekerheden kent. Er zullen ook de komende tijd ontwikkelingen op ons af komen, die nu nog ongewis zijn en die aanscherping van de visie, ambities en/of afspraken noodzakelijk maken. Kortom, samen met ProRail en NS Stations starten wij met elkaar een adaptief proces, waarbij gemonitord wordt of de ambities en afspraken nog passend zijn bij de ontwikkelingen van dat moment en of aanpassingen nodig zijn.

De agenda onderscheidt de volgende functies van een station:

  • 1. het station als begin- en eindpunt van een treinreis

  • 2. het station als multimodaal knooppunt

  • 3. het station als bestemming

  • 4. het station als visitekaartje voor duurzaamheid, gezondheid en innovatie, en tenslotte

  • 5. het station als verbinder in zijn omgeving.

De Stationsagenda focust zich op de publieke belangen van het station, zoals veiligheid, toegankelijkheid, fietsparkeren, deelmobiliteit en duurzaamheid. De focus op publieke belangen betekent ook dat een aantal andere onderwerpen zijn uitgesloten, zoals de exploitatie van het station, maar ook de middelen van vervoerders en de diensten en services die zij aanbieden. Deze focus maakt het mogelijk de aandacht te richten op die onderwerpen die van algemeen belang zijn, waar de uitdagingen voor de toekomst groot zijn en waar juist een gezamenlijke aanpak kan helpen om onze visie te realiseren.

Uitvoeringsagenda

In de uitvoeringsagenda zijn voor de korte en middellange termijn doelen en maatregelen bepaald over de uitvoering van de thema’s. Een aantal voorbeelden hiervan volgt hieronder:

  • Transfercapaciteit: beheersmaatregelen worden getroffen voor de meest kritische perrons. Tegelijkertijd worden gezamenlijke definities rond perronveiligheid ontwikkeld.

  • Sociale veiligheid: jaarlijks worden alle stations die lager dan een 6 scoren geanalyseerd. Deze analyse vormt de basis voor de uitwerking van verbeteropties.

  • Toegankelijkheid: vanuit het bestuursakkoord toegankelijkheid OV en het bestaande programma toegankelijkheid stations worden verschillende acties opgepakt, zoals het beter vindbaar maken van toiletten.

  • Fietsparkeren: er wordt gewerkt aan een set van nieuwe afspraken voor de exploitatie en het beheer van bewaakte fietsenstallingen, die onder andere gaan over de gewenste kwaliteit en de verdeling van exploitatiekosten.

  • Wachtvoorzieningen: jaarlijks worden de grootste verbeterkansen op stations rondom wachten geanalyseerd. Deze analyse vormt de basis voor de uitwerking van verbeteropties, beginnend bij de basis: goede beschutting.

  • Maatschappelijke initiatieven: een handboek is opgesteld en een loket is opgezet om maatschappelijke initiatieven de komende jaren beter te faciliteren.

  • Verduurzaming: we willen stations in Nederland verder verduurzamen. In kaart wordt gebracht hoe we stations verder gaan verduurzamen. Denk hierbij aan meer zonnepanelen en het toepassen van circulaire materialen.

Governance

De Stationsagenda is een beleidsagenda waarmee IenW, ProRail en NS Stations samen werken aan het verder verbeteren van de kwaliteit van stations. Dit bevestigen wij in een intentieovereenkomst. ProRail en NS Stations hebben hun onderlinge samenwerking in de uitvoering geborgd via een Publiek-publieke Samenwerkingsovereenkomst (PPS), waarin duidelijke afspraken zijn gemaakt over de verantwoordelijkheden van beide partijen. Samen met de directies van ProRail en NS Stations zal ik op regelmatige basis spreken over de voortgang en waar nodig bij sturen. Inhoudelijke bijsturing op bepaalde thema’s (zoals transferveiligheid, sociale veiligheid, toegankelijkheid, fietsparkeren) doe ik via bestaande bestuursakkoorden en afspraken.

Financiering

De acties en onderzoeken uit de Uitvoeringsagenda 2023–2024 kunnen worden gedekt uit bestaande middelen die ik in mijn begroting heb gereserveerd voor ProRail. Daarnaast dekt NS Stations een deel van de kosten die op hun terrein liggen. Infrastructurele investeringen zijn mogelijk via het reguliere begrotings-en MIRT-proces. Recent voorbeeld is de kwaliteitsimpuls op tientallen station waarin flink extra geïnvesteerd wordt door Rijk en regio.5

Ik kijk uit naar een goede samenwerking met alle stakeholders uit de sector en op basis van een jaarlijkse monitoring zal ik u over de voortgang van de Stationsagenda op de hoogte houden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Kamerstuk 29 984, nr. 899.

X Noot
2

Kamerstuk 29 984, nr. 899.

X Noot
3

Kamerstuk 35 570 XII, nr. 33.

X Noot
4

Kamerstuk 23 645, nr. 765.

X Noot
5

Kamerstuk 36 200 A, nr. 9.

Naar boven