29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD

Nr. 111 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 30 juni 2014

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Defensie over de brief van 23 april 2014 over het openbaar jaarverslag van de Militaire inlichtingen- en veiligheidsdienst (MIVD) voor 2013 (Kamerstuk 29 924, nr. 106).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 27 juni 2014. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De griffier van de commissie, Van Leiden

1

Kunt u toelichten hoe de reorganisatie binnen de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) vordert?

De eerste reorganisatiefase heeft per 1 september 2013 zijn beslag gekregen. De evaluatie van deze eerste fase zal starten op 1 september 2014. Voor 1 januari 2016 zal fase twee van de reorganisatie zijn voltooid. Het reorganisatietraject ligt op schema.

2

Kunt u toelichten hoe de reorganisatie van invloed is op de dagelijkse werkzaamheden van de MIVD? Is als gevolg van de werkzaamheden de werkdruk toegenomen?

In het kader van de reorganisatie zijn de (beleids-)ondersteuning en de stafcapaciteit gekrompen en, evenals de ICT-ondersteuning, gecentraliseerd. Ook zijn de verwervende en verwerkende afdelingen gekrompen en is finance and control overgeheveld naar de Bestuursstaf. Een deel van de (beleids-)ondersteunende taken in het primair proces worden nu door de (contra-) inlichtingenteams verricht. Met de systematiek van «wegen en prioriteren» worden op basis van de inlichtingenbehoeften van, en in overleg, met afnemers keuzes gemaakt over prioriteiten en diepgang van onderzoeken. Periodieke evaluaties kunnen aanleiding geven tot bijstelling van prioriteiten en middelen. Indien actualiteiten daarom vragen, zal worden gewogen en geprioriteerd. Dit kan leiden tot het schrappen van een onderzoeksopdracht of een aanpassing van de dekkingsgraad op een onderzoeksopdracht. Dat betekent dat bepaalde onderzoeken helemaal niet meer of minder intensief worden uitgevoerd. De MIVD wijst daarna met de beschikbare middelen capaciteit toe. De werklast zit hierin verdisconteerd.

3

Hoe beoordeelt u de kwaliteit en veiligheid van het ICT beheer binnen de MIVD?

De veiligheid van ICT beheer bij de MIVD voldoet door een voorgeschreven combinatie van personele, infrastructurele en elektronische maatregelen. Vooruitlopend op de invoering van Secure Werkplek Defensie (SWD) zullen verbetermaatregelen moeten worden getroffen. Op dit moment zijn binnen Defensie onderzoeken uitgevoerd naar de kwaliteit, kwantiteit, de processen en structuren van de ICT. De Kamer zal over de uitkomsten van dat onderzoek separaat worden geïnformeerd. In fase twee van de reorganisatie zal het ICT beheer binnen de MIVD worden versterkt.

4

Kunt u aangeven of er vorderingen zijn in het oprichten van de gezamenlijke dienst voor het uitvoeren van veiligheidsonderzoek tussen Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en MIVD?

5

Wanneer verwacht u de uitkomst van het onderzoek naar de oprichting van een gezamenlijke eenheid voor het uitvoeren van veiligheidsonderzoeken?

De eerste verkenningen zijn uitgevoerd naar de oprichting van een gemeenschappelijke eenheid voor de uitvoering van veiligheidsonderzoeken. Hierbij worden de ervaringen met onder meer de oprichting van de Joint Sigint Cyber Unit (JSCU) betrokken. Namens beide diensten zal een projectleider worden aangesteld. Er zal op korte termijn worden onderzocht wat de gevolgen zijn van de vorming van een gemeenschappelijke eenheid voor het proces van de veiligheidsonderzoeken. Ik verwacht dit onderzoek rond het einde van het jaar te voltooien.

6

Hoe beoordeelt u de samenwerking tussen MIVD en Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV)? Ziet u ruimte voor verbetering?

De samenwerking tussen de NCTV en de MIVD is goed. Zo levert de MIVD zowel periodiek als incidenteel (contra)inlichtingenproducten aan de NCTV. De NCTV gebruikt deze onder meer bij het opstellen van het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN). Ook is met het oog op de Nuclear Security Summit 2014, van maart jl., een medewerker van de MIVD een jaar bij de NCTV tewerkgesteld geweest. Verder is er bij de afdeling Contra-inlichtingen & Veiligheid een MIVD-liaisonofficier voor de contacten met de NCTV en heeft de MIVD een liaisonofficier bij de het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Voorts werken MIVD en NCTV voortdurend aan het verder verbeteren en intensiveren van de samenwerking.

7

Hoe beoordeelt u de samenwerkingsverbanden van de MIVD in Europees en Navo verband? Ziet u hier ruimte voor verbetering?

De samenwerking in de verschillende werkverbanden van beide bondgenootschappen is goed. Vertegenwoordiging gebeurt niet alleen vanuit de MIVD maar ook vanuit andere onderdelen van het Nederlandse I&V-domein. Door de ontwikkeling van de NATO-Wide Intel Reform kan de samenwerking komende jaren nog verder verbeteren. Wanneer de EEAS/EUMS de beschikking zou krijgen over een geaccrediteerd netwerk waarover gerubriceerde informatie van en met de lidstaten kan worden uitgewisseld, is ook daar verdere verbetering mogelijk.

8

Kunt u aangeven of de MIVD zich voldoende beschermt acht tegen cyberaanvallen?

10

Kunt u aangeven hoe de MIVD aankijkt tegen het gevaar van cyber in het waarborgen van haar kerntaken?

Over de bescherming tegen cyberaanvallen kunnen in het openbaar geen mededelingen worden gedaan.

9

Wat bedoelt u met gerubriceerde informatie uit (inter)nationale militaire netwerken en de bilaterale verbindingen die de MIVD onderhoudt? Waarop heeft deze gerubriceerde informatie betrekking?

De MIVD werkt met diverse internationale partners samen in bilateraal en multilateraal verband waarbij gerubriceerde informatie wordt uitgewisseld. Met gerubriceerde informatie wordt informatie bedoeld die valt onder de Wet Bescherming Staatsgeheimen. Deze gerubriceerde informatie kan onder andere in verband staan met verzoeken om informatieverstrekking, zogenoemde Requests For Information (RFI’s). Samenwerkende diensten zetten bij elkaar RFI’s uit in het kader van hun onderzoeksopdrachten. De gerubriceerde informatie kan tevens betrekking hebben op acute dreigingswaarschuwingen, die samenwerkende partners met elkaar delen.

11

Kunt u aangeven of een integrale aanpak bij de contraterrorisme taken van de MIVD extra aandacht heeft gekregen na de recente antisemitische aanslag in Brussel? Acht u deze aanpak wenselijk?

Zowel de AIVD als de MIVD onderkenden het potentiële gevaar dat uitgaat van teruggekeerde jihadgangers reeds voor de aanslag in Brussel. Zoals naar voren gebracht in het jaarverslag is een integrale aanpak noodzakelijk. Beide diensten werken op dit gebied nauw samen, waarbij de MIVD zich richt op de terroristische dreiging richting Defensie in Nederland en effectieve inzet in het buitenland.

12

Kunt u aangeven op welke manieren de defensie-industrie wordt betrokken bij de bescherming tegen spionage en cyberaanvallen. Hoe wordt deze samenwerking beoordeeld? Is er ruimte voor verbetering?

De MIVD werkt nauw samen met de defensie-industrie, ook als het gaat om (digitale) spionage en weerbaarheid tegen cyberaanvallen. Over de precieze aard van deze samenwerking kunnen in het openbaar geen verdere mededelingen worden gedaan.

13

Kunt u toelichten of u het wenselijk acht dat elk partnerland binnen de EU of Navo afzonderlijk onderzoek doet naar proliferatie? Ziet u kansen voor een taakverdeling op multilateraal niveau op dit gebied?

Een cruciaal element in de aanbevelingen van de commissie Davids is het belang van een eigenstandige informatiepositie op het terrein van contraproliferatie. Ik onderschrijf dit belang. Deze eigenstandige informatiepositie is eveneens van belang voor de taak die de gezamenlijke MIVD-AIVD Unit Contraproliferatie heeft met betrekking tot informatievoorziening ten behoeve van het Nederlandse exportcontrolebeleid. Daarnaast wordt op het gebied van contraproliferatie intensief samengewerkt in internationaal verband.

14

Op welke wijze vindt het veiligheidsonderzoek plaats bij het afgeven van een nieuwe Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) voor betrokkenen, indien voor een periode van acht tot tien jaar moet worden onderzocht?

Bij een veiligheidsonderzoek worden de gegevens van de aanvrager gecontroleerd in de Gemeentelijke Basisadministratie. Voorts wordt onder meer de justitiële documentatie opgevraagd en wordt meestal navraag gedaan bij Bureau Kredietregistratie. Ook wordt naslag gedaan bij de AIVD en in eigen systemen. Wanneer daar aanleiding toe is dan wel wanneer het veiligheidsmachtigingsniveau daar om vraagt, worden interviews gehouden met betrokkene en eventueel nog met andere personen.

15

Waarin zit het verschil tussen een periode van acht jaar en een periode van tien jaar, waarop terug moet worden kunnen gezocht ten behoeve van het afgeven van een nieuw VGB?

De terugkijktermijn bij een veiligheidsonderzoek is afhankelijk van het veiligheidsmachtigingsniveau. Bij een B- en een C-onderzoek wordt acht jaar teruggekeken, bij een A onderzoek tien jaar.

16

Waarom kan er geen VGB op het hoogste niveau worden afgegeven indien een verblijf in het buitenland als student, werknemer of toerist maximaal een jaar is geweest? Welke nationale veiligheidsrisico's levert dit op? Kan er na het bestrijken van een bepaalde periode alsnog een VGB op het hoogste niveau worden afgegeven? Zo ja, hoe lang is de periode? Zo nee, waarom niet?

17

Is een ontbrekende periode van drie maanden of langer, die niet kan worden onderzocht, per definitie reden om een VGB te weigeren of kan dit een reden zijn om een VGB te weigeren?

Bij een verblijf in een ander land van langer dan drie maanden doet de MIVD via de AIVD navraag bij een buitenlandse dienst waarmee de AIVD op het gebied van de uitwisseling van persoonsgegevens samenwerkt. Indien dat, door het ontbreken van een dergelijke relatie, niet mogelijk is, zal in principe op grond van onvoldoende gegevens een VGB niet worden afgegeven. Bij Defensie is een aantal mogelijke uitzonderingen op deze regel vastgesteld waarbij het mogelijk is, onder strikte voorwaarden, een verklaring voor een lager veiligheidsmachtigingsniveau af te geven. Zodra het verleden van betrokkene en/of diens partner voldoende inzichtelijk is, kan een hogere machtiging worden afgegeven.

18

Ten koste van welke taken is de extra aandacht van de MIVD voor de militair-politieke ontwikkelingen in het Midden-Oosten, waarbij het conflict in Syrië op de voorgrond stond, gegaan?

Via een systeem van «wegen en prioriteren» bepaalt de MIVD op basis van de (contra-)inlichtingenbehoefte van afnemers welke mensen en middelen worden ingezet op de verschillende onderzoeken. Wegen en prioriteren leidt tot het schrappen van een onderzoeksopdracht of een aanpassing van de dekkingsgraad op een onderzoeksopdracht. Dat betekent dat bepaalde onderzoeken helemaal niet meer of minder intensief worden uitgevoerd.

19

Is er een internationaal samenwerkingsverband ten behoeve van de inlichtingenvergaring omtrent de militaire en politieke ontwikkelingen in het Midden-Oosten? Zo ja, welke samenwerkingsverbanden zijn er? Zo nee, is vanuit (kosten-)efficiëntie onderzocht welke samenwerkingsverbanden er mogelijk zijn? Zo nee, waarom niet?

Evenals op andere aandachtgebieden werkt de MIVD in het kader van militaire en politieke ontwikkelingen in het Midden Oosten met diverse partners op bi- en multilateraal niveau samen. In de samenwerking gaat het om kwaliteit en doelmatigheid. Het uitwisselen van informatie en inlichtingen kan leiden tot bevestiging of aanpassing van een inlichtingenbeeld waardoor de kwaliteit van de informatiepositie toeneemt. Ten behoeve van de verwerving en verwerking wordt door samenwerking geen extra kosten gemaakt anders dan reis- en verblijfkosten en de kosten van de instandhouding van bi-/multilaterale beveiligde verbindingen. Voor prioritaire onderzoeken wordt gestreefd naar een eigenstandige inlichtingenpositie.

Naar boven