29 944
Wijziging van de Invorderingswet 1990 en van de Wet inkomstenbelasting 2001

nr. 7
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 7 maart 2005

Inleiding

Graag dank ik de leden van de fracties van het CDA, de PvdA en de VVD voor hun inbreng voor het verslag op dit wetsvoorstel.

Europese aanbesteding

De leden van de CDA-fractie hebben begrip voor het voornemen om de voorlopige teruggaaf in de toekomst enkel nog giraal af te doen. Zij vragen wel waarom dit wetsvoorstel niet eerder in behandeling is gebracht. De maatregel had inderdaad eerder aan het parlement kunnen worden voorgelegd, bijvoorbeeld in het fiscaal pakket 2005. Gelet op de beoogde datum van inwerkingtreding van de voorgestelde maatregel voor giraal betalen (1 mei 2005), bestond daartoe evenwel geen noodzaak. Daarom is er voor gekozen om een afzonderlijk wetsvoorstel in te dienen.

De leden van de PvdA-fractie vragen waarom de chartale uitbetaling niet als eis bij de tender Europese aanbesteding is opgenomen. Waarom zou slechts één bank inschrijven als chartale uitbetaling wel een eis zou zijn geweest en kan niet bij alle banken gewoon een cheque worden geïnd en waarom zouden cheques van de Belastingdienst niet kunnen worden geïnd, zo luidden voorts hun vragen. Bij het opstellen van het programma van eisen voor de tender Europese aanbesteding betalingsverkeer Belastingdienst is onderkend dat het stellen van de eis aan een bank om chartale uitbetaling te ondersteunen een onderscheid makend en selectief effect zou hebben. Weliswaar wordt het uitschrijven en innen van cheques door de meeste banken ondersteund, echter de tarifering van cheques en de omvang van het kantorennet van banken (waar de cheques moeten worden geïnd) zijn sterk verschillend. Omdat de tender met name bedoeld was voor het verkrijgen van kosten- en procesvoordelen in het girale betalingsverkeer (bijna 130 miljoen in- en uitgaande transacties), is besloten om geen eisen te stellen voor chartale uitbetalingen (jaarlijks circa 40 000 betalingen). Wel is in de tender aan de inschrijvers gevraagd om aan te geven op welke wijze zij contante betalingen konden ondersteunen, waarbij ook andere betaalvormen dan cheques tot de mogelijkheden behoorden.

De leden van de PvdA-fractie vragen hoe tegelijkertijd een Europese aanbesteding kan uitstaan en toch al bekend kan zijn aan wie de opdracht wordt gegund. Op het moment van initiëren van dit wetsvoorstel en ook nog op het moment van aanbieden van het wetsvoorstel met de memorie van toelichting aan de Raad van State stond de tender nog uit en was nog niet bekend wie de opdracht gegund zou worden. Na ontvangst van het advies van de Raad van State waren de onderhandelingen in een dusdanig gevorderd stadium dat duidelijk was dat de opdracht gegund zou worden aan de ING Bank NV. Op dat moment is aan de tweede alinea van de memorie van toelichting een volzin toegevoegd, luidende: Inmiddels is duidelijk dat het Ministerie van Financiën de opdracht zal gunnen aan de ING Bank NV. In het nader rapport is hierop ook gewezen. Eind december 2004 is de overeenkomst met de ING Bank NV ondertekend.

De leden van de PvdA-fractie vragen voorts of de regering nader kan ingaan op de voordelen van het nieuwe contract en de voordelen die de belastingbetaler daarvan zal ondervinden. Het nieuwe contract brengt een aantal voordelen voor de Belastingdienst, op financieel gebied (lagere tarieven) en in de procesuitvoering (betere ondersteuning van het betalingsverkeer). Voor de belastingbetaler verandert er weinig, omdat deze vooral afhankelijk is van het dienstenpakket dat zijn eigen bank aanbiedt.

Kosten

De leden van de fracties van het CDA en de PvdA constateren dat dit wetsvoorstel een besparing oplevert van € 200 000 en stellen hierover enkele vragen.

Behalve cheques voor de groep van 1000 structurele gebruikers van cheques, zijn er incidentele cheques voor belastingplichtigen, die niet tijdig een rekeningnummer aan de Belastingdienst melden. Ook komt het voor dat belastingplichtigen vragen om een chequebetaling, terwijl wel een rekeningnummer bekend is. In totaal gaat het jaarlijks om 40 000 betalingen, waarvan er slechts 12 000 zijn te herleiden naar de 1000 «structurele» gebruikers.

Bij 40 000 betalingen bedragen de kosten zo'n vijf euro per betaling. Voorheen zijn deze kosten geaccepteerd met het oog op bepaalde groepen, zoals daklozen, die werden geconfronteerd met belemmeringen bij het openen van een bankrekening. Inmiddels zijn deze belemmeringen echter opgelost door het «Convenant inzake een pakket primaire betaaldiensten».

Voorts vragen de leden van de PvdA-fractie wat de reden is dat zo'n 1000 mensen vasthouden aan chartale afwikkeling. De reden daarvoor is niet met zekerheid te geven. De Belastingdienst beschikt niet over concrete informatie dienaangaande, aangezien de belastingschuldige die geen rekening opgeeft hierover geen mededeling hoeft te doen. Gedacht kan echter worden aan mensen die wel een rekening hebben, maar daarop rood staan of mensen die geen rekening hebben, maar hierover wel zouden kunnen beschikken (bijvoorbeeld daklozen).

Samenloop Awir

De leden van de CDA-fractie vragen of de regering kan ingaan op de gevolgen van het onverhoopt stokken van onderhavig wetsvoorstel voor de inwerkingtreding van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir). De voortgang van onderhavig wetsvoorstel heeft geen gevolgen voor de Awir. In de Awir is, net als nu voor de Invorderingswet 1990 wordt voorgesteld voor uitbetalingen door de ontvanger van de Belastingdienst, geregeld dat uitbetalingen door de Belastingdienst/Toeslagen alleen giraal geschieden. Het zijn als het ware parallelle bepalingen. Met het wetsvoorstel voor de Awir is de keuze al gemaakt dat uitbetalingen op basis van de Awir slechts giraal geschieden, los van welke bank als huisbankier van de Belastingdienst zal fungeren. Dat voorstel is inmiddels aanvaard door uw Kamer.

Informatievoorziening

De leden van de fracties van het CDA, de PvdA en de VVD vragen hoe de groep belastingplichtigen die steeds koos voor chartale afwikkeling wordt voorgelicht over het afschaffen van deze mogelijkheid. Deze groep belastingplichtigen zal gericht worden aangeschreven, waarbij tevens aangegeven zal worden welke alternatieven voorhanden zijn (openen van een eigen bankrekening of storting op rekening van een derde).

De Staatssecretaris van Financiën,

J. G. Wijn

Naar boven