Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juni 2021
In het commissiedebat met de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid over criminaliteitsbestrijding
en georganiseerde criminaliteit/ondermijning van 16 juni jl. heb ik toegezegd uw Kamer een brief te sturen over spoedbevriezing.
Deze toezegging doe ik met deze brief gestand.
Zoals ik uw Kamer meldde in mijn brief van 19 oktober 2020 over de bestrijding van
georganiseerde criminaliteit1 wordt de brede aanpak van criminele geldstromen, waaronder het verbeteren van de
afpakresultaten en de aanpak van witwassen2, op verschillende fronten versterkt. Hoewel het instrumentarium sinds inwerkingtreding
van de Plukze-wetgeving is uitgebreid, constateer ik dat er behoefte is aan aanvullend
instrumentarium voor die gevallen waarin wetgeving nog niet voorziet. In dit kader
wordt ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van spoedbevriezing door de Financial
Intelligence Unit (FIU) Nederland. De FIU-Nederland vervult een belangrijke rol in
het voorkomen en opsporen van misdrijven. Zij verzamelt en analyseert ongebruikelijke
transacties die door de banken en andere meldingsplichtige instellingen zijn gemeld
op grond van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).
Ongebruikelijke transacties die door het hoofd van de FIU-Nederland verdacht zijn
verklaard, worden ter beschikking gesteld aan de diverse (bijzondere) opsporingsdiensten
en inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Het doel van de spoedbevriezing door de FIU-Nederland is om te voorkomen dat transacties
die mogelijk verband houden met witwassen of financiering van terrorisme worden overgeboekt
naar bijvoorbeeld het buitenland. Een mogelijkheid van de FIU-Nederland om in dergelijke
gevallen tijdelijk een spoedbevriezing in gang te zetten, is aanvullend op de reeds
bestaande mogelijkheid van het Openbaar Ministerie (OM) om beslag te leggen op illegaal
verkregen vermogen op strafvorderlijke titel (artikel 94 en 94a van het Wetboek van
Strafrecht). Het draagt bij aan het vergemakkelijken van het terugvorderen of afpakken
ervan. Tevens bevordert dit de internationale samenwerking tussen FIU’s, in het bijzonder
waar deze reeds beschikken over een mogelijkheid van spoedbevriezing.
Op dit moment wordt de mogelijkheid van spoedbevriezing in goed overleg met de FIU-Nederland,
het Openbaar Ministerie, de banken en het Ministerie van Financiën door mijn ministerie
nader uitgewerkt. Het streven is om het wetsvoorstel voor spoedbevriezing, tegelijk
met een wetsvoorstel voor de zogenaamde non conviction based confiscation (NCBC),
dit najaar gereed te hebben voor consultatie.
Over de integrale aanpak van fraude en oplichting heb ik uw Kamer onlangs geïnformeerd3. Met betrokkenheid van private partijen, zoals banken, en andere departementen (EZK,
FIN) wordt een integraal plan van aanpak opgesteld. Dat ziet ook op preventie en bestrijding
van de zogenoemde «vriend-in-noodfraude» (bijvoorbeeld via WhatsApp) en het voorkomen
dat slachtoffers verleid worden om geld over te maken aan fraudeurs. Zodra dat plan
gereed is, zal ik uw Kamer informeren, dit zal naar verwachting na de zomer zijn.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus