Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 29924 nr. 80 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | 29924 nr. 80 |
Vastgesteld 27 maart 2012
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 9 februari 2012 inzake het rapport van de CTIVD inzake eerdere aanbevelingen van de commissie betreffende de MIVD (Kamerstuk 29 924, nr. 77).
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 23 maart 2012. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Van Beek
Adjunct-griffier van de commissie, Lemaier
1
Waarom geeft u aan dat de aanbeveling die betrekking heeft op de samenwerking tussen de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de Koninklijke Marechaussee op korte termijn besproken zal worden met betrokken partijen, terwijl deze aanbeveling reeds in 2007 gedaan is? Is het waar dat u reeds in 2007 heeft aangegeven de door de CTIVD geopperde wetswijziging van artikel 60 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) te bezien met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ter gelegenheid van de eerstvolgende wetswijziging van de Wiv 2002? Waarom heeft u destijds aangegeven deze aanbeveling over te nemen maar is er kennelijk sindsdien niets gebeurd?
Sedert de aanbeveling door de CTIVD en mijn reactie daarop is de samenwerking tussen MIVD en AIVD verder geïntensiveerd. De diensten werken vergaand samen binnen de Unit Contraproliferatie en het Team Caribisch Gebied. Voorts is er sedert 2007 structureel en intensief overleg tussen de leiding van beide diensten, zowel op het niveau van dienstleiding als op het niveau direct daaronder (de managementteams van beide diensten). Daarnaast vindt op werkniveau intensief overleg plaats in nagenoeg alle disciplines. In die overlegfora wordt tevens bezien waar en hoe afstemming met de KMar door een of beide diensten noodzakelijk is waar het gaat om de informatieverstrekking door de Kmar in de gevallen die tot het werkgebied van de MIVD en AIVD behoren. Mede naar aanleiding van rapport 28 van de CTIVD is op dit moment een wijzigingstraject van de Wiv 2002 in voorbereiding. In dit traject komen de aanbevelingen van de CTIVD aan de orde.
2
Wat zijn de voordelen van het nieuwe geautomatiseerde systeem? Zijn er ook kostenvoordelen?
De voordelen van het nieuwe, geautomatiseerde systeem zijn onder meer versnelling van het proces, voortgangsbewaking en procesbeheersing, verbetering registratiediscipline en archiefvorming, betere terugvindbaarheid van informatie (geen papieren dossiers meer) en verbeterde sturingsinformatie voor het management. In een volgende fase wordt een aantal automatische koppelingen aangebracht waardoor het opvragen van informatie uit externe systemen wordt versneld. Mogelijk leidt dit tot enige personele besparing en dus tot kostenbesparing. In dit stadium valt dat nog niet aan te geven.
3
Wanneer zal de MIVD een nieuwe beleidsregeling voor wat betreft de beoordeling van justitiële gegevens hebben? Waarom is het noodzakelijk dat de beleidsregeling uit 1997 wordt vervangen?
De huidige beleidsregeling is vijftien jaar oud en er is inmiddels jurisprudentie ontstaan. De verwachting is dat de nieuwe regeling nog in 2012 wordt ingevoerd.
4
Worden er nog steeds militairen naar Afghanistan uitgestuurd zonder hernieuwd veiligheidsonderzoek?
Van alle uit te zenden militairen worden direct voorafgaande aan de uitzending in ieder geval de justitiële antecedenten extra getoetst. Militairen die in hun uitzendfunctie een hoger veiligheidsmachtigingsniveau nodig hebben, krijgen voorafgaande aan de uitzending een volledig hernieuwd veiligheidsonderzoek. Er wordt niet standaard een volledig veiligheidsonderzoek uitgevoerd van alle uit te zenden militairen.
5, 7 en 8
Er wordt gesteld dat er zo veel als mogelijk gekomen wordt tot wederzijdse erkenning van de door de MIVD en AIVD afgegeven Verklaringen van Geen Bezwaar (VGB). In welke gevallen is dit niet mogelijk?
Worden de suggesties van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten over verdere samenwerking tussen de AIVD en de MIVD overgenomen?
Wijken de VGB’s van de MIVD en de AIVD af voor dezelfde persoon? Houdt erkenning van «elkaars VGB’s» in dat verschillende criteria worden gehanteerd voor de beoordeling?
Een VGB heeft betrekking op de vervulling van een vertrouwensfunctie op een veiligheidsmachtigingsniveau. In die zin wijken VGB’s verstrekt door AIVD of MIVD niet van elkaar af. De beleidsregelingen (criteria) wijken op onderdelen wel van elkaar af omdat ten aanzien van risicovol gedrag voor de nationale veiligheid er verschillen bestaan tussen Defensie en de civiele sector. In een brief aan de Tweede Kamer (kamerstuk 29 876, nr. 21) heeft de minister van Binnenlandse Zaken in verband hiermee opgemerkt dat deze verschillen een uiteenlopende aandacht voor en beoordeling van bepaalde antecedenten rechtvaardigen. Het is dus niet zonder meer mogelijk te spreken van wederzijdse erkenning. Bovendien kunnen vertrouwensfuncties niet zonder meer aan elkaar worden gelijkgesteld. Waar mogelijk maakt de dienst maximaal gebruik van de onderzoeken die reeds door de andere dienst zijn verricht. MIVD en AIVD zoeken doorlopend naar mogelijkheden om de samenwerking, ook op het gebied van veiligheidsonderzoeken, te verbeteren en te intensiveren.
6
Heeft de MIVD nu rechtstreeks toegang tot strafvorderlijke gegevens en gegevens uit politieregisters?
De MIVD heeft geen rechtstreekse toegang tot de gegevens van Justitie. Gegevens kunnen niet zonder tussenkomst van een medewerker van Justitie worden verkregen. Defensie levert Justitie op dit moment elke drie maanden de gegevens aan van alle vertrouwensfunctionarissen. Justitie toetst deze op wijzigingen in de justitiële gegevens sedert de laatste toetsing. Defensie streeft naar een automatische rapportage vanuit Justitie indien zich een wijziging voordoet in de justitiële documentatie van een defensiemedewerker. Naar verwachting is dit eind 2012 mogelijk. De toegang tot politiegegevens verloopt via de Koninklijke Marechaussee.
9
Als «elkaars protocollen en systemen» worden bezien en eventueel overgenomen, betekent dit dat de persoonsgegevens zelf niet worden uitgewisseld?
Nee, persoonsgegevens worden – waar noodzakelijk – uitgewisseld. Zo verzoekt de MIVD altijd om een toetsing (naslag) bij de AIVD in het kader van een veiligheidsonderzoek om te bezien of een persoon voorkomt in de systemen van de AIVD. Verder verloopt de navraag bij langdurig verblijf in het buitenland altijd via de AIVD. Ook daarvoor is het nodig dat de persoonsgegevens aan de AIVD worden verstrekt. Het gaat daarbij overigens niet om alle gegevens die bij de diensten over iemand bekend zijn, maar uitsluitend om gegevens die nodig zijn voor de naslag door de andere dienst.
10
Welke gespecialiseerde eenheid van de Koninklijke Landmacht verhoort gedetineerden?
De Koninklijke Landmacht heeft gespecialiseerde Field Humint teams die de ondervragingen van gedetineerden uitvoeren. Deze Field Humint teams maken deel uit van het 105 Field Humint Eskadron.
11
Wat is de taakomschrijving van het onderdeel van de Koninklijke Marechaussee dat werkzaamheden gaat verrichten ten behoeve van de MIVD? Vallen daar inlichtingen en veiligheidstaken onder en zo ja, vereist dat een (nieuwe) wettelijke grondslag?
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29924-80.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.