29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD

Nr. 160 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2018

Bijgaand bied ik u het rapport nr. 56 aan van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD)1. Het rapport behandelt de multilaterale gegevensuitwisseling van de AIVD m.b.t. (vermeende) jihadisten. Omdat het rapport ook een samenwerkingsverband beschrijft waaraan zowel AIVD als MIVD deelnemen, verstuur ik deze brief mede namens de Minister van Defensie.

Ik dank de CTIVD voor het verrichte onderzoek en het rapport. Het rapport is bijzonder omdat het zowel ingaat op de uitvoering van de Wet op de inlichtingenen veiligheidsdiensten (Wiv 2002) als op de samenwerkingsverbanden waaraan de AIVD en de MIVD deelnemen. Voor de uitvoering van de Wiv 2002 door de AIVD draag ik uiteraard de volledige politieke verantwoordelijkheid, terwijl ik in de samenwerkingsverbanden slechts één van de deelnemers ben en daarover heb ik dus beperkte zeggenschap. In deze brief maak ik daarom een onderscheid tussen het handelen van de diensten op grond van de Nederlandse wetgeving en de samenwerkingsverbanden.

Uitvoering van de Wiv 2002

De CTIVD is van oordeel dat de huidige praktijk van gegevensuitwisseling grotendeels binnen de kaders van de wettelijke vereisten blijft. Behoudens de hieronder genoemde onrechtmatigheden, heeft de CTIVD geen door de AIVD multilateraal verstrekte persoonsgegevens aangetroffen die niet voldeden aan de vereisten van noodzakelijkheid, behoorlijkheid en zorgvuldigheid.

De CTIVD constateert dat sprake is van een structurele onrechtmatigheid vanwege het niet maken van een risicoweging aan de hand van de (wettelijke) criteria die gelden voor de samenwerking met buitenlandse diensten. Ik hecht eraan te benadrukken dat de AIVD bij de aangegane samenwerking wel degelijk risicowegingen heeft gemaakt, zoals de Wiv 2002 vereist. Zoals ik u tijdens het Algemeen Overleg van 15 maart 2018 heb laten weten, zijn de wegingsnotities met daarin de risicoweging voor de Counter Terrorism Group (CTG) inmiddels gereed. De wegingsnotities voor de leden van het Sigint samenwerkingsverband zullen voor de inwerkingtreding van de Wiv 2017 gereed zijn. Ook ten aanzien van de andere structurele onrechtmatigheid (aanduiding betrouwbaarheid gegevens) en de incidentele onrechtmatigheid (ontbreken van toestemming op het juiste niveau) worden maatregelen genomen zodat deze niet meer voorkomen.

De CTIVD geeft overigens aan het handelen van de AIVD te hebben getoetst aan de huidige wet en de Wiv 2017. Ik wil benadrukken dat voor het handelen van de AIVD in de onderzochte periode uiteraard enkel de Wiv 2002 geldt.

De samenwerkingsverbanden

Omdat een deel van het rapport en de conclusies verder gaat dan het handelen van de AIVD en de MIVD op basis van de Wiv 2002 en de samenwerkingsverbanden zélf regardeert, heb ik over de passages die zien op de CTG ruggespraak gevoerd met betrokken buitenlandse partners. Deze hebben mij laten weten bezwaar te hebben tegen de openbaarmaking van een deel van de informatie in het rapport alsmede sommige van de conclusies van de Nederlandse toezichthouder ter zake. De CTIVD heeft daarop een beperkt deel van de informatie, niet zijnde de conclusies, verplaatst naar de geheime bijlage. Ondanks de nog steeds staande bezwaren van de buitenlandse partners heb ik besloten, na zorgvuldige weging van de belangen van openbaarmaking enerzijds en die van de internationale samenwerking anderzijds, om geen passages in het rapport onleesbaar te maken.

Ik heb kennisgenomen van de opmerkingen van de CTIVD over de CTG. De CTG is na de aanslagen in de Verenigde Staten van 11 september 2001 opgericht op verzoek van de Europese Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) met de opdracht nauwer samen te werken. Zoals de CTIVD beschrijft, hebben de aanslagen in Europa van de afgelopen jaren gefungeerd als katalysator voor verdere intensivering van de samenwerking. Daarbij heeft de AIVD een voortrekkersrol gespeeld. Hierdoor zijn in ongekend korte tijd een database en een platform opgericht waarin inlichtingen Europees daadwerkelijk bij elkaar komen, en waardoor aanslagplots zijn verijdeld. Inmiddels is de opstartfase voorbij en is er meer ruimte voor consolidatie alsmede tijd en aandacht voor de verdere verbetering van waarborgen. Dit rapport van de CTIVD geeft daar goede handvatten voor.

De CTIVD heeft zich in dit rapport gebogen over het kader dat haar inziens van toepassing zou moeten zijn en concludeert dat nu nog onvoldoende waarborgen zouden bestaan voor de bescherming van het individu. Tevens benoemt zij een aantal voorstelbare risico’s. Het gaat daarbij overigens niet om onrechtmatigheden doch om zaken die, hoewel er nu geen aanwijzingen zijn dat ze zich voordoen, voorstelbaar worden geacht. Ik zal mij actief inspannen om de opmerkingen van de Nederlandse toezichthouder inzake het kader, de waarborgen en de aanbevelingen onder de aandacht van de CTG te brengen. De eerste stap is het bespreken van dit rapport met de andere deelnemers en te bezien of we tot een gezamenlijk oordeel kunnen komen.

De database van de CTG bestaat uit de gegevens die de individuele deelnemers zelf inbrengen. Deze handelingen vallen onder het wettelijk kader van dat land en kunnen worden gecontroleerd door de toezichthouder van de betreffende dienst. Aan de database worden niet op andere wijze gegevens toegevoegd. Indien het combineren van de ingebrachte gegevens in de database leidt tot een verstrekking aan een deelnemende dienst, kan die verstrekking en de ontvangst van de gegevens worden gecontroleerd door de toezichthouder van de betreffende diensten. Daarmee kunnen alle juridisch relevante handelingen die plaatsvinden in het kader van de database worden gecontroleerd. Hetzelfde geldt voor het onderzochte Sigint samenwerkingsverband.

Dit doet overigens niet af aan de inspanning die de Nederlandse regering zich zal getroosten om te komen tot multilaterale afspraken die strekken tot zorgvuldigheid en rechtsbescherming conform de aanbevelingen van de CTIVD.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven