29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

30 573 Migratiebeleid

Nr. 177 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2017

Met uw brief van 9 november 2017 naar aanleiding van het ordedebat over criminele Albanezen (Handelingen II 2017/18, nr. 20, item 15), zond u mij het verzoek toe van het lid Van Toorenburg om een brief over de manier waarop de noodremprocedure kan worden uitgevoerd. Mede namens de Minister en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, informeer ik u hierover als volgt.

Nederland heeft zich de afgelopen jaren ingezet voor een noodremprocedure in het geval dat de afschaffing van de visumplicht leidt tot plotselinge ongewenste effecten. Hiertoe is op initiatief van Nederland en Frankrijk EU-wetgeving ontwikkeld die het mogelijk maakt de visumliberalisatie op aangeven van één of meerdere lidstaten tijdelijk op te schorten in geval van een plotselinge toename van illegaal verblijf, asiel of de plotselinge stopzetting van medewerking met terugkeer. Het kabinet steunt een dergelijk mechanisme voor noodsituaties.

Tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap is verdere aanscherping van die wetgeving in gang gezet:

  • 1. Waar voorheen de noodremprocedure alleen in gang kon worden gezet door een notificatie door één or meerdere lidstaten, kan de Commissie zelf nu ook een beroep doen op de noodremprocedure.

    Indien één of meerdere lidstaten een beroep doen op de noodremprocedure, worden de lidstaten geconsulteerd in een comité, waarbinnen gekwalificeerde meerderheid van stemmen geldt. Binnen één maand volgt een besluit van de Commissie in de vorm van een zgn. uitvoeringshandeling, dat kan strekken tot opschorting van de visumliberalisatie voor bepaalde categorieën reizigers met een periode van negen maanden. Bij een meerderheid van stemmen, is de Commissie gehouden dat besluit te nemen. Indien de Commissie zelf een beroep doet op de noodremprocedure, worden Raad en EP ook geconsulteerd.

    Na de eventuele opschorting van de visumliberalisatie, treedt de Commissie in dialoog met het derde land om de situatie te verbeteren. Als na zeven maanden de situatie niet is verbeterd, neemt de Commissie een besluit tot verlenging voor alle reizigers voor een periode van achttien maanden in de vorm van een zgn. gedelegeerde handeling. Als dan nog geen verbetering optreedt, zal de Commissie een voorstel doen voor de herinvoering van de visumplicht volgens normale wetgevingsprocedure, dus bij co-decisie van de Raad en het Europees parlement, waarbij de Raad stemt per gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

  • 2. Verder zijn de referentieperiodes voor de meting van trendmatige ontwikkelingen zodanig aangepast dat sneller een beroep op de noodremprocedure kan worden gedaan.

  • 3. Er kan een beroep op de noodremprocedure worden gedaan in het geval van:

    • een substantiële toename van irreguliere migratie, personen die de verblijfstermijn overschrijden en weigeringen aan de grens;

    • een substantiële toename van asielaanvragen met lage erkenningsgraad;

    • een afname in samenwerking op terugkeer, ook de terugname van derde landers;

    • een verhoogd veiligheidsrisico voor de lidstaten;

    • regressie op de eerdere voorwaarden voor visumliberalisatie, die de Commissie jaarlijks zal monitoren gedurende een periode van 7 jaar na het liberalisatiebesluit of op verzoek van de Raad en/of het EP.

Ook sinds de aanscherping, die in maart van dit jaar van kracht werd, gaat de noodremprocedure nadrukkelijk om situaties van urgente aard, waarvoor de normale wetgevingsprocedure voor het invoeren of afschaffen van de visumplicht (co-decisie van de Raad en het EP) te veel tijd zou kunnen kosten. De getrapte besluitvorming van de noodremprocedure dient ertoe dat enerzijds snel kan worden gereageerd op noodsituaties en anderzijds enige ruimte bestaat voor politieke weging. Bij herinvoering van de visumplicht zijn immers alle lidstaten daar aan gebonden.

In het licht van bovenstaande is het kabinet voorstander van deze aangescherpte «noodrem». Het kabinet beschouwt deze als serieus instrument om in voorkomend geval in te zetten, als onderdeel van een breder palet van maatregelen om problemen aan te pakken.

Specifiek voor de landen van de Westelijke Balkan geldt het volgende.

Het visumbeleid is onderdeel van de bredere Europese agenda ten aanzien van de landen van de Westelijke Balkan, die gericht is op vrede, veiligheid, welvaart en stabiliteit in de regio. Door middel van een strikt en fair beleid, gebaseerd op conditionaliteit, vastgestelde criteria en het principe van eigen verdienste, wordt een transformatie- en moderniseringsproces in deze landen aangejaagd. Dat geldt zowel voor het visumbeleid, als voor het toetredingsproces. Zo was de afschaffing van de visumplicht voor Albanië gebonden aan diverse voorwaarden, waaronder medewerking op het terrein van terug- en overname, maatregelen gericht op anti-corruptie en het tegengaan van grensoverschrijdende criminaliteit. De Commissie monitort voortdurend of Albanië nog steeds aan deze voorwaarden voldoet. Ook in het kader van het EU-toetredingsproces is het opbouwen van een solide track record in het onderzoeken, vervolgen en veroordelen van georganiseerde misdaad door de Raad als voorwaarde gesteld. Het kabinet steunt de inzet van de EU.

In het bilaterale contact met Albanië brengt Nederland consequent het belang van goede samenwerking op het gebied van grensoverschrijdende criminaliteit en terugkeer van asielzoekers op. De medewerking van de Albanese autoriteiten op deze onderwerpen is goed en de bereidheid tot samenwerking groot, ook op het terrein van de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit. Tijdens het bezoek van de gezagsdriehoek Rotterdam o.l.v. burgemeester Aboutaleb aan Albanië begin november stond bestrijding illegale migratie en georganiseerde criminaliteit centraal en is verdere operationele samenwerking verkend met de Albanese gesprekspartners. Zo zal de Koninklijke Marechaussee een train the trainers documenten training betreffende falsificatie van identiteitsdocumenten verrichten. Ook brengt een Albanese politiedelegatie binnenkort een factfinding bezoek aan Nederland.

Gelet op de serieuze berichtgeving over criminaliteit vanuit Albanië in Amsterdam en Rotterdam, kijkt het Kabinet naar het bredere palet aan belangen en maatregelen. Het kabinet wil daarbij welwillend kijken naar de optie van een beroep op de noodremprocedure. Daarbij blijft een zorgvuldige afweging van de diverse korte en lange termijn belangen en resultaten geboden. Er zal onder meer moeten worden bekeken of een beroep op de noodremprocedure het meest effectieve antwoord is op de aanpak van deze problematiek. De Commissie zal in januari rapporteren over de mate waarin Albanië voldoet aan de voorwaarden die aan visum-liberalisatie ten grondslag hebben gelegen. Het kabinet zal dit rapport meenemen in de afweging van de vervolgstappen. Ook de ontwikkeling van het EU krachtenveld zal hierbij een belangrijke rol spelen. Op dit moment is er onvoldoende draagvlak voor het opschorten van de visumvrijheid voor Albanië.

In de tussentijd wordt uiteraard in de bilaterale contacten met Albanië blijvend gewezen op de zorgen van Nederland ten aanzien van grensoverschrijdende criminaliteit vanuit dat land en het belang om hier effectief in samen te blijven werken. Deze zorgen zijn door Nederland ook met de Europese Commissie gedeeld met het verzoek hier extra aandacht aan te besteden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H. Zijlstra

Naar boven