nr. 21
AMENDEMENT VAN DE LEDEN NOORMAN-DEN UYL EN HUIZINGA-HERINGA
TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 171
Ontvangen 19 oktober 2006
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
I
Onderdeel A vervalt.
II
In onderdeel D worden aan artikel 287 twee leden toegevoegd, die luiden:
6. Indien het verzoekschrift op de voet van artikel 284, vierde lid,
door burgemeester en wethouders is ingediend, wordt het verzoek niet toegewezen
dan nadat de schuldenaar is opgeroepen om te worden gehoord. Dit geldt niet
voor zover het verzoek strekt tot het geven van een voorlopige voorziening
bij voorraad.
7. Indien het verzoekschrift op de voet van artikel 284, vierde lid,
door burgemeester en wethouders is ingediend en in het verzoekschrift of in
een daarbij gevoegde bijlage gegevens als bedoeld in artikel 285, eerste lid,
ontbreken, stelt de rechtbank burgemeester en wethouders in de gelegenheid
om binnen een termijn van een maand de ontbrekende gegevens te verstrekken.
Toelichting
Een deel van de mensen die een beroep zouden kunnen doen op een schuldsaneringsregeling
kan in omstandigheden als ontruiming, uithuiszetting, boedelverkoop of energie-
en waterafsluiting, niet in staat of onmachtig zijn om een moratorium te vragen.
In zo’n geval is het wenselijk dat het College van Burgemeester en Wethouders
de rechter om een moratorium kunnen vragen. Dat is dan in het belang van de
schuldenaar en/of diens gezinsleden. Het College van Burgemeester en Wethouders
kunnen dit doen door een voorlopige voorziening te vragen. Bij
een dergelijke aanvraag gelden alle bepalingen van de schuldsaneringsregeling
natuurlijke personen; dit brengt mee dat het College van Burgemeester en Wethouders
bij voorlopige voorziening ook een verbod kunnen vragen om energie en water
af te sluiten en kunnen verzoeken om de executie van oude vonnissen op te
schorten.
Noorman-den Uyl
Huizinga-Heringa