29 936
Regels inzake beëdiging, kwaliteit en integriteit van beëdigde vertalers en van gerechtstolken die werkzaam zijn binnen het domein van justitie en politie (Wet gerechtstolken en beëdigde vertalers)

nr. 9
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 16 augustus 2005

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2 wordt na het tweede lid een lid toegevoegd, luidende:

3. Onze Minister kan een lijst houden waarop de gegevens worden bijgehouden van tolken en vertalers die beschikken over een recente verklaring omtrent het gedrag en die wegens het ontbreken van opleidingen of het ontbreken van onafhankelijke deskundigen die de kennis kunnen toetsen, niet kunnen aantonen te beschikken over de vereiste competenties taalvaardigheid in de bron- of de doeltaal of kennis van de cultuur van het land of gebied van de bron- of doeltaal. Onze Minister kan een instelling aanwijzen die deze lijst bijhoudt.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid komt te luiden:

1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld ten aanzien van het register. Deze regels hebben in elk geval betrekking op de inhoud van en de inschrijving in het register.

b. Het tweede lid komt te luiden:

2. Om voor inschrijving in het register in aanmerking te komen dient de tolk dan wel de vertaler te beschikken over de volgende competenties:

– attitude van een tolk voor de tolk;

– attitude van een vertaler voor de vertaler;

– integriteit;

– taalvaardigheid in de brontaal;

– taalvaardigheid in de doeltaal;

– kennis van de cultuur van het land of gebied van de brontaal;

– kennis van de cultuur van het land of gebied van de doeltaal;

– tolkvaardigheid voor de tolk;

– vertaalvaardigheid voor de vertaler.

C

Artikel 8, derde lid, komt te luiden:

3. Om voor verlenging in aanmerking te komen dient de gerechtstolk dan wel de beëdigd vertaler:

a. een recente verklaring omtrent het gedrag respectievelijk een integriteitsverklaring, bedoeld in artikel 4, derde lid over te leggen;

b. aan te tonen dat hij de noodzakelijke kennis heeft bijgehouden en in de afgelopen periode als gerechtstolk of beëdigd vertaler voldoende werkervaring heeft opgedaan; en

c. een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen bedrag te voldoen.

D

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt de zinsnede «In afwijking van het eerste lid» vervangen door: In afwijking van het eerste en tweede lid.

2. In het vierde lid worden na de eerste volzin twee volzinnen ingevoegd, luidende: Ingeval geen sprake is van spoedeisende inzet van een tolk of vertaler, dient deze voorafgaand aan zijn inzet een recente verklaring omtrent het gedrag dan wel een integriteitsverklaring over te leggen. Indien het vanwege de spoedeisendheid niet mogelijk is voorafgaand aan de inzet een verklaring omtrent het gedrag over te leggen geschiedt dit na de inzet.

E

In de artikelen 31, eerste lid, en 33, eerste lid, wordt de zinsnede «als bedoeld in artikel 28, eerste lid» vervangen door: als bedoeld in artikel 28, eerste en tweede lid.

F

Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt de zinsnede «van rechtswege aangemerkt» vervangen door «ingeschreven». De laatste volzin wordt vervangen door: De periode als bedoeld in artikel 8, eerste lid, vangt aan met ingang van de dag van bekendmaking van het besluit tot inschrijving.

b. In het tweede lid wordt de zinsnede «van rechtswege aangemerkt» vervangen door «ingeschreven». De laatste volzin wordt vervangen door: De periode als bedoeld in artikel 8, eerste lid, vangt aan met ingang van de dag na de dag van bekendmaking van het besluit tot inschrijving.

c. In het derde lid wordt de zinsnede «van rechtswege aangemerkt» vervangen door «ingeschreven». De laatste volzin wordt vervangen door: De periode als bedoeld in artikel 8, eerste lid, vangt aan met ingang van de dag na de dag van bekendmaking van het besluit tot inschrijving.

d. Het vierde lid komt te luiden:

4. Indien een persoon als bedoeld in het tweede of derde lid, in aanmerking wil komen voor verlenging van de inschrijving als bedoeld in artikel 8, eerste lid, dient hij tevens te voldoen aan de eisen voor inschrijving zoals opgenomen in de artikelen 3, eerste lid, 5 en 6.

e. Na het vierde lid wordt een nieuw lid ingevoegd luidende:

5. Op het bepaalde in het eerste tot en met het derde lid kan ten hoogste tot twee jaren na de dag van inwerking van deze wet een beroep worden gedaan.

Toelichting

Deze nota van wijziging strekt ertoe enkele wijzigingen door te voeren in het wetsvoorstel gerechtstolken en beëdigd vertalers.

Allereerst wordt in artikel 2 de mogelijkheid geboden dat ten aanzien van tolken en vertalers een lijst wordt bijgehouden wanneer zij, wegens het ontbreken van taalopleidingen of het ontbreken van opleidingen ten aanzien van de cultuur van het land of gebied van de bron- dan wel doeltaal en het ontbreken van deskundigen die deze kennis kunnen vaststellen, niet in aanmerking komen voor inschrijving in het register. Verder worden in artikel 3 de kwalificaties vervangen door competenties. Met betrekking tot de verlenging van de aanvraag wordt de grondslag opgenomen op grond waarvan aan de gerechtstolk en de beëdigd vertaler een bijdrage gevraagd kan worden. Voorts wordt de verklaring omtrent het gedrag (vog) voorgeschreven in bepaalde gevallen waarbij gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid af te wijken van de afnameverplichting zoals opgenomen in artikel 28. Het overgangsrecht ten aanzien van de beëdigde vertalers is aangepast waardoor sprake is van een grotere mate van eerbiedigende werking.

Artikelsgewijs

A

Op grond van het wetsvoorstel is het voor tolken en vertalers die over de vereiste competenties beschikken mogelijk als gerechtstolk of als beëdigd vertaler in het register ingeschreven te worden. Zoals de leden van de leden van de fractie van de PvdA in het verslag stellen, is het niet voor alle tolken en vertalers mogelijk aan te tonen over de vereiste competenties te beschikken. Voor sommige talen is (nog) geen taalopleiding beschikbaar en kan wegens het ontbreken van onafhankelijke deskundigen ten aanzien van de desbetreffende taal de taalvaardigheid in de taal ook niet langs andere weg worden vastgesteld. Voor de afnemers van tolk- en vertaaldiensten is het, indien geen gerechtstolken of beëdigd vertalers beschikbaar zijn, waardevol indien zij kennis kunnen nemen van de namen van deze tolken en vertalers. Hiertoe wordt in het derde lid aan de minister van Justitie de bevoegdheid toegekend een lijst bij te houden waarop de gegevens van deze tolken en vertalers worden bijgehouden. In verband met het waarborgen van de integriteit dienen deze tolken en vertalers over een recente verklaring omtrent het gedrag te beschikken. De tolken en vertalers wiens namen op deze lijst worden bijgehouden zijn geen gerechtstolk of beëdigd vertaler. Het in het wetsvoorstel ten aanzien van gerechtstolken en beëdigd vertalers bepaalde is op hen derhalve niet van toepassing.

B

Naar aanleiding van vragen van leden van verschillende fracties zijn overeenkomstig het advies van de Raad van State de competenties waaraan tolken en vertalers dienen te voldoen teneinde in het wetsvoorstel opgenomen te worden aangepast. Op deze wijze wordt inzichtelijk gemaakt dat aan vertalers geen eisen ten aanzien van kennis van het straf- of vreemdelingenrecht gesteld worden. In de algemene maatregel van bestuur zal worden uitgewerkt welke opleidingen deze competenties bevatten. In het wetsvoorstel werd gesproken van kwalificaties. Naar aanleiding van het advies van de Commissie Kwaliteitseisen Tolken en Vertalers wordt thans gesproken van competenties daar dit beter aansluit ten aanzien van de praktijk van tolken en vertalers. Bij de competenties wordt gesproken van kennis van de brontaal en kennis van de doeltaal. Dit hoeft niet het Nederlands te zijn. Op deze wijze is het bijvoorbeeld mogelijk om ook als gerechtstolk voor de taalrichting Frans-Engels ingeschreven te worden of als beëdigd vertaler voor de taalrichting Turks-Deens.

C

Aangezien ook bij de verlenging van de inschrijving kosten gemaakt worden, is in het wetsvoorstel een grondslag opgenomen voor een bijdrage. Het bedrag van de bijdrage zal in de algemene maatregel van bestuur worden vastgelegd.

D

In het wetsvoorstel is in artikel 28, derde lid, de mogelijkheid opgenomen voor afnemers van tolk en vertaaldiensten af te wijken van de afnameverplichting zoals opgenomen in het eerste en tweede lid van artikel 28. Het betreft twee gevallen. Ten eerste het geval dat het register geen gerechtstolk of beëdigd vertaler bevat in de gewenste taalrichting en ten tweede het geval dat het register de desbetreffende persoon wel bevat, maar dat deze gezien de vereiste spoed niet tijdig aanwezig kan zijn. Ten aanzien van tolken en vertalers die vallen onder het eerste geval is via de nota van wijziging een bepaling opgenomen waardoor deze personen voorafgaand aan hun inzet eerst een vog dienen over te leggen. Ingeval vanwege de spoedeisendheid geen mogelijkheid bestaat de vog voorafgaand aan de inzet over te leggen, dan geschiedt dit na de inzet.

E

Via deze aanvulling wordt buiten twijfel gesteld dat ook instellingen die door Onze Minister worden aangewezen een gerechtstolk of een beëdigd vertaler kunnen verzoeken voorafgaand aan de inzet een recente vog over te leggen.

F

Een andere aanpassing betreft het overgangsrecht ten aanzien van de beëdigde vertalers. Via de aanpassing van de overgangsbepaling behoeven de beëdigd vertalers na vijf jaar niet aan te tonen aan de inschrijvingscriteria te voldoen. Wel dienen zij een verklaring omtrent het gedrag over te leggen en aantonen de vakkennis te hebben bijgehouden. Een overgang van de beëdigde vertalers naar het register die van rechtswege plaatsvindt is niet mogelijk aangezien eerst een vog overgelegd dient te worden. Voor wat betreft de bekendmaking van de inschrijving is de terminologie van het overgangsrecht in overeenstemming gebracht met de terminologie van de Algemene wet bestuursrecht. Teneinde helderheid te bieden omtrent de termijn waarbinnen op het overgangsrecht een beroep kan worden gedaan is hiertoe een termijn opgenomen.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk

Naar boven