nr. 38
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 oktober 2006
Vanuit de Tweede Kamer liggen er momenteel twee zaken waarbij de problematiek
rond spoorwegoverwegen expliciet aan de orde is gesteld. Het gaat ten eerste
om de motie van het Kamerlid Kruijsen van 8 november 20051 over onder andere openstelling voor wandelaars. Ten tweede om het
recente verzoek deze zomer van het lid Duyvendak om een overzicht van overwegsluitingen
te ontvangen.
Om richting de Tweede Kamer met eenduidige informatie inzake overwegen
te komen heb ik er voor gekozen de gevraagde informatie van ProRail met betrekking
tot de motie Kruijsen en het verzoek van de heer Duyvendak in één
overzicht terug te laten komen.
De gevraagde informatie van ProRail treft u in de bijlagen2 aan. Het overzicht biedt:
– in bijlage 1 inzage in de overwegen die in de periode 2005 tot
en met juni 2006 zijn aangepakt en welke maatregelen zijn genomen. Uit dit
overzicht is de zogenaamde nul-situatie te herleiden van overwegen die vanaf 1 januari
2006 worden aangepakt;
– in bijlage 2 inzage in de overwegen die in de periode juli 2006
tot en met december 2006 nog worden aangepakt inclusief de beoogde maatregel;
– voor de volledigheid in bijlage 3 inzage in de gebruikte afkortingen
en betekenissen van de toegepaste overwegbeveiligingen.
Er zijn echter verschillen te constateren tussen de informatie in bijlage
1 en 2 en de informatie zoals op 20 maart 2006 aan de Tweede Kamer is
gezonden (zie brief met kenmerk Kamerstuk 29 893, nr. 28, bijlage 1)
naar aanleiding van het verzoek van het Kamerlid Duyvendak. De verschillen
betreffen een dertiental overwegen waarvan is gebleken dat de uiteindelijke
maatregel die is genomen, afwijkt van hetgeen dit voorjaar aan de Tweede Kamer
is gemeld. In bijlage 4 zijn die verschillen door ProRail nader toegelicht.
Aan het einde van dit jaar zal ik de trendrapportage overwegen over geheel
2006 aan de Kamer sturen. Daar wordt ook ingegaan op de risicoanalyse als
een overweg wordt opgeheven.
Ik ga ervan uit u met deze brief en met de informatie zoals opgenomen
in de bijlagen voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs