29 910
Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de invoering van een kentekenregistratiesysteem voor bromfietsen alsmede vaststelling van overgangsbepalingen in verband daarmee

nr. 9
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 7 april 2005

Artikel I, onderdeel B, van het voorstel van wet komt te luiden:

B

Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, komt te luiden:

1°. bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde categorieën bromfietsen, alsmede bromfietsen in het internationaal verkeer, afkomstig uit een land waar voor deze voertuigen geen kenteken is opgegeven,.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Voor aanhangwagens met een toegestane maximum massa van niet meer dan 750 kg alsmede voor aanhangwagens met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg, afkomstig uit een land waar voor deze aanhangwagens geen afzonderlijk kenteken is opgegeven, geldt het vereiste dat een kenteken dient te zijn opgegeven niet. Indien een dergelijke aanhangwagen is verbonden met een in Nederland geregistreerd motorrijtuig, dient die aanhangwagen te zijn voorzien van het kenteken dat is opgegeven voor dat motorrijtuig.

Toelichting

Sinds 1 september 2002 is het in Nederland verplicht om aanhangwagens en opleggers (getrokken eenheden) met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg van een zelfstandig kenteken te voorzien. Met de invoering van deze verplichting werd aangesloten bij de internationale verkeersverdragen van Wenen en Genève. De hoofdregel van deze verdragen is, dat een zelfstandig kenteken is vereist. In Nederland is dan ook gekozen voor een dergelijk afzonderlijk kenteken voor aanhangwagens.

Voor wat betreft aanhangwagens uit landen waar nog geen zelfstandig kenteken voor die voertuigen is voorgeschreven leverde dit een probleem op als zij in Nederland door een Nederlands gekentekend trekkend voertuig werden voortbewogen. Voor deze voertuigen werd dan ook een speciale regeling getroffen, de zogenoemde BO-regeling. Deze regeling houdt in dat voor bedoelde getrokken eenheden in Nederland een speciaal kenteken kan worden aangevraagd met de lettergroep BO, waarbij niet behoeft te worden voldaan aan een aantal voorwaarden die bij de kentekening van deze aanhangwagens anders zouden moeten worden gesteld zoals bijvoorbeeld een technische keuring. Op deze manier werd mogelijk gemaakt dat deze voertuigen toch op de Nederlandse weg gebruikt konden worden

De vervoersbranche heeft bij de invoering van bedoelde regeling daartegen een aantal bezwaren geuit. De regeling zou in de praktijk slecht werkbaar zijn, omdat deze zou leiden tot hogere kosten, hogere administratieve lasten, en een verminderde flexibiliteit. Bovendien zou de regeling leiden tot een verslechterde concurrentiepositie voor Nederlandse wegvervoerders. Vanwege deze problemen is de BO-problematiek opnieuw geanalyseerd en is besloten om de BO-regeling niet voort te zetten, maar om het voeren van het kenteken van het trekkend voertuig mogelijk te maken, in die gevallen waarin de aanhangwagen afkomstig is uit een land waar voor deze aanhangwagens geen afzonderlijk kenteken is opgegeven. Hierbij wordt niet gedoeld op een land waar de desbetreffende aanhangwagen is geproduceerd, maar op een land van waaruit de aanhangwagen door of namens de eigenaar in het grensoverschrijdend verkeer met Nederland wordt gebracht. Door middel van deze nota van wijzing wordt voorzien in de hiertoe noodzakelijke wijziging van artikel 37, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs

Naar boven