29 937
Wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met enkele aanvullingen op de regeling inzake de nevenbetrekkingen van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding gedurende de binnenstage

nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID DE WIT

Ontvangen 11 juli 2007

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, wordt in artikel 44 na het eerste lid, onder vernummering van de overige leden, een nieuw tweede lid ingevoegd, luidende:

2. Een advocaat kan niet tevens werkzaam zijn als rechter-plaatsvervanger of als raadsheer-plaatsvervanger.

Toelichting

Dit amendement beoogt de schijn van partijdigheid te vermijden. Deze schijn van partijdigheid kan ook bestaan wanneer een advocaat werkzaam is als rechter-plaatsvervanger en/of als raadsheer-plaatsvervanger bij een andere rechtbank of een ander gerechtshof dan de «eigen» rechtbank of het «eigen gerechtshof». Het verdient de voorkeur om iedere schijn van partijdigheid te vermijden, en het in het geheel niet mogelijk te maken dat advocaten werkzaam kunnen zijn als rechter- of raadsheer-plaatsvervanger.

De Wit

Naar boven