29 924
Toezichtsverslagen AIVD en MIVD

nr. 46
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 maart 2010

In het vragenuur van 9 februari jl. (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2009–2010, nr. 52) heb ik u toegezegd schriftelijk uiteen te zetten op welke wijze de procedure veiligheidsonderzoeken verloopt, wat mijn bevoegdheid is en wat de rol is van de bezwarencommissie. Hierbij voldoe ik aan deze toezegging. Tevens wil ik u informeren over de toetsingscriteria aan de hand waarvan ik besluit of een verklaring van geen bezwaar (VGB) wordt verstrekt, gehandhaafd danwel ingetrokken.

Vertrouwensfuncties

Op grond van de Wet veiligheidsonderzoeken (WVO) (Stb 1996, nr. 525) heeft Nederland aan een aantal functies, zowel binnen als buiten de overheid, de status «vertrouwensfunctie» toegekend. Deze status wordt toegekend door de minister die verantwoordelijk is voor het beleidsterrein waarop een vertrouwensfunctie wordt uitgeoefend. Het gaat daarbij uitsluitend om functies waarbij het risico bestaat dat de nationale veiligheid kan worden geschaad. Binnen Defensie worden de vertrouwensfuncties door mij vastgesteld.

De kennisname van staatsgeheimen vormt de meest voorkomende reden voor aanwijzing van een functie als vertrouwensfunctie. Daarnaast worden bepaalde functies met het oog op de vereiste ambtelijke integriteit aangewezen als vertrouwensfunctie. Een medewerker kan in gevolge de WVO pas worden tewerkgesteld op een vertrouwensfunctie als een VGB is afgegeven. Deze verklaring van geen bezwaar wordt afgegeven nadat de werknemer is onderworpen aan een veiligheidsonderzoek.

Bij het ministerie van Defensie behoren alle militaire functies en circa 85 procent van de burgerfuncties tot de vertrouwensfuncties. Daarnaast bestaat er een wisselend aantal vertrouwensfuncties bij bedrijven die gerubriceerde opdrachten van het ministerie van Defensie uitvoeren. De veiligheidsonderzoeken worden voor werknemers binnen Defensie uitgevoerd door de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD).

Proces van veiligheidsonderzoeken

Het wettelijke criterium voor weigering of intrekking van de VGB is het ontbreken van voldoende waarborgen dat de werknemer onder alle omstandigheden de uit de vertrouwensfunctie voortvloeiende plichten getrouwelijk zal volbrengen, of indien het veiligheidsonderzoek onvoldoende gegevens heeft kunnen opleveren om daar een oordeel over te geven.

Tijdens een veiligheidsonderzoek onderzoekt de MIVD onder meer de justitiële gegevens, de gedragingen en de omstandigheden van een persoon die relevant zijn voor het functioneren. De indicatoren voor beoordeling van de persoonlijke gedragingen en omstandigheden zijn uitgewerkt in de eerder aan de Kamer aangeboden Leidraad Persoonlijke gedragingen en omstandigheden (Kamerstuk 29 924, nr. 40 van 27 oktober 2009). Voor de beoordeling van justitiële antecedenten worden afhankelijk van de situatie twee ministeriële beleidsregelingen gebruikt. Dit zijn een beleidsregeling voor de Koninklijke marechaussee (KMar) en een voor het overige Defensiepersoneel. Bij de KMar wordt de VGB geweigerd of ingetrokken bij een veroordeling voor een misdrijf of in sommige gevallen een overtreding. In de beleidsregeling voor het overige defensiepersoneel is bepaald dat een VGB onder meer wordt geweigerd dan wel ingetrokken bij een of meer veroordelingen tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer, en bij een veroordeling voor onder meer geweld, zeden- of drugsdelicten. Naast de expliciet in de beleidsregeling genoemde strafbare feiten kunnen andere strafbare feiten gelet op de aard van de vertrouwenfunctie leiden tot een weigering van de VGB. Hierbij kan gedacht worden aan iemand die veroordeeld is wegens een financieel delict en solliciteert naar een financiële functie.

De MIVD maakt bij het uitvoeren van veiligheidsonderzoeken gebruik van tal van bronnen, zoals justitiële en politiegegevens, financiële informatiebronnen en basisadministraties van de overheid. Voorts kunnen referenten worden gehoord in het kader van het veiligheidsonderzoek, zoals de commandant van de werknemer. Het oordeel van de commandant over het functioneren van de werknemer staat echter los van de vraag of de VGB kan worden afgegeven. Het gaat immers om de afweging van een veiligheidsrisico in het kader van de nationale veiligheid, en niet om een beoordeling van het functioneren.

Het veiligheidsonderzoek wordt periodiek herhaald. Daarnaast voert de MIVD een hernieuwd veiligheidsonderzoek uit als de werknemer of de commandant melding doet van incidenten of laakbaar gedrag, of als de MIVD anderszins omstandigheden zijn gebleken die daartoe aanleiding geven.

Intrekkingen en weigeringen

In de onderstaande tabel zijn opgenomen de aantallen gevallen van intrekkingen en weigeringen van een VGB in de jaren 2007, 2008 en 2009:

200720082009
Weigeringen20089144
Intrekkingen12615

Wanneer de MIVD op basis van het veiligheidsonderzoek concludeert dat er onvoldoende waarborgen zijn dat de werknemer de vertrouwensfunctie onder alle omstandigheden getrouwelijk zal vervullen, adviseert de MIVD tot een weigering dan wel intrekking van de VGB te besluiten. Een besluit tot intrekking wordt altijd voorafgegaan door een voornemen. Het biedt de werknemer de kans zijn of haar visie op dit voornemen kenbaar te maken, waarna het voornemen heroverwogen kan worden. Tegen de intrekking of weigering van de VGB kan bezwaar worden gemaakt bij een onafhankelijke bezwarencommissie.

Bezwaar en beroep

Deze bezwarencommissie hoort de werknemer en de MIVD en bekijkt het dossier. Op basis hiervan adviseert zij mij over het bezwaar. Hierop wordt het besluit door of namens mij gehandhaafd of herzien. Tegen dit besluit kan de werknemer beroep aan tekenen bij de rechtbank en hoger beroep bij de Raad van State.

Indien bij het indienen van een bezwaar al op voorhand blijkt dat het bezwaar gegrond moet worden verklaard of dat het bezwaar niet ontvankelijk is wegens het verlopen van de bezwaartermijn, wordt het bezwaar direct afgedaan zonder advies te vragen van de bezwarencommissie.

Voor de jaren 2007, 2008 en 2009 gelden de navolgende cijfers inzake de door de Bezwarencommissie Veiligheidsonderzoeken verstrekte adviezen en mijn beslissingen in deze zaken, tussen haakjes staat het aantal keer dat ik afgeweken ben:

200720082009
Uitgebracht Adviezen301719
Advies Bezwaar ongegrond21 (0)13 (0)9 (0)
Advies Bezwaar gegrond7 (2)3 (1)10 (4)
Advies Bezwaar niet ontvankelijk2 (0)1 (0)0

De bezwarencommissie heeft in 2007–2009 in 66 bezwaarzaken geadviseerd. In totaal is door mij in zeven gevallen van het advies van de bezwarencommissie afgeweken.

Capaciteit veiligheidsonderzoeken

Zoals ik u gemeld heb in mijn brief van 2 december 2009 (Kamerstuk 29 924, nr. 41) is de afgelopen jaren sprake van een aanzienlijke stijging van het aantal veiligheidsonderzoeken en hernieuwde veiligheidsonderzoeken. Deze stijging, en de in deze brief genoemde omstandigheden, hebben geleid tot een vertraging van de herhalingsonderzoeken. Zoals ik in deze brief heb gemeld is een aantal maatregelen getroffen om dit op te lossen. Ik doel hierbij onder meer op een vergroting van de onderzoekscapaciteit bij de MIVD en een verbetering van de procedures.

Tevens wordt op dit moment het stelsel van vertrouwensfuncties herzien. Naar verwachting zal dit nieuwe stelsel, waar mogelijk, resulteren in een vermindering van het aantal vertrouwensfuncties. Ook kan de herziening van het stelsel leiden tot een herijking van het niveau van vertrouwensfuncties waardoor een meer doelmatige inzet van de beschikbare capaciteit mogelijk is. Bij de herziening van het stelsel wordt zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij het beleid voor de rest van de overheid.

Dynamiseren

Om zo snel mogelijk actuele informatie te krijgen over justitiële antecedenten zal de MIVD in 2010 het zogenoemde dynamiseren invoeren. Dynamiseren houdt in dat periodiek de justitiële en politiegegevens van een vertrouwensfunctionaris worden getoetst. Deze controle, die in beginsel ook voor iedere uitzending kan worden uitgevoerd, kan aanleiding geven tot het direct instellen van een hernieuwd veiligheidsonderzoek. Zoals aan de Kamer gemeld (Handelingen TK vergaderjaar 2009–2010, aanhangsel nr. 923) wordt de geldigheidsduur van veiligheidsonderzoeken op niveau B en C verlengd tot tien jaar. Met het dynamiseren wordt het veiligheidsrisico beheerst dat hieraan is verbonden. Tevens voorkomt het situaties zoals die van de korporaal P.

Verantwoording

De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten houdt onder meer toezicht op de uitvoering van de veiligheidsonderzoeken. Daarnaast rapporteer ik op uw verzoek over de doorlooptijden van de veiligheidsonderzoeken bij Defensie. Het meest recent heb ik u hiervan op de hoogte gebracht in mijn brief van 2 december 2009.

Over de gang van zaken rondom de korporaal P. zal ik u personeelsvertrouwelijk informeren (zie 32 123 X, nr. 108).

De minister van Defensie,

E. van Middelkoop

Naar boven