29 893
Veiligheid van het railvervoer

29 892
Wandelbeleid

nr. 38
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2006

Vanuit de Tweede Kamer liggen er momenteel twee zaken waarbij de problematiek rond spoorwegoverwegen expliciet aan de orde is gesteld. Het gaat ten eerste om de motie van het Kamerlid Kruijsen van 8 november 20051 over onder andere openstelling voor wandelaars. Ten tweede om het recente verzoek deze zomer van het lid Duyvendak om een overzicht van overwegsluitingen te ontvangen.

Om richting de Tweede Kamer met eenduidige informatie inzake overwegen te komen heb ik er voor gekozen de gevraagde informatie van ProRail met betrekking tot de motie Kruijsen en het verzoek van de heer Duyvendak in één overzicht terug te laten komen.

De gevraagde informatie van ProRail treft u in de bijlagen2 aan. Het overzicht biedt:

– in bijlage 1 inzage in de overwegen die in de periode 2005 tot en met juni 2006 zijn aangepakt en welke maatregelen zijn genomen. Uit dit overzicht is de zogenaamde nul-situatie te herleiden van overwegen die vanaf 1 januari 2006 worden aangepakt;

– in bijlage 2 inzage in de overwegen die in de periode juli 2006 tot en met december 2006 nog worden aangepakt inclusief de beoogde maatregel;

– voor de volledigheid in bijlage 3 inzage in de gebruikte afkortingen en betekenissen van de toegepaste overwegbeveiligingen.

Er zijn echter verschillen te constateren tussen de informatie in bijlage 1 en 2 en de informatie zoals op 20 maart 2006 aan de Tweede Kamer is gezonden (zie brief met kenmerk Kamerstuk 29 893, nr. 28, bijlage 1) naar aanleiding van het verzoek van het Kamerlid Duyvendak. De verschillen betreffen een dertiental overwegen waarvan is gebleken dat de uiteindelijke maatregel die is genomen, afwijkt van hetgeen dit voorjaar aan de Tweede Kamer is gemeld. In bijlage 4 zijn die verschillen door ProRail nader toegelicht.

Aan het einde van dit jaar zal ik de trendrapportage overwegen over geheel 2006 aan de Kamer sturen. Daar wordt ook ingegaan op de risicoanalyse als een overweg wordt opgeheven.

Ik ga ervan uit u met deze brief en met de informatie zoals opgenomen in de bijlagen voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K. M. H. Peijs


XNoot
1

Tweede Kamer 2005–2005, 29 892, nummer 12.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven