29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD

Nr. 118 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 januari 2015

Hierbij bied ik u het toezichtsrapport aan van de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD/Commissie) inzake het onderzoek naar de activiteiten van de BVD jegens de heer R.H.G. van Duijn (rapportnummer 41)1. Het rapport bevat geen geheime bijlage.

In overleg met de heer Van Duijn heb ik de CTIVD middels een brief van 4 juni 2013 verzocht een onderzoek in te stellen teneinde vast te stellen of in de jaren ’60, ’70 en ’80 van de vorige eeuw, door of in opdracht van de BVD, jegens de heer Van Duijn bijzondere inlichtingenmiddelen zijn ingesteld, welk verzoek door de Commissie is gehonoreerd.

Ik heb het rapport met belangstelling gelezen en spreek mijn waardering uit voor het grondige onderzoek dat is verricht en de wijze waarop de bevindingen in het rapport zijn verwoord. Ik hoop dat dit rapport de vragen van de heer Van Duijn afdoende beantwoordt zodat hij deze episode kan afronden. Het bevestigt dat er in de desbetreffende periode geen bijzondere inlichtingenmiddelen door of in opdracht van de BVD jegens de heer Van Duijn zijn ingezet.

Het archiefonderzoek dat onder aansturing van de Commissie heeft plaatsgevonden heeft niet eerder gevonden materiaal opgeleverd. Nu dit materiaal betrekking heeft op de door de heer Van Duijn ingediende verzoeken om kennisneming, zijn deze beoordeeld en, voor zover mogelijk, inmiddels aan hem verstrekt. Daarbij zijn de documenten met betrekking tot «operatie Diepvries» meegenomen. Ook het document uit de jaren tachtig van de vorige eeuw, dat eerder niet aan de heer Van Duijn is vrijgegeven vanwege twijfel of het document wel op hem betrekking had, zal hem worden toegestuurd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven