29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD

Nr. 95 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2012

Tijdens het algemeen overleg over het intrekken van de Verklaring van geen bezwaar (VGB) op 21 maart jl. (Kamerstuk 33 000 X, nr. 80) heb ik toegezegd de Kamer te informeren over de afhandeling van de 78 zaken die bij het dynamiseren van het veiligheidsonderzoek aan het licht zijn gekomen. Met deze brief voldoe ik aan de toezegging.

Intrekken VGB

Ik heb de Kamer op 28 oktober 2011 (Kamerstuk 29 924, nr. 71) geïnformeerd over de voorlopige resultaten van het zogenoemde dynamiseren van de controle van de justitiële en politiegegevens van militairen die in bezit zijn van een VGB. Na de controle van de gegevens van defensiewerknemers bleek dat bij tweehonderd medewerkers nader onderzoek nodig was. In de brief van 13 maart jl. (Handelingen TK 2011–2012, Aanhangsel nr. 1813) heb ik uiteengezet dat in 78 van deze gevallen intrekking van de VGB aan de orde kon zijn. Intussen is het nader onderzoek voltooid. Na de beoordeling van onder meer de zienswijze van de desbetreffende medewerker is in 22 gevallen de VGB niet ingetrokken. Van 43 medewerkers is de VGB wel ingetrokken. Elf gevallen betroffen houders van een VGB die Defensie hebben verlaten of een functie vervullen waarvoor een VGB niet nodig is. Vanwege bezwaar- en beroepsmogelijkheden is de intrekking van één VGB nog niet voltooid en in één geval was sprake van een persoonsverwisseling bij de controle van de gegevens.

Beleidsregel

Bij de beoordeling of een VGB kan worden verstrekt of juist moet worden ingetrokken worden beleidsregels gehanteerd. Onlangs is de beleidsregel verder verbeterd en waar mogelijk in overeenstemming gebracht met de beleidsregels van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

Na beoordeling door de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten wordt de beleidsregel gepubliceerd in de Staatscourant. Ik verwacht dat vanaf 1 januari 2013 kan worden gewerkt met de nieuwe beleidsregel.

De minister van Defensie, J. S. J. Hillen

Naar boven