29 913
Wijziging van de Postwet (wijziging van de grenzen van het voorbehouden postvervoer)

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 15 februari 2005

De vaste commissie voor Economische Zaken1 belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling van het voorstel van wet voldoende voorbereid.

I. Algemeen

De leden van de fracties van CDA en PvdA hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel en hebben nog enkele vragen.

I.1 Richtlijn en Nederlandse regelgeving

De leden van de CDA-fractie verwijzen in dit kader naar de overleggen die de Tweede Kamer heeft gevoerd op 28 juni 2004 (TK 29 502, nr. 3) en gaan onder voorwaarden akkoord met de liberalisering van de postmarkt per 1 januari 2007. Deze voorwaarden zijn de volgende:

• De ons omringende landen (m.n. Verenigd Koninkrijk en Duitsland) dienen de postmarkt ook open te stellen en daarbij niet alleen formeel, maar ook feitelijk tot een level playing field te komen;

• Redelijke prijzen en een betrouwbare levering dienen voor de consument gewaarborgd te zijn:

a. Dat betekent in de eerste plaats dat de wettelijk bepaalde minimale leveringsvoorwaarden van de consumentenpost en de maximum postzegelprijzen (de Universele Dienst) gewaarborgd moet blijven en uitdrukkelijk moet zijn afgestemd op de wensen en de positie van de minder mobielen en minder zelfredzamen in onze samenleving;

b. Voorts is behoefte aan beter inzicht in de rendementen die TPG behaalt op het uitvoeren van de Universele Dienst;

c. Ook dient er voldoende en blijvende aandacht te zijn voor het aantal postvestigingen en de kwaliteit van deze vestigingen;

d. Tenslotte moet het toezicht door de OPTA en de NMa helder zijn.

De leden van de PvdA-fractie vragen of er ook landen zijn die er voor kiezen om de monopoliegrens lager dan 50 gram te leggen? Zo ja, welke? Kan de regering garanderen dat alle EU-lidstaten de richtlijn per 1 januari 2006 zullen hebben geïmplementeerd en de gewichtsgrens overal op 50 gram zal liggen?

Deze leden vragen of het klopt dat brieven van 50 t/m 100 gram wel onder de opgedragen dienst blijven vallen? Is er veel concurrentie te verwachten in dit segment? Zo nee, waarom niet en hoe kan dit bevorderd worden? Blijft de tariefbescherming van kracht voor dit segment? Is een daling van tarieven te verwachten, en zo nee, waarom niet? Hoe groot is dit segment in relatie tot de voorbehouden dienst, de gehele brievenmarkt en de gehele postmarkt?

I.2 Advisering

De leden van de PvdA-fractie vragen waarom het Overlegplatform post en telecommunicatie niet is geraadpleegd?

II ARTIKELSGEWIJS

Artikel II

De leden van de CDA-fractie kunnen zich vinden in het voornemen om per 1 januari 2006 al een eerste tussenstap te maken met de afbouw van het wettelijk monopolie. Op deze manier kan de markt zich voorbereiden op de volledige liberalisering. Zij vragen zich echter af waarom het wetsvoorstel in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, terwijl het uitdrukkelijk de bedoeling is dat de aanpassing van het wettelijke monopolie per 1 januari 2006 van kracht gaat. Genoemde leden hebben dan ook behoefte aan een antwoord op de vraag waarom in het wetsvoorstel geen datum is opgenomen.

De leden van de PvdA-fractie vragen welke ruimte er is om af te wijken van de datum 1 januari 2006? Is de regering bereid de definitieve invoeringsdatum eerst per AMvB of brief aan de Kamer voor te leggen?

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Hofstra

De adjunct-griffier van de commissie,

De Veth


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Crone (PvdA), Bakker (D66), Hofstra (VVD), Voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Ondervoorzitter, Atsma (CDA), Timmermans (PvdA), Vendrik (GL), Ten Hoopen (CDA), Slob (CU), Van den Brink (LPF), Duyvendak (GL), Kortenhorst (CDA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Van Velzen (SP), Varela (LPF), Algra (CDA), Aptroot (VVD), Blom (PvdA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), De Krom (VVD), Heemskerk (PvdA), Van Dam (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Van Egerschot (VVD) en Jonker (CDA).

Plv. leden: Tichelaar (PvdA), Dittrich (D66), Örgü (VVD), De Nerée tot Babberich (CDA), Van Hijum (CDA), Koenders (PvdA), Vos (GL), Joldersma (CDA), Van der Vlies (SGP), Hermans (LPF), Van Gent (GL), Verburg (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Vacature (SP), De Ruiter (SP), Van As (LPF), De Haan (CDA), Blok (VVD), Samsom (PvdA), Van Dijken (PvdA), Van Heteren (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Tjon-A-Ten (PvdA), Waalkens (PvdA), Szabó (VVD), Weekers (VVD) en Van Dijk (CDA).

Naar boven