29 893 Veiligheid van het railvervoer

Nr. 185 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2015

Hierbij voldoe ik aan het verzoek dat uw vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu voor het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur in de procedurevergadering van 25 februari jl. aan mij gedaan heeft.

Om als juridische basis te kunnen dienen voor het capaciteitsverdelingsproces voor het dienstregelingsjaar 2016 moet het ontwerpbesluit vóór 13 april a.s. (de tweede maandag van april) inwerking getreden zijn. Uw commissie heeft mij in een brief van 27 november 2014 verzocht geen onomkeerbare stappen te zetten totdat de behandeling van het ontwerpbesluit in de Kamer is afgerond. Daarom is vooreerst de afronding van de behandeling van het ontwerpbesluit door uw Kamer nodig. Daarna moet voor inwerkingtreding nog een procedure worden gevolgd, die onder meer aanbieding van het ontwerpbesluit aan de Afdeling advisering van de Raad van State betreft. Daarom zou behandeling door uw Kamer zo snel mogelijk, of uiterlijk 11 maart a.s. moeten worden afgerond. Indien uw Kamer daartoe overgaat is inwerkingtreding van het ontwerpbesluit vóór 13 april a.s. wellicht mogelijk.

In het kader van een aanvullend schriftelijk overleg van 24 februari jl. heeft u mij vragen over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur en de gebruiksvergoeding voorgelegd. Hierbij is de prioriteitsstelling op de Brabantroute tussen goederentreinen uit Rotterdam, Amsterdam en Vlissingen en uit Antwerpen aan de orde gesteld. De verwachting is dat voor het dienstregelingsjaar 2016 op de Brabantroute er voor goederentreinen vanuit zowel Rotterdam, Amsterdam en Vlissingen als Antwerpen afdoende capaciteit beschikbaar is. Daarnaast is het niet mogelijk het ontwerpbesluit op dit punt op korte termijn te wijzigen.

Nadat uw Kamer de behandeling van het huidige ontwerpbesluit afgerond heeft, is het mogelijk het besluit apart op het punt van de prioriteitsstelling op de Brabantroute te wijzigen. Een eventueel nieuw ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastrcutuur kan dan tijdig voor het capaciteitsverdelingsproces voor het dienstregelingsjaar 2017 inwerking treden.

Naar aanleiding van de vraag daartoe van de PvdA-fractie bij het aanvullend schriftelijk overleg, ontvang u hierbij het ontwerpbesluit1.

Hiermee hoop ik voldaan te hebben aan uw verzoek en verneem ik graag uw spoedige afronding van de behandeling van het ontwerpbesluit.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven