29 893 Veiligheid van het railvervoer

Nr. 197 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 augustus 2015

Bij mijn brief van 29 april 20151 bent u geïnformeerd over de veiligheid en de inzet van de treinen van het type Materieel ’64 (Mat’64). In deze brief heb ik toegezegd u te zullen informeren over de uitkomsten van het onderzoek dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zal doen naar de ontsporingsrisico’s van spoorvoertuigen zonder baanschuiver.

Het onderzoek (quick scan) stuur ik u hierbij toe2. Er is een inventarisatie gemaakt van het spoormaterieel dat in Nederland wordt ingezet voor vervoer van reizigers en goederen. Er zijn daarnaast nog enkele typen speciale voertuigen, zoals rijdend gereedschap, in gebruik. Dit materiaal is buiten beschouwing gelaten, gelet op het feit dat met deze voertuigen relatief een gering aantal kilometers en veelal ook met geringe snelheid wordt gereden. Bovendien worden deze voertuigen vooral op buiten dienst gesteld spoor gebruikt.

Uit de genoemde inventarisatie komt naar voren, dat op dit moment alleen de voertuigtypen Mat’64 en SGMm (stadsgewestelijk materieel moderne versie) niet zijn voorzien van een baanschuiver. Beide voertuigtypen worden gebruikt door NS Reizigers (NSR). Van het type Mat’64 is bekend dat het onder bepaalde omstandigheden gevoelig is voor ontsporing. Dit type wordt door NSR met ingang van de dienstregeling 2016 uit de dienst genomen.

Vanaf 2016 zal het voertuigtype SGMm daarmee nog het enige type zijn dat in dienst is, die niet is voorzien van een baanschuiver. Het type SGMm is in de jaren zeventig in dienst genomen als sprinter voor korte afstanden. Dit type heeft aan de kop van de trein een groter gewicht dan het type Mat’64 door de plaats van het motordraaistel en de kans op ontsporing na een aanrijding met wegverkeer is daardoor kleiner. Het voertuigtype SGMm wordt vanaf 2018, met de komst van de sprinter nieuwe generatie, geleidelijk uit de dienst genomen.

Gelet op de genoemde eigenschappen van het voertuigtype SGMm is de inspectie van oordeel dat de risico’s op ontsporing na een aanrijding op een overweg niet zodanig zijn dat aanvullende maatregelen moeten worden getroffen. Ik onderschrijf dit oordeel.

Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Kamerstuk 29 893, nr. 189

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven